De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Kasteel Verwolde

Na de middeleeuwen

Na de Middeleeuwen

Gravure van Nicolaas van Geelkercken uit ca. 1600.

Hoe het kasteel er in de middeleeuwen heeft uitgezien is onbekend. Na de wederopbouw door Derck IV van Keppel van Verwolde Ψ wordt kasteel Verwolde in 1583 tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de Spanjaarden ingenomen. Hierbij raakt het kasteel opnieuw beschadigd. Het is dan eigendom van Derk van Haeften Ψ, een zoon (?) van Alart van Haeften Ψ.

De oudst bekende tekening dateert uit 1600 en is gemaakt door Nicolaas van Geelkercken, de bekende kaartentekenaar. Of deze afbeelding van het kasteel accuraat is, is niet bekend. Van het kasteel van Dirk van Haeften is niets overgebleven.

Het Boerenhuis

Tekening van Verwolde door Frans Berkhuys uit 1720.

Frans Berkhuys, berucht vanwege zijn onbetrouwbaarheid, tekent het kasteel opnieuw in 1720. Het is dan een eenvoudig huis, maar nog steeds door de middeleeuwse grachten omgeven. Tot in de achttiende eeuw bestaan er beschrijvingen van een ‘boerenhuis’, dus misschien zit Berkhuys er niet zo ver naast. Aan het eind van de die eeuw neemt de tweede heer uit het geslacht Van Der Borch het kloeke besluit zijn fraaie landgoed van een passend huis te voorzien.

Philip Willem Schonck

Frederik Willem van der Borch neemt niet de eerste de beste architect in de arm, Philip Willem Schonck wordt uitverkoren. Schonck (1735-omstreeks 1823) is opzichter van de Oranje-bezittingen. Eerst in de Baronie van Breda en vervolgens in ‘s-Gravenhage. In 1777 krijgt hij de titel ‘architect van prins Willem V’. Zijn werkzaamheden beperken zich tot onderhoud en verbouwingen, maar hij bemoeit zich ook met het interieur en de tuin. In feite is hij een van de eerste vertegenwoordigers van de landschapsstijl in Nederland.

Verwolde in Lodewijk XVI-stijl

Wapen van de heren van Verwolde.

Na de eerste bespreking in maart 1775 begint Schonck te tekenen. Het huis wordt aan de dan geldende smaak aangepast. In navolging van de Franse koning is dit de Lodewijk XVI-stijl, of neo-classicisme (omstreeks 1775-1800). Na een uitvoerige, gelukkig bewaard gebleven correspondentie kan snel met de bouw worden begonnen. Zo snel dat Van der Borch reeds in december 1776 zijn huis kan betrekken. Het in negen maanden gebouwde huis is dan nog niet klaar, want het moet nog afgewerkt worden. Uit de tekeningen zijn de oorspronkelijke functies van de vertrekken op de begane grond bekend gebleven. Grenzend aan de centrale hal (voorhuys en nevenhuys) zijn de vier hoofdvertrekken geplaatst: antichambre, grote zaal, slaapkamer en eetzaal.
Het rechthoekige huis heeft een ingangspartij van Gildehauser zandsteen. Dit zandsteen vindt men ook terug in andere ornamenten in de voorgevel. Boven de ingang is een driehoekig fronton te zien met daarin de wapens van de families Van Der Borch en Van Rechteren. Uiteraard de wapens van de heer en mevrouw die de opdracht aan Schonck hebben verstrekt. Het dak is bekroond met een eenvoudig dakruitertje met een klok erin.
Uit de bewaarde correspondentie blijkt ook dat Schonck zich intensief bemoeid heeft met de decoratie van het interieur, de meubels en de tuinaanleg.
Rond 1800 wordt onder leiding van de tuinarchitect Johan Philip Posth de formele tuin vervangen door een modieuzere landschapstuin.

Eerste verbouwingen

Huis Verwolde in de 19de eeuw.

Tijdens de negentiende eeuw worden er nauwelijks wijzigingen aangebracht, mede veroorzaakt doordat er slechts ongetrouwde familieleden verblijven. Het duurt tot 1890 voordat de eerste grote verbouwing van start gaat. Baron Van der Borch en zijn echtgenote Van Zuylen van Nyevelt laten een bordes aanbrengen met hun wapens daarin verwerkt. Aan de rechterzijde verschijnt een aanbouw, waarin de diensters de trap konden nemen. Op de foto rechts staat het huis Verwolde, voor de verbouwing uit 1926, waarop het grachtenstelsel om het huis duidelijk te zien is.

J. van Nieukerken en A.J. Jansen

In 1926 wordt door Hugo Poortman de huidige tuin aangelegd, maar daarmee zijn alle plannen van het echtpaar Van der Borch-Voûte nog niet verwezenlijkt.
Ingrijpend is de grote verbouwing uit 1926 onder de leiding van de architecten J.Nieukerken en A.J. Jansen. Om de vele bedienden te herbergen wordt het dak opgehoogd, zodat er meer kamertjes ontstaan. De dakpannen worden vervangen door leien, hetgeen een geheel andere indruk geeft. Het dakruitertje verdwijnt en de aanbouw uit 1890 groeit uit tot een gezichtsbepalende toren in de stijl van het huis. Hierdoor verkrijgt het huis de gewenste kasteelkenmerken. Aan de linkerzijde verschijnt een groot terras, waarvoor een deel van de gracht gedempt moet worden. De vensters krijgen hun oude roedeverdeling terug, de oude T-verdeling verdwijnt.
Bovendien stappen de bewoners de twintigste eeuw in door in huis elektriciteit, stromend water, centrale verwarming en telefoon aan te laten leggen. Zelfs een elektrische lift ontbreekt niet!

Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen

Huis Verwolde, anno 1996.

In 1977 doet de laatste particuliere eigenaar, baron Van der Borch, het bezit van het huis over aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen, met de wens dat het huis een openbare culturele bestemming krijgt. De lage koopsom wordt door een familielid van de baron voor de stichting voldaan.
Sinds 1977 heeft de stichting in eigen beheer voornamelijk onderhoud gepleegd. Vervolgens wordt het ingericht met bruiklenen van particulieren, schenkingen en legaten, als ware het nog bewoond. De in 1926 door Hugo Poortman aangelegde tuin wordt in ere hersteld en sinds 1982 is het huis te bezichtigen.

Literatuur

  1. Wapenboek der Ridders van de Duitse Orde, mr. W.J. baron D’Ablaing van Giessenburg,
    C. van Doorn en zoon, ‘s-Gravenhage, 1871.
  2. Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1887.
  3. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1890.
  4. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  5. Middeleeuwse Kastelen, Paul E. van Reyen,
    C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1965, vierde druk, 1979.
  6. Gemeentewapens, Jaarboek Achterhoek en Liemers, diverse auteurs,
    De Walburg Pers, Zutphen, 1982.
  7. Middeleeuwse kastelen van Gelderland, F.M. Eliëns en J. Harenberg,
    Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk, 1984.
  8. Heraldiek, bronnen, symbolen en betekenis, Ottfried Neubecker e.a.,
    Atrium, Alphen aan de Rijn, 1988.
  9. Kastelen en landhuizen rond Lochem, Jan Harenberg,
    Walburg Pers, Zutphen, 1989.
  10. 1000 jaar kastelen in Nederland, H.L. Janssen, J.M.M. Kylstra-Wielinga, B. Olde Meierink (redactie),
    Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1996.
  11. Kasteel Keppel, Jan Harenberg,
    Vrienden Part. Historische Buitenplaatsen i.s.m. Canaletto/Repro Holland, Alphen a.d. Rijn, 1997.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCIX des Sonnedages op sunte Johannes Bosco dach.