De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Kasteel Ruurlo

Anno 1326

Het leengoed Roderlo

Noot 1
Wapen van de heren van Ruurlo.

Het kasteel Ruurlo komt in 1326 voor onder de naam Roderlo. Het kasteel is bezit van graaf Reinald I van Gelre Ψ. De ‘hoff te Roderlo” wordt van de graaf in leen gehouden door Steven I van Roderlo (Ruurlo) Ψ.
Ruurlo is geen belangrijk goed, er wordt geen lage of hoge rechtspraak gehouden. Er rusten wel enkele andere heerlijke rechten op zoals jachtrechten, tienden en tijnsen, molenrecht, recht van eendenkooi en duiventil. Ook heeft Ruurlo recht van verschrijving, waardoor de bewoner recht heeft op een plaats in de Ridderschap van het kwartier van Zutphen. In de leenakten wordt Ruurlo een heerlijkheid genoemd. Behoudens het ontbreken van rechtspraak voldoet Ruurlo min of meer aan deze benaming.

Kasteel Ruurlo (anno 2001).

Oorsprong als jachtslot?

Noot 2
Zandstenen wapen van Ruurlo bij de ingang van het kasteel.

De naam is afgeleid van gerooid bos (lo), zodat vermoed kan worden dat het huis oorspronkelijk in het bos is gebouwd. Strategisch gezien is dit vanwege het uitzicht niet handig, zodat de stichting niet van militaire aard zal zijn.
Twee gegevens, bouwplaats en jachtrechten, leiden tot een alternatieve ontstaansgeschiedenis. Het is heel goed mogelijk dat kasteel Ruurlo zijn oorsprong aan de jacht heeft te danken. De jachtrechten van Ruurlo beperken zich tot de Ruurloosche Broek (ook wel ‘s-Heerenbroek of Zieuwent geheten). Dit gebied ligt tussen Ruurlo, Groenlo, Lichtenvoorde en Zelhem.
Ook het heraldische wapen van de heren van Ruurlo wijst in de richting van de jacht. De beschrijving luidt: ‘Van goud, beladen met een springende windhond van sabel, gehalssband van goud’.

Middeleeuwse fundamenten

Kelderverdieping van kasteel Ruurlo.
Noot 3

Ondanks zijn imposante voorkomen heden ten dage, komt het kasteel er in de literatuur bekaaid van af. Hoe het kasteel er in de dagen van Steven I van Roderlo uitziet is niet overgeleverd.
Het oudste deel dat aan de buitenkant te zien is, is de zware zuidwestelijke toren. Het muurwerk van deze toren stamt uit de zestiende eeuw. Of de fundamenten van deze toren ook het oudst zijn valt te bezien.
De kelders bevatten nog altijd middeleeuws muurwerk. Analoog aan kasteel Hackfort kan de eerste bouwvorm best verscholen gaan in de huidige fundamenten. Er zijn geen dateringen bekend, zodat onzekerheid over de eerste verschijningsvorm blijft voortbestaan.
Na de Middeleeuwen veranderd het kasteel drastisch van uiterlijk.

Literatuur

  1. K.J.W. Peeneman, Inventaris van het archief van het Huis Ruurlo 1367-1982, Rijksarchief in Gelderland, Arnhem, 1994, p7, 9.
  2. F.M. Eliëns en J. Harenberg, Middeleeuwse kastelen van Gelderland, Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk, 1984, p41.
    K.J.W. Peeneman, 1994, p9.
    R. Hartemink, Nederlandse Gemeentewapens, Ruurlo.
  3. F.M. Eliëns en J. Harenberg, Rijswijk, 1984, p40.
    F.H. Kok, Kasteel Ruurlo, Initiatiefgroep Ruurlo i.s.m. Lochem Druk, Lochem, 1987, p35.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende IV des Wonnesdages op Maria Lichtmis, dat was op ten tweeden dach der maent van Februarii.