De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Willem III van Bronckhorst (1315-1328)

Heer van Bronckhorst

Bronckhorst plus Batenburg minus Rekem

Kasteel Batenburg in de Betuwe, anno 1999.
Noot 1

Willem III Ψ volgt in 1315 zijn vader Gijsbert IV Ψ als heer van Bronckhorst op. Dat is niet de enige heerlijkheid die hij onder zijn hoede heeft. Door zijn huwelijk met de Batenburgse Johanna Ψ (†28-11-1351) verwerft hij ook de gelijknamige heerlijkheid Batenburg, inclusief kasteel.

Johanna is de ergename van Dirk van Batenburg Ψ en Mechteld Ψ. Hierdoor stijgt het aanzien van de Bronckhorsten aanzienlijk. Kasteel Batenburg is een van de oudste en indrukwekkendste kastelen van Gelderland.
Willem III is de laatste van het geslacht Bronckhorst die in verband met Rekheim wordt genoemd. In 1317 wordt dit goed verkocht aan Gerhard van der Mark. Vermeulen vermoedt dat Willem III Johanna’s zuster Richardis Ψ moet uitkopen en dat hij daarom Rekheim van de hand doet.
Willem III en Johanna krijgen vier kinderen: Catharina Ψ, Gijsbert (V) ΨDirk I van Bronckhorst-Batenburg Ψ en Baldewijn Ψ. Catharina trouwt met Rudolf (V) Ψ, een zoon van Dirk van Sinderen Ψ.

Onroerendgoedperikelen

Noot 2
Wapen van de heren van Bronckhorst.

Rekem is niet het enige bezit dat Willem III en Johanna van de hand doen. Zij verkopen in 1318 allodiaal bezit in Haren en in 1324 verkopen zij het leengoed Hackfort. Het laatste wordt niet aan een willekeurige persoon verkocht, maar aan de eega van een kleindochter. Hackfort blijft wel leengoed van Bronckhorst.

Het eigendomsrecht van kasteel Lichtenvoorde is tijdens Willem III’s bewind nog steeds actueel. Bisschop Lodewijk van Munster heeft zich niet bij de situatie neergelegd en Reinald I Ψ is niet tot een uitspraak gekomen. Niettemin stemt de bisschop er in oktober 1315 mee in dat de uitspraak wordt uitgesteld naar juni 1316, of nog later. Blijkbaar acht de bisschop zijn kansen op het eigendom van Lichtenvoorde niet zo hoog in. Het is de vraag of er in deze zaak ooit een uitspraak is gekomen.

Militaire traditie

Noot 3

Op 23 maart 1321 verklaren Willem III en Johanna dat zij hun ministerialen dezelfde rechten hebben gegeven als de ministerialen van de graaf van Gelre hebben. Gelre dient niet alleen als voorbeeld; Willem III is ook meermalen actief in het Gelderse bestuur. Bijvoorbeeld wanneer de rechten van de stad Zutphen vernieuwd worden, de verpanding van de tol van Lobith aan Zutphen en wanneer hij voor diverse personen als borg optreedt.
Willem III bemoeit zich actief met met de benoeming van zijn broer Jan Ψ tot bisschop van Utrecht. Samen met zijn companen Sweder van Wisch Ψ en Johan van Baer Ψ bezet hij enkele kastelen in Utrecht. Het mag echter niet baten. Jan van Bronckhorst moet zijn meerdere erkennen in Jan van Diest.

In 1328 zijn de inwoners van Luik in opstand gekomen tegen hun bisschop. Deze bisschop is een broer van graaf Reinald II Ψ. De graaf besluit een leger te sturen om zijn broer te helpen. Willem III, die als maarschalk in dienst bij Reinald II is, voert het leger aan. Willem III sneuvelt in de slag bij Hasselt op 25 september 1328.
Zijn oudste zoon Gijsbert V erft Bronckhorst en Dirk I en Baldewijn krijgen samen Batenburg.

Literatuur

  1. GDW I, nr. 174.
    A.P. van Schilfgaarde, De heren en graven van Bronkhorst, In: De Nederlandsche Leeuw, Jg. LXXIV, nr. 3, 1957, kolom 71.
    J.W. Schaap, Het Veluwse adellijke geslacht Van Sinderen, In: De Nederlandsche Leeuw, Jg. LXXXVII, nr. 7, 1970, kolom 183, 186.
    H. Vermeulen, Het geslacht Van Bronckhorst en de boedelscheiding van 26 oktober 1328, In: De Nederlandsche Leeuw, Jg. CXXIII, nr. 3-4, 2006, kolom 114-115, 117, 120.
  2. GDW I, nr.174.
    H. Vermeulen, 2006, kolom 114, 118.
  3. GDW I, nr. 198.
    A.P. van Schilfgaarde, 1957, kolom .
    D. Schwennicke, Europäische Stammtafeln Neue Folge, Band VIII, J.A. Stargadt, Frankfurt, 1980, tafel 82 en 84.
    H. Vermeulen, 2006, kolom 115-117, 119-120.
    R. Blancke, Op: Karel de Grote, reeks 174, nr. 18-19.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCIX een dach nae Heilige Martinus dat was op ten viertienden dach der maent van Aprili.