De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Kasteel Welmaring

Anno 1410

In handen van het geslacht Beloe

Huis Welmaring ligt tussen Borculo en Neede. Om preciezer te zijn: daar waar de Bolksbeek van de Berkel aftakt, tussen Berkel en Bolksbeek. In de veertiende eeuw wordt ‘dat guet toe Wenemaryng‘ voor ’t eerst genoemd. Daardoor heet het Eschinc-Oenemaryng. Na de veertiende eeuw wordt gesproken van Wilmaringh. Het is dan een leen van graaf Hendrik III van Dalen Ψ, heer van Diepenheim.

Wapen van de familie Beloe.

Uit leenaktenboeken blijkt dat op 4 juni 1410 ene Gheryt van den Zande afstand doet van zijn bezitting ten behoeve van Dirc I van Beloe. Deze naam kent vele spellingen: in latere tijden Bloo, Blois, Builo, Blou en zelfs Bulo. Allemaal fonetische weergaves voor de naam Beloe, een schrijfwijze die het meest gebruikelijk is en ook het meest in de leenregisters wordt aangetroffen.
Het wapen van het geslacht Beloe bestaat uit twee groene kepers op zilver. De helm is gedekt door een wrong van groen en zilver. Als helmteken dient een uitkomende wolvenkop. Als Dirc I van Beloe in 1443 overlijdt, wordt op 15 april zijn gelijknamige zoon met het goed beleend. Dirc II is dan nog minderjarig. Dirc II trouwt rond 1465 met Stijne Virdach, dochter van Engelbert Andrieszoon Virdach.

Via Stijne erft Dirc II op 6 oktober 1478 het goed Aernynck van haar vader. In een oorkonde uit 1467 komt Dirc II als richter van Borculo voor in naam van Gijsbert VII, heer van Borculo en Bronckhorst Ψ.

Het eind van de eeuw maakt Dirc II niet meer mee. Op 2 oktober 1499 krijgt zijn zoon Engelbert van Beloe het goed als leenvolger. Het wapen van de familie Vierdach bestaat uit drie gouden zonnen, twee boven en één onder, op een rood veld. Dirc II krijgen minimaal nog een zoon die Berndt heet. Daarnaast heeft Dirc II nog twee bastaardkinderen: Joris en Berte.

Welmaring, anno 2001.

Welmaring wordt verdeeld

Welmaring op een kaart van Isaak Tirion (1750).

Engelbert is vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant. Hij trouwt wel met een niet overgeleverde vrouw, die hem mogelijk een zoon Derick baart. Van deze Derick komt enkel in 1512 een keer voor.

Na het overlijden van Engelbert komt zijn broer Berndt op Welmaring. Hij trouwt rond 1515 met Gerrit (Gerharda) Pelden; een dochter van Johan Pelden, bijgenaamd Cloet, en Margriet van Zuylen. Sommige bronnen schrijven Kluijt in plaats van Cloet.
De vader wordt ’tot Huning’ genoemd, hetgeen erop duidt dat er een adellijk huis van die naam bestaat. Het goed Huning ligt waarschijnlijk één kilometer ten zuiden van Rhede in de Westfaalse Kreis Borken. Dit goed komt via zijn vrouw als bruidsschat in de familie Beloe. Berndt en zijn vrouw krijgen zes kinderen, waarvan er twee een naam hebben: de oudste zoon heet Johan en daarna volgen zonen Engelbert en Dirc III en de dochters Christina en Agnes. De erfenis wordt netjes in 1/6 parten verdeeld. Maar geen erfenis zonder gedoe.

Na de Middeleeuwen

Wapen van de familie Vierdach.

Johan van Beloe erft het goed Huning, maar daarvoor staat hij zijn erfdeel van Welmaring af aan zijn broers en zusters. De erfgenamen maken echter voortdurend ruzie, omdat Johan het erfgoed Ter Horst bij Ulft zelf voor 1/6 wil gebruiken. De andere zonen en dochters laten weten dat hij zich tevreden moet stellen met 1/6 deel van de pacht die Ter Horst opbrengt. Johan wil zijn deel gewoon zelf bezitten en vraagt zijn familie dit deel af te stoten. Dit gebeurt tenslotte.

De tweede zoon, Dirc III, erft bij een nieuwe boedelverdeling in 1578 het gehele goed Welmaring. In 1588 komt hij voor als geërfde van Borculo als hij zich als zodanig tot de bisschop van Munster richt. Na de dood van zijn vader wordt Dirc III van Beloe op 23 oktober 1563 als vazal erkent vanwege het bezit van Welmaring. In 1609 komt Dirc III te overlijden.

Een burgermanswoning

Welmaring in Historische Atlas Gelderland.

Welmaring blijft tot 2 december 1657 in handen van het geslacht Beloe. Op die datum verkoopt het inmiddels met schulden beladen Frans Caspar van Beloe het goed aan Adriaen van Boeckholt, burgemeester te Deventer.
Na ruim 250 jaar adellijk familiebezit te zijn geweest komt het goed in ‘burgerlijke’ handen. Hierdoor verliest het langzamerhand zijn adellijke status.
Al is Welmaring sinds 1663 geen edelmanshuis meer, toch blijft de verbasterde naam voortbestaan. Een kaart van Jansonius uit 1640 rept van Bloys. Een eeuw later tekent Isaak Tirion een huis in onder de naam Bloishuis. Hij schaart het dan nog in onder de ‘edele huyzen’. Tot rond 1800 moet er nog een ruïne van het kasteel hebben gestaan. In het in 1903 uitgegeven ‘Geschiedenis van het land van Berkel en Schipbeek’ schrijft meester Heuvel nog over het ‘Jonkeren’, al kan daar ook Bevervoorde mee bedoelt worden. Het achtervoegsel Blois is dan blijkbaar al verdwenen. Men weet alleen nog dat er jonkers hebben gewoond. In 1880 blijkt het kasteel volgens de Historische Atlas nog omringd te zijn geweest door een gracht.

Terug te vinden?

Topografische kaart van gebied waar Welmaring moet liggen.

Anno 2000 wordt Jonkeren, Bloishuis of Bloys niet meer op een kaart vermeld. Na bijna 350 jaar is de naam in de Achterhoek verdwenen. In tegenstelling tot de naamsvermelding op de topografische kaart is het huis zelf niet verdwenen.
Het (moderne) huis is op bijgaand kaartje als zwart gebouwencomplex te vinden iets ten zuiden van boerderij Altena aan de weg van Borculo naar Neede, bij de afslag naar Haarlo. Een oudbewoner vermeldt dat in het voorjaar bij laagstaande zon de grachten nog te zien zijn als flauwe verdiepingen in het weiland.
De oude fundamenten blijken te zijn verdwenen onder een aangebouwde schuur en er rest behalve de naam op het huis niets meer. De oudbewoner weet zich te herinneren dat bij de bouw van de schuur er menige kloostermop naar boven kwam.

Literatuur

  1. Wapenboek der Ridders van de Duitse Orde, mr. W.J. baron D’Ablaing van Giessenburg,
    C. van Doorn en zoon, ‘s-Gravenhage, 1871.
  2. Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1887.
  3. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1890.
  4. Het huis Sinderen in de gemeente Wisch en het adellijke huis Welmaring, Mr. J. Belonje,
    Overdruk uit Archief, Kerstmis, 1953.
  5. De adellijke familie van Beloe tot Welmerink in Neede 1411-1667 – Deel 1, Rob Stokkers,
    Old Nee, Jg. 2020, nr. 91, p. 42-49.
  6. De adellijke familie van Beloe tot Welmerink in Neede 1411-1667 – Deel 2, Rob Stokkers,
    Old Nee, Jg. 2021, nr. 92, p. 30-49.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM des Saterdages op Heilige Bernardinus van Siena dach.