Zoeken

Kasteel Ruurlo, anno 2000

Na de middeleeuwen

Vastgoedverzamelaars

Noot 1
Wapen van de heren van Ruurlo.

Na de middeleeuwen blijft het kasteel Ruurlo in handen van de familie Van Heekeren. De bezittingen beperken zich niet tot Ruurlo alleen. De familie verzamelt vastgoed als ware het snoepgoed.
Zo verwerven zij in de loop der eeuwen voor langere of kortere tijd Nettelhorst, Westerholt, Dedingweerd, Diepenbroek, Enghuizen, Barlham, De Cloese, Langen, Brandsenburg, Suideras, Kell, Lichtenberg, Engelenburg, Bingerden, Borculo en De Wiersse. Hetzij door vererving, hetzij door aankoop. Het betreft een grote familie, maar bovenstaande rijtje verklaart wel hun bijnaam ‘de Berkelneven’.

Ruurlo blijft tot 1978 familiebezit, want in dat jaar verkopen de baronnen Jacob Dirk Carel en Louis Gaspard Alexander van Heekeren Ruurlo aan de (toen nog) gelijknamige gemeente.

Ruurlo anno 1743 (tekening De Beijer).

Grootschalige verbouwingen

Noot 2

In de zestiende eeuw wordt het middeleeuwse kasteel Ruurlo verbouwd. De kasteelfunctie gaat verloren, zodat het beter is om van Huis Ruurlo te spreken. Het huis krijgt een L-vorm met een paviljoentoren (een combinatie van een woontoren en een hoektoren) op de buitenhoek. De opdrachtgever is Jacob III van Heekeren Ψ, zoon van Evert II Ψ, die getrouwd is met Sybille van Pallandt Ψ. De buitenkant wordt versierd met ornamenten in de renaissancestijl. De zware toren krijgt zijn huidige uiterlijk in 1572, want dit jaartal prijkt in cijfers op de buitenkant. De linker- en rechtervleugel stammen ook uit deze tijd.
De kleine toren wordt in 1627 gebouwd ter afsluiting van de linkervleugel. Dit past geheel in het modebeeld van toen (en nu!). Een beetje kasteel heeft tenslotte enkele torens, of ze functioneel zijn of niet.

Laatste verbouwing

Achterzijde Huis Ruurlo (anno 2001).
Noot 3

Huis Ruurlo heeft in 1700 al zijn definitieve uiterlijk gekregen. De L-vorm verdwijnt en is in zijn geheel in de nieuwe vierkante vorm opgenomen. Vergeleken met tekeningen uit die tijd zijn de verschillen met het huidige uiterlijk op een hand te tellen.
Het opvallendste verschil is de hoogte van de noordelijke vleugel die oorspronkelijk twee verdiepingen telt. Een ander verschil is de vorm van de ramen, die modegevoelig zijn.
Deze verschillen zullen bij de laatste verbouwing in de negentiende eeuw zijn aangebracht. Er verschijnen trapgevels aan de achterzijde ter verfraaiing. Bovendien komt er in 1879 een oranjerie om de planten te laten overwinteren.

De Tweede Wereldoorlog

Noot 4In de Tweede Wereldoorlog wordt het huis door de Duitsers bezet. In september 1944 verblijven er hoge SS-officieren. Wanneer Canadese troepen de Achterhoek bevrijden raakt Huis Ruurlo beschadigd. Een Canadese granaat slaat een gat in de muur en veroorzaakt brand. Gelukkig wordt de brand in de kiem gesmoord en blijft het huis behouden.
Helaas is wegens vernielingen veel van het originele interieur verloren gegaan. De oranjerie is in het strijdgewoel zo ernstig beschadigd dat deze moet worden afgebroken.

Voorzijde Huis Ruurlo (anno 2001).

Restauratie en een nieuwe bestemming

Noot 5
Dubbele watermolen bij Huis Ruurlo (anno 2001).

In het huis is tegenwoordig de zeventiende eeuw nog steeds herkenbaar aanwezig. De plafonds vertonen nog altijd stucwerk uit deze tijd. Andere bijzonderheden aan de binnenkant zijn enkele deurlijsten en geciseleerde sloten, die afkomstig zijn van huis De Voorst bij Zutphen. Deze bijzonderheden zijn waarschijnlijk op een veiling halverwege de negentiende eeuw door de toenmalige bewoner, Willem Baron van Heekeren van Kell, gekocht.
Na de verkoop aan de gemeente Ruurlo is het huis gerestaureerd, waarna het in 1984 in gebruik is genomen als gemeentehuis. Met de restauratie is de noordelijke vleugel weer tot twee verdiepingen verhoogd.
Tijdens de restauratie zijn muurschilderingen tevoorschijn gekomen, die mogelijk in de achttiende eeuw zijn aangebracht. Saillant detail is dat bij de restauratie van deze muurschilderingen gebruik is gemaakt van boerenkoolbladeren om de bruine wolkerige achtergrond aan te brengen.
De bijbehorende watermolens zijn gelukkig bewaard gebleven en gelijktijdig met het huis gerestaureerd. Het landschappelijke park is vrij toegankelijk en nodigt uit voor een wandeling, waarbij het huis van alle kanten bekeken kan worden. De oranjerie is in 2001 in volle glorie herrezen.
Door de gemeentelijke herindeling is de gemeente Ruurlo per 1 januari 2005 opgegaan in de gemeente Berkelland. Het gemeentehuis is daarbij verplaatst naar Borculo. Een nieuwe bestemming voor het huis is nog niet gevonden.

Literatuur

  1. F.M. Leien en J. Harenberg, Middeleeuwse kastelen van Gelderland, Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk, 1984, p39-40.
    K.J.W. Peeneman, Inventaris van het archief van het Huis Ruurlo 1367-1982, Rijksarchief in Gelderland, Arnhem, 1994, p59-76.
  2. F.M. Leien en J. Harenberg, 1984, p41.
    F.H. Kok, Kasteel Ruurlo, Initiatiefgroep Ruurlo i.s.m. Lochem Druk, Lochem, 1987, p35-36.
    B. de Rijk, De zestiende eeuw – Tussen vesting en residentie, In: 1000 Jaar kastelen in Nederland, redactie H.L. Janssen, J.M.M. Kylstra-Wielinga, B. Olde Meierink, Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1996, p127, 131-132, 138.
  3. F.H. Kok, 1987, p36.
    B. de Rijk, 1996, p132.
  4. F.H. Kok, 1987, p52.
  5. F.H. Kok, 1987, p36, 62-76.
    Gemeente Berkelland.
    Kunstkring Ruurlo.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende IV des Manendages op sunte Methodius dach, dat was op ten vierden ende tienden dach der maent van Februarii.