De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Het kapittel

Stichten van een kerk

In de Middeleeuwen komt het geregeld voor dat de rijke bovenlaag der edelen een (kapittel)kerk sticht voor zijn eigen zielenheil. Deze kerk wordt bestuurd door het kapittel.
Het kapittel bestaat uit kanunniken. Een kanunnik is een geestelijke die op kloosterlijke wijze met andere geestelijken samenleeft. Wie kanunnik wil worden dient van goede geboorte te zijn, want bij intrede wordt een behoorlijke gift aan de kerk verlangd. Aan het hoofd van het kapittel staat een proost.

Aan de betrokken kerk worden, zeker tijdens de stichting ervan, (land)goederen geschonken, of tienden ervan, zodat het kapittel zich een inkomen kan verwerven. Hierdoor is het kapittel in staat om zijn religieuze taak uit te voeren.

Taken van het kapittel

De kanunniken hebben de belangrijke taak om dagelijks het koorgebed bij te wonen en te vieren. Dan hoeft de stichter van de kerk dat minder te doen om zijn vroomheid te bewijzen.
Het koorgebed bestaat uit zeven diensten overdag en één ’s nachts, gedurende het gehele jaar. Tijdens deze diensten wordt gezongen, gebeden uitgesproken en lezingen gehouden. Het is begrijpelijk dat de kapittelheren geen tijd meer hebben om te werken, waardoor de gift van goederen (met horigen) onontbeerlijk is voor het voortbestaan van het kapittel.

Inkomsten

De inkomsten uit de goederen vormen de belangrijkste inkomstenbron van het kapittel. Daar de tienden vaak ver uit elkaar liggen en een enorm gebied bestrijken wordt het lastig gevonden deze te innen. Het kapittel gaat er vaak toe over de rechten op de tienden ieder jaar te verpachten. Die verpachting is een soort veiling, die door een rentmeester wordt gehouden. De tiend gaat naar de hoogste bieder.
Daarnaast verkrijgt het kapittel ook inkomsten uit jaarrenten. De dienst die hier tegenover staat is de memoriedienst. Het kapittel wordt betaald om iemand te herdenken op een bepaalde dag. Meer inkomsten, b.v. presentiegelden en kleedgeld, worden apart gegenereerd door speciale diensten.
Het kapittel beweegt zich meestal ook actief op de onroerendgoedmarkt. Het koopt vaak goederen in de omgeving en huizen in de stad waar het kapittel zich bevindt.

Beheer van het vermogen

Het zal inmiddels duidelijk zijn dat de diverse goederen, tienden en gelden om een bekwaam beleid vragen. Het vermogen is van cruciaal belang voor het kapittel om te kunnen bestaan. Het beheer over het vermogen is om deze reden gegeven aan de kamerling of rentmeester.

Literatuur

  1. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  2. Ridderschap, ideaal en werkelijkheid, Jkvr. dr. J.M. van Winter,
    C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1965.
  3. De Middeleeuwse Stad, Prof. dr. W. Jappe Alberts,
    Fibula-van Dishoeck, Bussum, 1968.
  4. Stad en platteland in de Middeleeuwen, Prof. dr. David Nicholas,
    Fibula – van Dishoeck, Bussum, 1971.
  5. Drostambt en schoutambt – De Gelderse ambstorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca. 1200-1543), Jan Kuys,
    Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1994.
  6. De Sint-Walburgiskerk in Zutphen, momenten uit de geschiedenis van een middeleeuwse kerk, diverse auteurs,
    Walburg Pers, Zutphen, 1999.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Saterdages nae sunte Efrem dach, dat was op ten negenden dach der maent van Junio.