De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Eduard van Gelre (1361-1371)

Hertog van Gelre en graaf van Zutphen

Afrekenen met een lastpak

Eduards "erfenis" in De Graafschap.

Eduard Ψ wordt als tweede zoon op 12 maart 1336 geboren uit het huwelijk van Reinald II Ψ met Eleonora van Wessex Ψ. Hij strijdt voortdurend met zijn broer om de hertogstitel van Gelre. Wanneer Eduard in 1361 eindelijk zijn broer Reinald III Ψ van de hertogshoed van Gelre heeft beroofd keert de rust nog niet helemaal terug in De Graafschap.

Aanhangers van de partij der Heekerens plegen verzet. De aanvoerder van hen, Sweder III van Voorst en Keppel Ψ, blijft in De Graafschap rooftochten ondernemen in het grondgebied van Bronckhorst. Eduard rekent met hem af door in De Graafschap zijn kasteel te veroveren en later de bisschop van Utrecht, Jan van Arkel, te helpen Sweder I zijn stamslot bij Voorst te Zwolle te slechten. Sweder I is daarna uitgepraat.
Een periode van twist en strijd tussen de Bronckhorsten en de Heekeren wordt nu afgesloten. In deze strijd spelen de steden, die langzamerhand ‘hoofdsteden’ worden, een steeds grotere rol in het landsbestuur.

Huwelijksplannen gedwarsboomd

Vervolgens krijgt Eduard het buitenshuis aan de stok met Kleef. Dit heeft tijdens de broederstrijd Reinald III gesteund. Het probleem wordt in april 1364 opgelost, wanneer de graaf van Kleef een mislukte aanslag op Nijmegen heeft gepleegd.
Eduard kan vervolgens zijn zinnen verzetten; hij wil trouwen met de tienjarige Catharina van Beieren-Holland Ψ, dochter van Albrecht I van Beieren Ψ, ruwaard (landvoogd) van Holland en Zeeland, en Margarete van Kleef Ψ. Deze huwelijksplannen worden gedwarsboomd als Wenceslaus van Bohemen Ψ, hertog van Brabant,  tegen hem ten strijde trekt wegens belediging van zijn zuster en zwager, te weten Reinald III en diens vrouw Maria van Brabant Ψ.

Oorlog met Brabant

Wapen van hertog Eduard.

Wenceslaus van Bohemen verklaart in 1366 om een kleinigheid Eduard de oorlog. Hierbij zal de rol van Maria van Brabant niet moeten worden onderschat. Eduard onderschept de inkomsten die zij uit Gelre heeft en daarover zal ze wel bij haar zus, hertogin Johanna van Brabant Ψ, hebben geklaagd.
De Brabanders vallen vervolgens met een sterke macht de Bommelerwaard binnen, waarop de stad Zalt-Bommel in februari 1366 ingenomen wordt. Eduard verzamelt zijn vazallen en trekt naar de Bommelerwaard. Zalt-Bommel wordt na een beleg van twintig dagen hernomen.
De heer van Kuilenburg, Eduards vriend, trekt de Meijerij van Den Bosch binnen, verbrandt daar een aantal dorpen en keert met rijke buit beladen en met een menigte gevangenen naar Gelre terug. Na veel van dergelijke strooptochten over en weer besluit de hertog van Brabant in 1368 dat het tijd wordt om vrede te sluiten. Beide partijen hebben niets anders dan ellende geoogst. Eduard heeft zich bij zijn edelen diep in de schulden gestoken om al deze oorlogen te bekostigen.

Eindelijk een huwelijk?

Zegel van Eduard. Klik voor een grote afbeelding (300 dpi, 33KB).

Eindelijk heeft Eduard de handen vrij om zijn jonge bruid te trouwen. Om de kostbare huwelijksplechtigheid die hij voor ogen heeft te kunnen betalen geeft hij de steden nieuwe voorrechten, die hem daarvoor betalen.
Eduard reist in 1371 naar Den Haag waar hij op 36-jarige leeftijd met Albrecht I van Beieren de huwelijkse voorwaarden bespreekt om met de inmiddels twaalfjarige te kunnen huwen. Het is de bedoeling dat ze datzelfde jaar nog gaan trouwen. Het jonge meisje zal nog twee jaar bij haar ouders blijven wonen, waarna zij naar Gelre zal verhuizen.
Er worden voorbereidingen getroffen om een groots en meeslepend feest te organiseren, want Albrecht I is er trots op, dat zijn dochter met de hertog van Gelre, de zoon van een koningsdochter, zal trouwen. De voornaamste Hollandse geslachten worden uitgenodigd, muzikanten en potsenmakers worden besteld. De Gelderse edelen, die de afgelopen jaren voortdurend in oorlog zijn geweest, verheugen zich op een lang en mooi feest.

Geen verlovingsfeest

Van het verlovingsfeest komt helaas niets terecht. Een ijlbode van de hertog van Gulik, een zwager van Eduard, doorkruist de mooie verwachtingen. Het hertogdom Gulik is aangevallen door Brabant.
Eduard stuurt onmiddellijk renbodes door Gelre om zijn leger ten strijde te roepen om zijn zwager bij te staan. Opnieuw blijkt dat het leger van Gelre voortdurend paraat is, want Eduard zegt zijn gasten vaarwel en stijgt meteen op om te vertrekken naar Baesweiler.

Einde van de toekomst

De dood van Eduard in de slag bij Baesweiler wekt in Gelderland grote droefenis. De partijstrijd lijkt onder zijn korte bewind tot een einde te zijn gekomen en gehoopt wordt dat een nieuwe bloeiperiode is aangebroken. Dit is nu opeens voorbij door een daad van verraad. Eduard wordt begraven in het klooster ‘s-Gravendaal, dat zijn overgrootvader Otto II heeft gesticht. Door zijn plotselinge dood zijn er geen directe erfgenamen en moet broer Reinald III uit zijn gevangenschap worden bevrijd.

Literatuur

  1. Alle de XIV boeken van de Geldersse geschiedenissen, Arend van Slichtenhorst,
    Jacob van Biesen, Arnhem, 1659.
  2. Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415, P.N. van Doorninck en Dr. J.S. van Veen,
    Gebrs. Van Brederode, Haarlem, 1908.
  3. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  4. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  5. De historie van het oude Gelre onder eigen vorsten, G. Prop,
    W.J. Thieme & Cie., Zutphen, 1963.
  6. Geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot het einde der Middeleeuwen, Dr. W. Jappe Alberts,
    N.V. Martinus Nijhoff’s Boekhandel en Uitgeversmaatschappij, ‘s-Gravenhage, 1966.
  7. Nijhoffs Geschiedenislexicon Nederland en België, H.W.J. Volmuller e.a.,
    Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage, 1981.
  8. Het Hof van Gelre, Cultuur ten tijde van de hertogen uit het Gulikse en Egmondse huis (1371-1473), Gerard Nijsten,
    Kok Agora, Kampen, 1993.
  9. Eleonora van Engeland, Valentijn Paquay,
    In: Biografisch Woordenboek Gelderland – deel 1,
    Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1998.
  10. De genealogie van de voogden, graven en hertogen van Gelre, Ralf G. Jahn,
    In: Gelre-Geldern-Gelderland Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre,
    Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend, Kleef, 2001.
  11. Mittelalterliche Genealogie im Deutschen Reich bis zum Ende der Staufer, Geldern, Eduard, Karl-Heinz Schreiber.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Dingxdages nae Palmpasen, dat was op ten tienden dach der maent van Aprilis