De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Heren van Keppel (1401-1562)

Huis Polanen (1401-1432)

Huis Heekeren (1432-1516)

Huis Pallandt (1516-1562)

Otto van Polanen van Voorst en Keppel Ψ, 1401-1416

Wapen van de heren van Polanen.

Johanna Ψ, de rijke erfdochter van het huis Van Voorst En Keppel is getrouwd met Otto van Polanen, sinds 1413 heer van Asperen. Zij krijgen twee kinderen: Johan en Kundegonde Ψ. Het geslacht Polanen behoort tot de Hollandse adel.

In 1404 geven zij Keppel stadsrechten. Of ze hier de Duitse keizer in kennen is onbekend; tenslotte heeft deze de zeggenschap dankzij Sweder III Ψ. In 1416 dragen zij hun drie heerlijkheden op aan hun zoon Johan.

Johan van Polanen van Voorst en Keppel, 1416-1432

Johan trouwt met een belangrijke buurvrouw: Catharina van Gemen. Zij is waarschijnlijk een dochter van Hendrik III van Gemen Ψ. Dit huwelijk is niet gezegend met nakomelingen. In 1419 sluit hij een verbond tot onderlinge hulp met zijn vader en andere edelen. Johan noemt zich sinds 1425 vrijheer van Voorst en Keppel, hetgeen zijn opvolgers voortaan ook zullen doen.
In deze moeilijke tijden probeert hij hertog Arnold van Gelre zo goed mogelijk bij te staan in diens strijd tegen de Duitse keizer en Philips ‘de Goede’. Als Johan in 1432 overlijdt, erft zijn zuster Kundegonde alles.

Frederik van Heekeren tot Voorst en Keppel, 1432-1450

Kasteel Rechteren in 1733 van achteren gezien (C. Pronk).
heekerenWapen van de heren van Heekeren.

Frederik van Heekeren, genaamd Rechteren, heer van Rechteren, is een machtig en belangrijk edelman. Zo treedt hij op als ambtman voor Utrecht in Drenthe en Coevorden. Hij is al immens rijk voordat hij Kundegonde van Polanen van Voorst en Keppel huwt. Als Kundegonde’s broer Johan van Polanen sterft, krijgt het huis Rechteren de heerlijkheden Keppel en Voorst ook nog in bezit. Frederik en Kundegonde krijgen vier zonen: Otto Ψ, Sweder, Johan Ψ en Zeger Ψ en één dochter: Sofie Ψ. Omstreeks 1437 overlijdt Kundegonde.
Het enorme bezit is te groot om te overzien en wordt langzamerhand verdeeld. In 1450 wordt de rest onder de vier zonen verdeeld. Sweder krijgt Voorst, Keppel en Asperen, Otto Rechteren en Johan en Zeger moeten het met Rhaan doen. Frederik van Heekeren overlijdt in 1462.

Sweder van Heekeren tot Voorst en Keppel Ψ, 1450-1484

In 1452 hertrouwt Sweder met Elisabeth Ψ, de dochter van Johan van Homoet Ψ. Zij stamt uit een geslacht dat half Wisch heeft geërfd. Zij krijgen twee zonen: Johan en Frederik (VII). In 1457 draagt Johan van Heekeren de heerlijkheid Almelo aan Sweder over, die deze op zijn beurt in 1470 aan zijn broer Otto verkoopt. In 1468 is Asperen overgedragen aan Aernt Pieck van Beesd.
Sweder en Elisabeth stichten vele kerken en kloosters. Na een vroom leven komt Sweder in 1484 te overlijden.

Achterzijde kasteel Keppel, anno 1743 (Jan de Beyer).

Johan van Rechteren Ψ, heer van Voorst en Keppel, 1484-1500

De opvolger van Sweder is zijn zoon Johan. Deze noemt zich kortweg Van Rechteren en laat Heekeren, Voorst en Keppel achterwege. Hij huwt met Agnes van Broeckhuysen Ψ, maar er komen geen kinderen uit dit huwelijk.
Het is de tijd dat Karel van Gelre Ψ zijn hertogshoed op wil eisen. Johan probeert hiervan te profiteren door zo nu en dan van kamp te wisselen. Uiteindelijk zal hij definitief voor Karel van Gelre kiezen. Ook probeert hij tevergeefs de heerlijkheid Almelo terug te krijgen.
In 1500 wordt Johan doodgestoken door een bediende. De moordenaar is een bastaard Van Voorst. Van je familie moet je het maar hebben.

Frederik VII van Rechteren Ψ, heer van Voorst en Keppel, 1500-1516

Kasteel Keppel, anno 2000.

Frederik VII van Rechteren volgt zijn vermoorde broer op als heer van Voorst en Keppel. Hij is getrouwd met Jutta van Aeswyn Ψ. De chaos in Gelre neemt hand over hand toe en net als zijn broer Johan probeert Frederik VII er voordeel uit te putten door tweemaal over te lopen naar het Bourgondische kamp.
De eerste keer gebeurt dat in 1502, wanneer Kleefse soldaten kasteel Keppel hebben ingenomen. Frederik VII wordt hierbij gevangen genomen en wordt verplicht over te lopen. In 1505 belooft Frederik VII de hertog van Gelre alweer trouw en betaalt hij zonder morren de boete; hij is immers rijk genoeg. Als Philips ‘de Schone’ in 1505 Arnhem bezet, loopt Frederik VII opnieuw over. Inmiddels is de Gelderse partij zijn onbetrouwbare houding zat en in opdracht van de hertog bezet de drost van Zutphen het kasteel Keppel. In 1507 verzoent Frederik VII zich met de hertog en nu voorgoed.
Na enkele succesvolle campagnes in het Oversticht vallen Utrechtse troepen in 1510 kasteel Keppel aan. Bij deze belegering zal het kasteel wel beschadigd zijn geraakt, want in 1516 valt Frederik VII tijdens herstelwerkzaamheden van een steiger. Hij laat een weduwe met twee dochtertjes na: Elisabeth Ψ en Frederica Ψ, waarvan de laatste na de dood van Frederik VII wordt geboren.

Johan van Pallandt Ψ, 1516-1562

Wapen van de heren van Pallandt van Keppel.

De plotselinge dood van Frederik VII van Rechteren en het achterblijven van twee jonge dochtertjes geeft Karel van Gelre de kans rigoreus in te grijpen en zich van de lastige heren van Rechteren te ontdoen. Hij regelt dat Frederica met bastaardneef Dirc van Gelder Ψ, heer van Arcen, trouwt. Voor Elisabeth, de oudste dochter, wordt geregeld dat zij op vijftienjarige leeftijd trouwt met Johan van Pallandt, heer van Horst en Issum, een gunsteling van de hertog.
Elisabeths verwanten zijn tegen dit huwelijk zoals Johan zelf schrijft aan Sweder van Kervenheim, proost van Zutphen, die als geheimsecretaris van de hertog dit huwelijk heeft geregeld: ‘tegen wyllen ind consent mijner huesvrouwen frunden‘. Als dank stuurt Johan aan Sweder enkele vette varkens, omdat ‘hij hem an de fraue geholpen had‘.
Johan van Pallandt overlijdt in 1562 en zijn vrouw Elisabeth negen jaar later. De familie Van Pallandt heeft tot heden het kasteel Keppel in bezit.

Literatuur

  1. Wapenboek der Ridders van de Duitse Orde, mr. W.J. baron D’Ablaing van Giessenburg,
    C. van Doorn en zoon, ‘s-Gravenhage, 1871.
  2. Wapenboek van den Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1887.
  3. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren Nederlandschen Adel, J.B. Rietstap,
    J.B. Wolters, Groningen, 1890.
  4. Gelderse kastelen, Evert Zandstra,
    Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1958.
  5. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  6. Middeleeuwse kastelen van Gelderland, F.M. Eliëns en J. Harenberg,
    Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk, 1984.
  7. Kastelen in Oost-Gelderland, Jan Harenberg,
    Walburg Pers, Zutphen, 1993.
  8. Drostambt en schoutambt – De Gelderse ambstorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca. 1200-1543), Jan Kuys,
    Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1994.
  9. 1000 jaar kastelen in Nederland, H.L. Janssen, J.M.M. Kylstra-Wielinga, B. Olde Meierink (redactie),
    Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1996.
  10. Kasteel Keppel, Jan Harenberg,
    Vrienden Part. Historische Buitenplaatsen i.s.m. Canaletto/Repro Holland, Alphen a.d. Rijn, 1997.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Sonnedages op sunte Agnes dach, dat was op ten een ende twintigsten dach der maent van Januarii.