De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Huis Sevenaer, anno 2000

Na de middeleeuwen

Na de Middeleeuwen

Ingang van Huis Sevenaer, anno 2000.

Wanneer Wendelina Smullinck, de erfdochter van het gelijknamige geslacht, trouwt met Adriaan van Spieringh komt het Smollingshuse in het geslacht Spieringh terecht.
De Spieringhs houden het huis bijna 150 jaar in de familie. Gedurende die 150 jaar neemt het Smollingshuse de naam Sevenaer van het inmiddels verdwenen kasteel Sevenaer over. De eerste Spieringhs wonen in huis Sevenaer. Latere generaties maken niet veel gebruik van het huis, hetgeen het onderhoud niet ten goede zal zijn gekomen.

In 1736 verkopen zij het huis aan graaf Otto van Bylandt-Palsterkamp die er fl. 23.500 voor betaalt. Een lage koopsom, mogelijk zal er het nodige achterstallige onderhoud gepleegd moeten worden. Wanneer Otto van Bylandt-Palsterkamp het huis in 1776 verkoopt is er waarschijnlijk weinig onderhoud gepleegd, het brengt maar fl. 21.100 op. Dit ondanks de bevolkingsgroei en het begin van de industrialisatie, waardoor de grondprijzen in de achttiende eeuw stijgen.
De nieuwe eigenaresse is Alexandrine Henriëtte Frederica van Rouwenoort. Zij heeft het huis ook niet lang in bezit, want in 1785 verkoopt ze het weer.

Van Nispen tot Pannerden

Traptoren van Huis Sevenaer, anno 2000.

Arnold Anthon Jan van Nispen tot Pannerden en Debora Petronella Maria Pelgrom kopen het huis en enkele andere goederen voor fl. 45.000. Arnold van Nispen tot Pannerden stamt uit een rentmeestersgeslacht dat de graven Van Den Bergh dient. Het bestuur van het landgoed is daarmee in goede handen. Eindelijk breken er betere tijden aan voor huis Sevenaer. Mogelijk laat het paar het huis verbouwen en moderniseren.
Tot op heden is het huis in handen van het geslacht Van Nispen gebleven. Tegenwoordig noemen zij zich naar het huis: Van Nispen tot Sevenaer. Sinds de negentiende eeuw brengt dit geslacht jonkheren voort. De huidige eigenaar is jonkheer . Hij bestuurt sinds 1953 het inmiddels gereduceerde landgoed op ecologische wijze.

Veel verbouwingen

Op een afbeelding uit 1745 ziet het huis er uit als een samenraapsel van aanbouwingen. Het meest karakteristieke deel is de achtkantige trappentoren uit 1612. Dit is door Frans Spieringh, zoon van Adriaan en Wendelina, gebouwd tijdens het Twaalfjarige Bestand. Een tijd waarin veel huizen worden opgeknapt en Sevenaer is geen uitzondering daarop.
Het hoofdgebouw is waarschijnlijk in 1575 gebouwd voor Adriaan Spieringh. Aan de achterzijde van deze zaalbouw staat een grote vierkante toren. Aan de voorzijde staan twee vleugels met Gelderse gevels.

Huis Sevenaer in 1745 (tekening Jan de Beyer).

Recente verbouwingen

Kelder van Huis Sevenaer.

In de negentiende eeuw stort de grote vierkante toren in en deze wordt bij een verbouwing in die eeuw niet herbouwd. Het dak van de zaalvleugel wordt verlaagd en de linkervleugel wordt hoger opgetrokken, zodat ze even hoog worden. De rechtervleugel verdwijnt. De sierlijke spits op de trappentoren verdwijnt en er komt een balustrade voor in de plaats. De kruisvensters worden vervangen door modernere ramen.
Het bouwhuis stamt uit 1868 evenals het tuinplan. In de tuin is een duiventil opgenomen in de vorm van een kasteeltje.
Aan het begin van de twintigste eeuw wordt het huis onder leiding van architect Eduard Cuypers ingrijpend verbouwd. Zo wordt het bordes bij de trappentoren geplaatst. Dit bordes is versierd met o.a. de wapens van o.a. Smullinck en Spieringh. Tevens wordt het huis in twee woongedeeltes opgesplitst.

Anno 2000

Het huis ligt aan de oostzijde van het centrum van Zevenaar aan de Wittenburgstraat. Het gaat verscholen in het groen achter een muur. De op ecologisch gebied vooruitstrevende Jonkheer Huub van Nispen heeft het landgoed in 2012 nagelaten aan de Stichting Jonkheer Huub van Nispen van Sevenaer Memorie.
Bij een bezoekmogelijkheid is te zien dat er nog veel muurwerk uit de zestiende eeuw is overgebleven.

Literatuur

  1. Wapenboek der Ridders van de Duitse Orde, mr. W.J. baron D’Ablaing van Giessenburg,
    C. van Doorn en zoon, ‘s-Gravenhage, 1871.
  2. Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1887.
  3. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1890.
  4. Het Palick-probleem belicht, J. de Groot,
    De Nederlandsche Leeuw, LVI, 1938.
  5. Na honderdvijftig jaar, schetsen uit de Lymers, W. Zondervan e.a.,
    De Walburg Pers, Zutphen, 1966.
  6. Het huis Sevenaer, A.G. van Dalen,
    Uitgeverij “Liemers Lantaern”, Zevenaar, 1970.
  7. Van Selbach , Mr. H.J. Dons,
    De Nederlandsche Leeuw, Jaargang XC, nr. 10/11, kolom 300 , oktober-november 1973.
  8. De burcht Sevenaer, J.G.M. Verhagen,
    In: Zevenaar stad in de Liemers, A.J.M. Akkermans e.a.,
    Walburg Pers, Zutphen, 1986.
  9. Van Oud-Zevenaar naar Nieuw-Zevenaar, J.G.M. Verhagen,
    In: Zevenaar stad in de Liemers, A.J.M. Akkermans e.a.,
    Walburg Pers, Zutphen, 1986.
  10. Heraldiek, bronnen, symbolen en betekenis, Ottfried Neubecker e.a.,
    Atrium, Alphen aan de Rijn, 1988.
  11. Familiewapens, oorsprong en betekenis, Roelof Vennik,
    Wilkerdon, Rotterdam, 1988.
  12. Landgoed Huis Sevenaer, Stichting Jonkheer Huub van Nispen van Sevenaer Memorie.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Donredages nae sunte Dominicus dach, dat was op ten negenden dach der maent van Augustii.