De militaire rol van het kasteel
Inleiding
Het kasteel is onlosmakelijk verbonden met de Middeleeuwen. Het dient als woonplaats voor de heer en heeft tevens een militaire functie. De wijze waarop het kasteel deze laatste functie uitoefent, blijft vaak onderbelicht. Hiervoor is kennis nodig van de oorlogvoering in de Middeleeuwen. Om preciezer te zijn: de manier waarop in het feodale tijdperk oorlog gevoerd werd, want in deze tijd komt het kasteel tot grote bloei.
De sleutel van het land
Zelfs tegenwoordig staat nog in reisbrochures te lezen dat een kasteel de omgeving domineert door zijn ligging. Of dat kastelen de toegang tot een vallei, weg, grens of rivier bewaken. Deze beelden zijn echter onjuist.
In latere tijden kunnen forten wel toegangswegen bewaken, maar deze hebben hun geschut als dwingende kracht. In de Middeleeuwen geldt dat niet voor kastelen; het primitieve geschut is eenvoudigweg niet krachtig genoeg. Zelfs de uitvinding van buskruit verandert niets aan dit beeld. Bovendien heeft het bewaken van een weg geen zin, middeleeuwse legers zijn niet aan een weg gebonden. Hun grootte staat ze toe van het omringende platteland te leven en derhalve zijn ze niet afhankelijk van aanvoer van levensmiddelen.
Het belang van het kasteel is gelegen in de band die het kasteel heeft met het omringende land. Waar het ook staat, de versterkte plaats zorgt voor een basis van waaruit de macht kan worden uitgeoefend. Binnenin bewaart en beschermt het de aanwezigheid van de macht. Slechts zelden wordt een kasteel belegerd, maar vrijwel continu vervult het zijn functie als basis van de heer van het land.
Het ontstaan van het kasteel hangt samen met het ontstaan van de ridder. De plotselinge aanval van gewapende mannen te paard blijkt al vroeg in de Middeleeuwen nauwelijks te weerstaan. Alleen achter een muur is het echt veilig, want lijfelijk contact is daardoor onmogelijk geworden.
Hierdoor worden echter voetsoldaten met hun aanvoer en genie uiteraard weer belangrijker, want zij kunnen de muren belegeren. Het is bekend dat de middeleeuwse leiders deze methode niet afwijzen. Dus niet de verdedigende rol van het kasteel is de oorzaak van zijn ontstaan, maar, hoe vreemd dat ook lijkt voor een in het landschap gefixeerd object, juist zijn aanvallende rol.
De verdedigende rol
Het kasteel is ontworpen om zo lang mogelijk een beleg te weerstaan middels een passieve verdediging. De verdedigers van het kasteel worden vaak het garnizoen genoemd, maar dit dekt niet helemaal de lading. In het algemeen wonen degenen die het kasteel in oorlogstijd verdedigen in of om dat kasteel. Het kasteel heeft immers niet alleen een militaire functie maar ook een civiele. Soms helpen ook de bewoonsters actief mee aan de verdediging, zoals te zien is op bijgaande afbeelding. In oorlogstijd kan het kasteel versterkt worden met ingehuurde troepen. Er zijn oorkondes gevonden waaruit blijkt dat in crisistijd geld wordt besteed aan munitie, herstelwerkzaamheden en troepen.
De grootte van de kasteelbezetting wordt uiteraard bepaald door de grootte van het kasteel zelf. Meer dan honderd man komt zelden voor. Voor De Graafschap zal die bezetting, gezien de opbrengst van de landerijen en de dunne populatie zeker niet meer zijn dan tien tot twintig gewapende mannen. Er zijn heroïsche verhalen overgeleverd waarin niet meer dan drie ridders een aanval succesvol afslaan. Dit zegt, behalve over de leeuwenmoed van de verdedigers, ook iets over de defensieve kwaliteiten van het ontwerp van het kasteel. Een kasteel innemen kan niet even op een achteloze zondagmiddag als er niets beters te doen is.
De aanvallende rol
De hoogste militaire waarde van het kasteel is gelegen in het feit dat het ridders herbergt. Een middeleeuws kasteel kan geen aanval aan de grens tegenhouden. Een aanvaller kan zijn gang gaan en het land bezetten, maar zo lang het kasteel niet wordt veroverd is het verlies slechts tijdelijk. Een gedeelte van het garnizoen bestaat namelijk uit ridders. Het kasteel is een sterke basis van waaruit bewapende mannen te paard de omgeving controleren. De afstand die een ridder heen en terug vanuit het kasteel in één dag af kan leggen is het gebied dat een kasteel kan controleren. Deze dagmars wordt geschat op tien tot vijftien kilometer, afhankelijk van het terrein.
Deze aanvallende rol van het kasteel maakt het noodzakelijk het kasteel in te nemen voor wie het omringende land wil controleren. Het is de reden waarom vaak maandenlang de moeite genomen wordt om het kasteel te belegeren, of met dure machines te beschieten. Degene die het land wil bezitten zal eerst en vooral het kasteel moeten bezitten.
De manier om land te veroveren is dus het bouwen van kastelen. Zodra expansie gewenst is, is er een basis nodig om van daaruit de macht uit te oefenen. Vanuit het nieuwe kasteel wordt het omringende land veroverd.
Tweelingkastelen
Deze aanvallende rol van het kasteel heeft ook andere toepassingen. Zo kan een kasteel gebouwd worden om een ander kasteel aan te vallen. In het geval van een belegering is het niet ongewoon een tijdelijk tegenkasteel te bouwen om bijvoorbeeld een poort te controleren. Een tweelingkasteel bestaat min of meer in De Graafschap aan het eind van de vijftiende eeuw, wanneer een van de twee kastelen van Wisch in handen van de graaf Van Den Bergh valt. Een garnizoen ridders wordt in het tegenkasteel gelegerd, zodat iedere uitval uit het belegerde kasteel meteen beantwoord kan worden met een tegenaanval. Ook is een tegenkasteel te gebruiken om de verdedigers van het belegerde kasteel de opbrengsten en producten van het omringende land te ontnemen. Waarmee de kosten van het onderhoud van het garnizoen behoorlijk oplopen en de tegenstander verzwakt.
Magazijn en toevluchtsoord
In oorkondes komt geregeld de zinsnede voor dat een vazal ‘open huys’ moet houden voor zijn leenheer als hij zijn goed in leen (terug)ontvangt. Het kasteel heeft namelijk niet alleen een verdedigende of aanvallende rol in een (belegerings)oorlog. Een bevriend kasteel dient ook als toevlucht voor een leger om bij de belegering van een vijandelijk kasteel op adem te komen. Hierbij dient het kasteel als een magazijn van wapens en wapenrustingen, belegeringswerktuigen, projectielen, provisie en alle andere zaken die in een oorlog of bij een belegering gebruikt worden. Ook in het geval van een verloren oorlog is een bevriend kasteel een veilige basis om naar toe te vluchten en weer op adem te komen.
Een kasteel in de stad
Wat voor het land geldt, geldt natuurlijk ook voor een stad. Een mooi voorbeeld hiervan in De Graafschap is kasteel Bergh. Een kasteel in de stad is handig als de stedelingen onbetrouwbaar en/of opstandig zijn, want de stad zelf valt binnen het gecontroleerde gebied. De stadsbesturen onderkennen al snel de mogelijkheden om de stad zelf te fortificeren, maar het bouwen van muren is afhankelijk van de toestemming van de heer die de stad bezit.
Centrum van oorlogvoering
Het kasteel speelt dus een cruciale rol in de verdediging van het land. Zelfs als een binnenvallend leger zonder enige weerstand het land verovert, moet het altijd het kasteel innemen om het land duurzaam te bezetten. De oorlogvoering in de Middeleeuwen is hierdoor vrijwel volledig gericht op het kasteel. De verovering van een kasteel is geen eenvoudige taak. Als de invaller te langzaam is, heeft de verdediger ruim de tijd om te hergroeperen of hulp in te roepen en een tegenaanval te ondernemen. Ook zullen de soldaten van de invaller langzamerhand naar huis willen voor de oogst of om andere redenen. Ingehuurde troepen lossen dit probleem op, maar zij zijn duur in onderhoud en geven andere problemen.
Afbrokkeling centrale macht
Het kasteel draagt mede dank zij zijn militaire rol bij aan de macht van lokale heren. Veilig in hun kasteel durven ze machtige tegenstanders te weerstaan en houden ze controle over hun (geleende) land. Hierdoor brokkelt sinds de Karolingische tijd langzamerhand de centrale macht van de keizer af. Deze kan lokale heren door geldgebrek niet meer dwingen hem te volgen.
Literatuur
- Nederlandsche kastelen en hun historie, Moes en Sluyterman,
Elsevier, Amsterdam, 1912. - Gelderse kastelen, Evert Zandstra,
Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1958. - De hertog en zijn burchten, Dr. K.A. Kalkwiek,
Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1976. - Middeleeuwse Kastelen, Paul E. van Reyen,
C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1965, vierde druk, 1979. - Castles, a history and guide, Dr, Michael Prestwich en Dr. Charles Coulson,
Blandford Press, Poole, Engeland, 1980. - Over hellebaarden donderbussen en huurlingen, J.H.W. Koch,
Elsevier, Amsterdam, 1980. - Middeleeuwse kastelen van Gelderland, F.M. Eliëns en J. Harenberg,
Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk, 1984. - Pre- & Protohistorie van de Lage Landen, J.H.F. Bloemers & T. van Dorp,
Open Universiteit, Uitgeverij Unieboek, Bussum, 1991. - 1000 jaar kastelen in Nederland, H.L. Janssen, J.M.M. Kylstra-Wielinga, B. Olde Meierink (redactie),
Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1996. - The medieval knight at war, Brooks Robards,
Tiger Books International, London, 1997.
Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende XCIX des Manendages nae sunte Gregorius de Grote dach, dat was op ten zesden dach der maent van Septembris.