De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Kasteel Hackfort

Anno 1376

Een onverklaarde naam

Noot 1

Ten westen van Vorden ligt aan de weg naar Wichmond het huis Hackfort. Tegenwoordig is dit een statig landhuis aan twee zijden geflankeerd door zware torens. Het is een van de weinige huizen die de tand des tijds heeft doorstaan.
Hackfort wordt voor het eerst als goed genoemd in 1324. Hackfort valt onder de definitie van een kasteel, want van oorsprong is het een versterkt en verdedigbaar huis. Al komt het in de bronnen alleen voor als ‘huis’.

Huis Hackfort, anno 2004.

De naam ‘Hackfort’ is slechts deels herleidbaar. Het laatste deel ‘fort’ betekent ‘voorde’, een doorwaadbare plaats in een rivier(tje). De oorsprong van het eerste deel ‘hack’ is onbekend. Het kan een eigen naam zijn, of afgeleid zijn van ‘hank’, een dode rivierarm. Opvallend is dat het als eigen naam ruim honderd jaar eerder voorkomt dan de eerste vermelding van het goed. In 1216 is er een westfaalse edelman Hermannus de Hacvorde actief en in 1282 een zekere Henricus de Hagvorde.

Een jong kasteel

Noot 2
Fundament van Hackfort, anno 1985.

Het kasteel is niet op een motte gebouwd, zodat Hackfort een relatief jong kasteel is. De vermelding uit 1324 rept nog niet over een kasteel. Tot 1367 melden de bronnen uitsluitend een ‘bouhuis‘, zodat aan te nemen valt dat Hackfort na 1367 is gebouwd.
Uit bronnen kan ook afgeleid worden dat Hackfort aan het eind van de veertiende eeuw is gebouwd, want dan treedt Gerrit I van Hackfort Ψ op als landdrost van Gelre. Het lucratieve ambt van landdrost zal Gerrit I zonder twijfel de financiële middelen verschaffen om een representatieve woning te bouwen. In 1376 ontvangt Gerrit I twee bodes uit Deventer op Hackfort, waaruit blijkt dat hij in staat is belangrijke gasten te ontvangen. Gerrit I is dus vermoedelijk de bouwheer van Hackfort.
Zekerheid over het bestaan van het kasteel komt er in 1392 wanneer er sprake is van ‘dat hues tot Hacforden mit den voirburchte ende veesten ende mit den erve dat daer gelegen is dat geheiten is dat guyt tot hacforden‘. Waarbij met ‘veesten’ de grachten worden bedoeld.
Hackfort is van oorsprong waarschijnlijk een vrijstaande (woon)toren met twee verdiepingen (op de tekening rood gekleurde deel). Deze (woon)toren stamt uit de tweede helft van de veertiende eeuw. Het oudste rechthoekige grondplan meet 7,5 bij 11 meter. De oorspronkelijke (woon)toren ontleedt zijn grote verdedigende kracht vooral aan zijn grachten, die gevuld worden door de nabij gelegen Hackforter Beek. Bovendien maakt de drassige omgeving het vijandige troepen lastig genoeg om het kasteel te benaderen.

De eerste verbouwingen

Noot 3

De (woon)toren kent geen lang bestaan. Al aan het begin van de vijftiende eeuw wordt Hackfort uitgebreid door Jacob III van Hackfort Ψ. Het gebouw wordt in zuidelijke richting verlengd, zodat het huis twee keer zo lang als breed wordt.
Er komt een nieuwe buitenmuur van liefst 1,50 meter dik. De functie van deze extreem dikke muur is onbekend. Op de eerste verdieping is waarschijnlijk een representatieve ruimte gelegen, want hier zijn in de zuidmuur grote ramen aangetroffen.

Hackfort, anno 1718 (tekening Frans Berkhuijs).

Torenspel

Zuidwestelijke toren van Hackfort, anno 2004.
Noot 4

De opvallendste delen van Hackfort zijn de twee zware torens. De noordoostelijke toren heeft een binnendiameter van 5,5 meter en de zuidwestelijke circa 7 meter. De noordoostelijke toren is later met het huis verbonden en heeft overduidelijk ooit vrij gestaan. Bij deze toren zijn fundamenten aangetroffen van een traptoren, zoals bij huis Wisch nog steeds bestaat. Opvallend is dat beide torens op dezelfde afstand van de oude (woon)toren staan. In 1996 heeft archeologisch onderzoek op dezelfde afstand in de noordwestelijke hoek de fundamenten van een derde toren aangetoond. Het bestaan van een vierde toren is niet aangetoond, maar ook niet uitgesloten, want er wordt wel “ondoordringbaar puin” op de vermoede lokatie van de vierde toren aangetroffen. Wanneer de vier, al dan niet denkbeeldige torens met een even denkbeeldige muur worden verbonden wordt de (woon)toren perfect omsloten. Dit leidt tot de conclusie dat de (woon)toren oorspronkelijk door een schildmuur is omgeven.
Datering van de torens is vanwege de verschillende formaten stenen moeilijk. Het kelderniveau van de noordwestelijke toren ligt op hetzelfde niveau als de (woon)toren, maar details in de bouwstijl wijzen op een datering aan het begin van de zestiende eeuw. Het westelijke gedeelte van het kasteel (de ‘achterkant’) is waarschijnlijk gelijktijdig met de torens opgericht.
De bouw van de torens is mogelijk uitgevoerd in opdracht van Hackforts meest illustere bewoner: Berend van Hackfort Ψ. Deze Gelderse legeraanvoerder heeft veel ervaring met het bouwen van vestingwerken. Hij is bijvoorbeeld bouwheer van Schuilenburg.

Een L-vormig huis met voorburcht

RAAP grondonderzoek in 1996.
Noot 5

Berend van Hackfort is ook verantwoordelijk voor de uitbouw in oostelijke richting. Hackfort krijgt door deze nieuwe vleugel een L-vorm, zoals kasteel Vorden die nog steeds heeft. De karakteristieke traptoren in de binnenhoek is in 1841 verdwenen.
Uit grondonderzoek blijkt de gracht om de burcht en voorburcht circa achttien meter breed te zijn. In 1392 is er sprake van een voorburcht. Er zijn in de grond onduidelijke sporen (lichtgroen) gevonden van meerdere gebouwen. Mogelijk zijn hier sporen bij van een verdwenen boerderij.
Na de Middeleeuwen zal Hackfort door beschietingen beschadigd worden, waarna door de eeuwen heen herstelwerkzaamheden en verbouwingen elkaar opvolgen.

De watermolen

Watermolen van Hackfort, anno 2003.
Noot 6

Behalve het kasteel is ook een, buiten het voorplein aan de Hackfortse Beek gelegen, watermolen behouden gebleven. Deze watermolen wordt in 1424 in het testament van Jacob II van Hackfort Ψ genoemd.
Naast deze molen is heeft waarschijnlijk nog een watermolen gestaan, die in de loop der tijden is verdwenen. De ene molen betreft een korenmolen en de andere een oliemolen.
De bewaard gebleven korenmolen is een zogenaamde onderslagmolen, hetgeen inhoudt dat het water het rad aan de onderkant aandrijft. Met behulp van de vijf schutten die bereikbaar zijn via een bruggetje kan de molenaar de waterstand regelen.
De huidige watermolen stamt vermoedelijk uit de achttiende eeuw en is in 1988 tegelijkertijd met het huis gerestaureerd.

Literatuur

  1. G.H.P. Dirkx, Hackfort in het Gelderse landschap, In: Hackfort huis & landgoed, redactie: F. Keverling-Buisman, Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1998, p39.
    G. Verbeek en W.F.M. Ahoud, Het Huis Hackfort en zijn bewoners tot omstreeks 1800, In: Hackfort huis & landgoed, redactie: F. Keverling-Buisman, Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1998, p49.
  2. B. Olde Meierink en J.C. Bierens de Haan, Huis Hackfort, bijgebouwen, park en boerderijen, In: Hackfort huis & landgoed, redactie: F. Keverling-Buisman, Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1998, p76-78.
    “Concluderend kunnen wij stellen dat huis Hackfort in de oudste situatie waarschijnlijk een vrijstaand torenvormig gebouw of woontoren was met twee bouwlagen boven een kelder, het geheel gedekt door een schilddak. Gezien het steenformaat en de muurdikte van 70 tot 80 centimeter is een datering in de veertiende eeuw plausibel.”
    A. Tengbergen en E.J. Tengbergen, De acht kastelen van Vorden, Kleine Monumenten Reeks, De Walburg Pers, Zutphen, 1988, p17.
    G. Verbeek en W.F.M. Ahoud, 1998, p50.
    F.M. Eliëns en J. Harenberg, Middeleeuwse kastelen van Gelderland, Elmar B.V., Rijswijk, 1984, p56.
    G.H.P. Dirkx, 1998, p39.
  3. B. Olde Meierink en J.C. Bierens de Haan, 1998, p78-79.
    “Misschien vreesde men dat het water van de Hackfortse Beek deze muur zou ondermijnen. Het is echter ook mogelijk dat men het voornemen had een muurtrap op te nemen; daarvan zijn echter geen bouwsporen aangetroffen.”
  4. B. Olde Meierink en J.C. Bierens de Haan, 1998, p80, 82, 84.
    “Andere gegevens, zoals de muurdikte en de laatgotische detaillering van de sleutelstukken onder de balken in de zuidwestelijke toren wijzen echter meer in de richting van het begin van de zestiende eeuw.”
  5. B. Olde Meierink en J.C. Bierens de Haan, 1998, p84-86, 106-107.
  6. G. Verbeek en W.F.M. Ahoud, 1998, p50-51.
    B. Olde Meierink en J.C. Bierens de Haan, 1998, p108-110.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende IV des Wonnesdages nae sunte Clemens dach, dat was op ten vierten ende twintigsten dach der maent van Novembri.