Na de middeleeuwen
De Tachtigjarige Oorlog
De geschiedenis van kasteel Schuilenburg is na de middeleeuwen even onrustig als in de middeleeuwen. De erfgenamen van Berend van Hackfort Ψ (de families Heekeren, Raesfeld en Van Der Horst) vallen over elkaar heen om de Schuilenburg in te pikken. De rechtszaak die volgt, noopt de Gelderse Rekenkamer om alle vorderingen en pandsommen te lossen en het goed in eigen beheer te nemen. Het kasteel zal tot 1797 niet meer in particulier bezit komen.
In 1576 verpandt de kroon van Spanje de Schuilenburg om de onderdrukking van de opstand in de Nederlanden te financieren voor 42.000 pond aan krijgsoverste Christoffel Schenk.
In de Tachtigjarige Oorlog wordt het kasteel op 2 november 1598 ingenomen door Mendoza, na een heldhaftige verdediging door Diederik van Dorth. Niet lang daarna verlaat Mendoza de Achterhoek en moet het kasteel hersteld worden. Er is zo veel vernield dat er een jaar aan getimmerd wordt.
Opnieuw beschadigd
In 1620 verpandt de zoon van Christoffel Schenk, Peter Christoffel Schenk, de Schuilenburg voor zes jaar voor de leuke som van 1.377,50 gulden. In 1626 gebeurt dat opnieuw. Dat betekent niet dat de rust op Schuilenburg terugkeert.
De tweede termijn van zes jaar wordt niet volgemaakt. Op 2 september 1628 verpandt de Gelderse Rekenkamer de Schuilenburg aan Floris van Pallandt, graaf van Culemborg. Veel plezier heeft graaf Floris niet van zijn goed, want een jaar later bezetten Kroatische troepen de Schuilenburg tijdens een inval van Spaanse troepen onder Monteculi en de graaf Van Den Bergh. Van de loden goten worden kogels gemaakt. Als de bezetter verdwenen is, wordt de (water)schade op 30.000 gulden geschat.
Herbouw in 1643
In 1643 besluit de Rekenkamer het kasteel volledig te herstellen. Mogelijk wordt zelfs nieuwbouw gepleegd, waarbij het nieuwe gebouw kleiner uitvalt dan het oude.
Ook het nieuwe of verbouwde kasteel heeft te lijden onder oorlogsgeweld wanneer bisschop Berend van Munster in 1666 de Achterhoek binnenvalt. Deze bisschop, in de Achterhoek beter bekend als “Bomm’n Beernd”, spaart het kasteel niet. Het is de laatste keer dat het kasteel een militaire rol vervult. De familie Van Pallandt blijft in bezit van de Schuilenburg tot 1667. De Rekenkamer wil het pandschap niet verlengen en plaatst het goed in eigen beheer.
De rentmeesterjaren
De Rekenkamer stelt in 1667 een rentmeester aan voor het beheer van de Schuilenburg. De eerste is Hendrik Tengbergen, die vermoedelijk al onder de Van Pallandts rentmeester is geweest. Zijn geslacht zal achtereenvolgens vijf generaties lang het rentmeesterschap behouden.
In 1670 wordt Hendrik opgevolgd door zijn zoon Arnold. Vervolgens komen Hendrik (1720), weduwe Maria van Roosenberg (1726), hun zoon Arnold Justinus (1740) en nog een Hendrik (1794) aan bod. Naast hun rentmeesterschap treden de Tengbergens ook als richters (rechters) over de (onder)horigen op.
Van Schuilenburg naar Schuylenburch
Na de jaren van exploitatie met een positieve balans wordt in 1797 besloten het kasteel openbaar te verkopen. De Staat heeft geld nodig. Het exorbitant rijke paar mr. Francois Pierre Guillaume van Schuylenburch, heer van Bommenede, en Johanna Philippina, barones van Herzeele, kopen het kasteel voor slechts 7.145 gulden. Geen geld voor een ‘stamslot’. De naam Schuilenburg die de baronnen dragen, heeft niets met het goed dat ze gaan bewonen te maken, maar met het huis Schuylenburch in Den Haag (de huidige Duitse ambassade).
Voor 1.992 gulden worden enkele aanpalende gebouwen gekocht. Het paar schaft zich vervolgens nog enkele pachtboerderijen in de buurt aan om iets van de oude luister te herstellen. Het kasteel zelf wordt ook flink onder handen genomen. Zij voeren nog een grote verbouwing door.
In 1849 koopt Johanna Philippina het vlakbij gelegen kasteel Wisch van de erven Nagell voor 85.500 gulden. Beide kastelen zullen in het geslacht Schuylenburch vererven.
In de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog wordt het kasteel met brandbommen in puin geschoten. Het wordt niet meer herbouwd. De restanten worden neergehaald en met het puin worden de wegen in de omgeving hersteld. Zo is het kasteel toch nog door oorlogsgeweld verdwenen.
Anno 2000 zijn er spaarzame resten van Schuilenburg overgebleven. Het toegangshek, muurresten en een klein stenen schuurtje bij het toegangshek getuigen nog van de woelige geschiedenis.
Literatuur
- Historisch Centrum Overijssel, Leenrepertorium, p. 692, 1500 en 2999.
- Armorial Général, J.B. Rietstap,
G.B. van Goor Zonen, Gouda, 1884. - Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
J.B. Wolters, Groningen, 1887. - De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
J.B. Wolters, Groningen, 1890. - Het huis Swanenburg te Gendringen en zijne bezitters, F.A. Hoeffers,
In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XXXIV,
S. Gouda Quint, Arnhem, 1931. - Oud Hellendoorn en Omgeving, A.E. Rientjes,
N.V. Twentsche Courant- en Handelsdrukkerij, Zwolle, 1933. - Eenige mededeelingen over het slot Ulft, Mr. A.P. van Schilfgaarde,
In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XXXIX,
S. Gouda Quint, Arnhem, 1936. - Kasteel en geslacht van Schuilenburg, H.Stam,
De Graafschap-bode, 1961. - Het huis Sevenaer, A.G. van Dalen,
Uitgeverij “Liemers Lantaern”, Zevenaar, 1970. - De havezate Schuilenburg en de Reggevallei, A. Ponsteen,
Stichting Oald Heldern, Hellendoorn, 1982. - 1000 Jaar Gendringen, A.G. van Dalen e.a.,
Thoben Offset, Nijmegen, 1983. - Van Oud-Zevenaar naar Nieuw-Zevenaar, J.G.M. Verhagen,
In: Zevenaar stad in de Liemers, A.J.M. Akkermans e.a.,
Walburg Pers, Zutphen, 1986. - De burcht Sevenaer, J.G.M. Verhagen,
In: Zevenaar stad in de Liemers, A.J.M. Akkermans e.a.,
Walburg Pers, Zutphen, 1986. - Schuilenburg bij Almelo, Arjen J. Kloppenburg, Kastelen in Overijssel.
- Kasteelterrein Schuilenburg, Marcel Tettero.
- Landgoed Schuileburg, Cees Ortelee.
Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Sonnedages na heilige Elisabeth van Hongarije dach, dat was op ten acht ende tienden dach der maent van Novembri.