De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Hendrik (I) van Zutphen ‘de Oudere’ (1113-1118)

Graaf van Zutphen

De ‘oudere’

Wapen van de graven van Zutphen.
linkerhand

Ironisch genoeg wordt Hendrik (I) Ψ, de zoon van Otto II ‘de Rijke’ Ψ, ‘de Oudere’ genoemd, maar hij overleeft zijn vader niet lang. Hij krijgt de bijnaam ‘de Oudere’ om onderscheid te maken met zijn naamgenoot in de volgende generatie, Hendrik (II) ‘de Jongere’ Ψ.
Hendrik (I) ‘de Oudere’ treedt geregeld als getuige of partij op aan het keizerlijke hof. Waarschijnlijk wordt hij door deze goede connecties graaf van Zutphen. Hij is getrouwd met Mathilde Ψ, een dochter van Koenraad (Cuno) van Northeim Ψ, graaf van Beichlingen, en Kunigunde van Beichlingen Ψ.

Hendrik (I) wordt door keizer Hendrik V Ψ beleend met enkele Friese graafschappen, maar veel indruk zal dat op de Friezen niet gemaakt hebben en lang heeft hij er ook niet van kunnen genieten. Net als zijn vader treedt Hendrik (I) ook op als ondervoogd van Corvey.

Opstand tegen de keizer

Noot 2

In 1114 komt de aartsbisschop van Keulen, Frederik I Ψ, in opstand tegen de keizer. Hierbij wordt hij gesteund door enkele groten uit zijn aartsbisdom, waaronder Hendrik (I). De opstandelingen vallen onder andere het Gelderse gebied aan. In 1117 is er al vrede gesloten, want in die tijd trouwt Ermgard, de zus van Hendrik (I), met Gerard III van Gelre Ψ.
Slechts vijf jaar is het Hendrik (I) vergunt graaf van Zutphen te zijn voordat hij in 1118 kinderloos overlijdt. Hij wordt opgevolgd door zijn zuster Ermgard.

Literatuur

  1. R. van Schaïk, Zutphens geschiedenis: van de elfde tot het einde van de zestiende eeuw, In: Geschiedenis van Zutphen, Walburg Pers, Zutphen, 1989, p52-53.
  2. R. van Schaïk, 1989, p53.
  3. Alle de XIV boeken van de Geldersse geschiedenissen, Arend van Slichtenhorst.
  4. Jacob van Biesen, Arnhem, 1659.
  5. Wapenboek der Ridders van de Duitse Orde, mr. W.J. baron D’Ablaing van Giessenburg,
    C. van Doorn en zoon, ‘s-Gravenhage, 1871.
  6. Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1887.
  7. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1890.
  8. Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415, P.N. van Doorninck en Dr. J.S. van Veen,
    Gebrs. Van Brederode, Haarlem, 1908.
  9. Overzicht der dynastie van Wassenberg-Gelre en verwante geslachten gedurende de elfde eeuw, Dr. P.C. Boeren,
    In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XLI, S. Gouda Quint, Arnhem, 1938.
  10. De oorsprong van het geslacht der graven van Gelre, Mr. W. de Vries,
    In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XLVIII, N.V. Drukkerij G.J. Thieme, Nijmegen, 1946.
  11. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  12. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  13. De historie van het oude Gelre onder eigen vorsten, G. Prop,
    W.J. Thieme & Cie., Zutphen, 1963.
  14. Geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot het einde der Middeleeuwen, Dr. W. Jappe Alberts,
    N.V. Martinus Nijhoff’s Boekhandel en Uitgeversmaatschappij, ‘s-Gravenhage, 1966.
  15. Zegels en genealogische gegevens van de graven en hertogen van Gelre graven van Zutphen, Schilfgaarde,
    Gouda Quint, Arnhem, 1967.
  16. Familiewapens, oorsprong en betekenis, Roelof Vennik,
    Wilkerdon, Rotterdam, 1988.
  17. Die Grafen von Hamaland und Zutphen, Ralf G. Jahn,
    Geldrischer Heimatkalender, vol. 1992, 1992.
  18. De graven van Gelre en de Zutphense erfenis, H. Verdonk,
    Brochure 8, Uitgave in eigen beheer, Lelystad, 1994.
  19. De genealogie van de voogden, graven en hertogen van Gelre, Ralf G. Jahn,
    In: Gelre-Geldern-Gelderland Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre,
    Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend, Kleef, 2001.
  20. Mittelalterliche Genealogie im Deutschen Reich bis zum Ende der Staufer, Karl-Heinz Schreiber.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCVIII des Vrydages op sunte Augustinus dach.