De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Gerhard I van Lohn (1085-1092)

Graaf

Drie schenkingen

Wapen van de graven van Lohn.
Noot 1

Uit een oorkonde blijkt dat Gerhard I Ψ een zoon is van Otto II van Zutphen ‘de Rijke’ Ψ. Zijn dochter Ermgard Ψ schenkt in 1134 tienden van de kerk in Lochem aan de kanunnikken van Zutphen ter nagedachtenis van haar eerste man Gerard III van Gelre Ψ. Bij deze schenking wordt Gerhard I samen met zijn broers bisschop Diederik II van Munster Ψ en Hendrik I ‘de Oudere’ Ψ genoemd. Samen met Hendrik I wordt Gerhard I graaf genoemd en alle drie broers zijn op het moment van de schenking overleden. Of hij graaf van Lohn is, of elders graaf, is onduidelijk.
Het gravenhuis van Lohn is dus te beschouwen als een zijtak van het gravenhuis van Zutphen. Of is het eigenlijk de hoofdtak?

In een oorkonde uit 1085 wordt de abdij in Vreden in de gouw Westfalen in het graafschap van Gerhard I aan Hamburg gegeven.
Ongeveer tegelijkertijd wordt ook de abdij in Elten in het graafschap van Gerard aan het bisdom in Hamburg gegeven. Dit betreft echter Gerard II ‘de Lange’ Ψ. Voor Kohl staat vast dat het hier om dezelfde Ger(h)arden gaat. Dit is onwaarschijnlijk, Kohl merkt op dat deze graafschappen waarschijnlijk van oud-billungse herkomst zijn. De Billungers zijn echter een ongrijpbare familie, waar te pas en te onpas moelijk plaatsbare ambtsdragers onder worden geplaatst.

Eerste graaf van Lohn

De heerlijkheid Lohn onder Gerhard I.
Noot 2

Er bestaat een grote kans dat Gerhard I al tijdens zijn vaders leven in diens voetsporen in pagus Westfalen en, misschien, de Hettergouw treedt.
In ieder geval komt hij in 1086 samen met zijn zoon Godschalk I Ψ voor met de toenaam Lohn, maar dan zonder grafelijke titel: ‘Gerhardus de Laon. Godascalcus filius eius‘.
Het geslacht Lohn heeft vele zijtakken waaronder de families Van Der Heiden, Wesenthorst, Varsseveld en Silvolde.
De echtgenote van Gerhard I is van onbekende herkomst, maar haar naam is wel overgeleverd: Irmgard Ψ. Gerhard I is in of kort voor 1092 overleden, want dan treedt zijn zoon Godschalk I zonder zijn vader in een oorkonde op.

Literatuur

  1. SLOET, OGZ, nr. 268.
    WUB I, R1213, R1231.
    R. Fruin, Over de graven van Zutphen vóór 1190, De Nederlandsche Leeuw, Jaargang XLI, nr. 11/12, 1923, kolom 310.
    A. J. Maris, Van voogdij tot maarschalkambt, Boekhandel H. de Vroede, Utrecht, 1954, p27.
    W. Kohl, Das Bistum Münster – Die Diözese, In: Germania Sacra, Neue Folge 37,1, Walter de Gruyter, Berlijn, 1999, p582.
    ‘Gegen ende des 11. Jahrhunderts bestand um Elten und Vreden die Grafschaft eines Gerhard, die wahrscheinlich altbillungschen Ursprungs ist. Der südliche Grafschaftsteil ging später in der Grafschaft Kleve auf. Der nördliche Teil bildete die Grundlage für die Herrschaft Lohn.’
  2. WUB I, C164 en C166.
  3. Alle de XIV boeken van de Geldersse geschiedenissen, Arend van Slichtenhorst,
    Jacob van Biesen, Arnhem, 1659.
  4. De Heeren van de heerschap Wisch uit de Edele Heeren van dien naam, J.D. Wagner en Jhr. Mr. W.G. Feith,
    De Nederlandsche Leeuw, XLIV, 1924.
  5. Bijdrage tot de geschiedenis van de heeren en de heerlijkheid van Wisch, Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven,
    Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XXXIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1930.
  6. Varsseveld, Ds. P. Kuijper,
    In: Bijdragen en Mededelingen deel LVIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1959.
  7. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  8. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  9. Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten, Dinxperlo en Wisch, D.W. Kobes,
    Fa. Gebr. De Boer, Aalten, 1966.
  10. Het graafschap Loon (11de – 14de eeuw), Dr. J. Baerten,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1969.
  11. Het einde van de horigheid in Twente en Oost-Gelderland 1795-1850, P.G. Aalbers,
    De Walburg Pers, Zutphen, 1979.
  12. Bredevoort een heerlijkheid, J.F.Th. de Beukelaer e.a.,
    Stichting 800 jaar veste Bredevoort, Bredevoort, 1988.
  13. Met het oog op Silvolde, H.L.J. Kolks en B.J. Dorresteijn e.a.,
    De IJsselstroom, 1988.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Sonnedages veur heilige Gregorius dach, dat was op ten tweeden dach der maent van Septembris.