De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Herman II van Lohn (1255-1316)

Graaf van Lohn

Een jonge graaf

Herman II Ψ wordt geboren uit het tweede huwelijk van Herman I van Lohn Ψ met Euphemia van Coeverden Ψ. Hij is nog minderjarig als zijn vader overlijdt. Zijn oom Otto van Lohn Ψ neemt tot zijn meerderjarigheid het bestuur van het graafschap over en zal in de beginjaren van Herman II’s regering Herman II wel bijstaan.

Herman II trouwt met Gertrud Ψ, dochter van Herman van Holte Ψ en Sophie van Ravensberg Ψ. Herman II en Gertrud krijgen twee zonen: Herman Ψ en Wicbold Ψ.

De ontvoering van graaf Engelbert

Op 28 september 1255 bevestigt graaf Herman II nogmaals het leenverdrag van Bredevoort met de graaf van Gelre. Tot ongenoegen van Ludolf III van Steinfurt Ψ, de mede-eigenaar van Bredevoort. Ook de goederen van de heren van Heinsberg (waarschijnlijk de gerichten Varsseveld en Silvolde) zijn in dit verdrag opgenomen. In hetzelfde jaar verkoopt hij de gerichten van Hengelo, Zelhem en Gooi (bij Keijenborg) aan graaf Otto II van Gelre Ψ.
Ludolf III van Steinfurt’s angst voor een oorlog wordt bewaarheid als in 1277 aartsbisschop Siegfried van Keulen tegenover een groot aantal machtige heren staat, waaronder de bisschop van Paderborn en de landgraaf van Hessen. De aartsbisschop wil een herziening van het hertogdom Westfalen doorvoeren tegen de zin van de andere heren. Als graaf Engelbert I van Altena van der Mark Ψ in verband met deze zaak rond 1 november naar het graafschap Tecklenburg reist, wordt hij voor losgeld gevangen genomen door Herman II. Bij deze actie in het belang van Keulen voert Herman II graaf Engelbert I samen met nog enkele edelen naar zijn burcht in Bredevoort, waar graaf Engelbert I op 16 november overlijdt.

Zwaar gestraft

Kasteel Bredevoort in 1606.

De zoon en opvolger van graaf EngelbertI, graaf Eberhard I van der Mark Ψ, valt begin 1278 de burcht te Bredevoort aan. Het gebalsemde lijk van zijn vader wordt meteen uitgeleverd, maar de belegering wordt in alle hevigheid voortgezet. Het kasteel wordt verwoest en de strijd wordt overal in het graafschap Lohn voortgezet.
In juni 1278 komt door bemiddeling van bisschop Everhard van Munster een eind aan de strijd. Daarbij wordt Herman II gestraft voor de ontvoering van graaf Engelbert I. Herman II moet met 300 ridders en knapen vergiffenis vragen aan graaf Eberhard I en verzoeken of hij hem schadeloos mag stellen. Dit alles blootshoofds en barrevoets in een wollen kleed zonder hemd. Deze vernederende situatie is nog niet het ergste. De graaf moet al zijn vrije goederen aan Eberhard I van der Mark opdragen om ze in leen terug te ontvangen. Bovendien moet hij Eberhard I trouw dienen tegen al diens vijanden met uitzondering van de bisschop van Munster en de graaf van Gelre. Hierdoor verliest Herman II zijn onafhankelijkheid.
Bovendien mag hij zijn kasteel niet herbouwen totdat hij een pelgrimstocht naar Palestina heeft ondernomen. Deze zware straf zal mede ingegeven zijn doordat de aartsbisschop Siegfried van Keulen inmiddels geprofiteerd heeft van de actie van Herman II ten nadele van Munster. De aartsbisschop van Keulen betaalt alleen het losgeld dat een van de gevangenen is afgetroggeld terug. Deze buitenproportionele en haatdragende straf is voor Herman II van Lohn onaanvaardbaar en de aanleiding voor jarenlange strijd.
Niettemin is de macht van Herman II danig beperkt. Dat weerhoudt hem er niet van om nog menigmaal hierna als getuige of hoofdpersoon bij belangrijke schenkingen op te treden. Met hulp van de Keulse aartsbisschop weet hij kasteel Bredevoort terug te krijgen.

De burcht Lohn valt

Wapen van de graven van Lohn.

In 1303 trekt de bisschop van Munster weer op naar Bredevoort om Herman II mores te leren. De burcht valt spoedig, waarop de bisschop moedig geworden optrekt naar Lohn. De burcht Lohn houdt het veel langer vol. De belegeraars willen het beleg al staken als hun door verraad ter ore komt dat het voedsel in de burcht op is. Het leger hervat het beleg zodat ook Lohn valt. Herman II van Lohn heeft zijn burcht dan al verlaten, maar wordt gevangen genomen door de burgers van Bocholt die hem uitleveren aan de bisschop van Munster. Herman II koopt zich weer vrij, maar andere problemen dienen zich aan. Er is geen opvolger.

De ondergang van Lohn

De jongste zoon Wicbold heeft vanaf 1303 carrière gemaakt als kanunnik in Munster. In 1307 is hij al domthesaurier geworden en in 1310 domproost. Als zijn oudere broer Herman kinderloos blijft, verlaat Wicbold de geestelijke stand om de dynastie veilig te stellen. Hij neemt zich op 29 januari 1312 voor om te trouwen met Agnes (Nessa) Luf Ψ, de zus van graaf Diederik III Luf van Kleef Ψ. Of het werkelijk tot een huwelijk komt, is onbekend, want op 19 juli van het volgende jaar is Wicbold overleden. Van kinderen is in ieder geval geen sprake.
Tussen 14 april 1315 en 22 februari 1316 overlijdt ook de oudste zoon Herman kinderloos.
Tussen 22 februari en 3 april 1316 sterft Herman II hoogbejaard en een opvolger is er niet. De neven Johan III Ψ en Otto van Ahaus Ψ zijn de erfgenamen. Johan III verkoopt zijn deel op 3 april 1316 voor 950 mark aan de bisschop van Munster en Otto van Ahaus verkoopt zijn deel, waarin de burcht Bredevoort en heerlijkheid Lohn met al haar gerichten, op 8 augustus 1316 voor 600 mark eveneens aan de bisschop van Munster. De graaf van Gelre is het hiermee niet eens en de strijd om Bredevoort ontbrandt.

Literatuur

  1. Alle de XIV boeken van de Geldersse geschiedenissen, Arend van Slichtenhorst,
    Jacob van Biesen, Arnhem, 1659.
  2. De Heeren van de heerschap Wisch uit de Edele Heeren van dien naam, J.D. Wagner en Jhr. Mr. W.G. Feith,
    De Nederlandsche Leeuw, XLIV, 1924.
  3. Bijdrage tot de geschiedenis van de heeren en de heerlijkheid van Wisch, Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven,
    Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XXXIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1930.
  4. Varsseveld, Ds. P. Kuijper,
    In: Bijdragen en Mededelingen deel LVIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1959.
  5. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  6. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  7. Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten, Dinxperlo en Wisch, D.W. Kobes,
    Fa. Gebr. De Boer, Aalten, 1966.
  8. Het graafschap Loon (11de – 14de eeuw), Dr. J. Baerten,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1969.
  9. Het einde van de horigheid in Twente en Oost-Gelderland 1795-1850, P.G. Aalbers,
    De Walburg Pers, Zutphen, 1979.
  10. Bredevoort een heerlijkheid, J.F.Th. de Beukelaer e.a.,
    Stichting 800 jaar veste Bredevoort, Bredevoort, 1988.
  11. Met het oog op Silvolde, H.L.J. Kolks en B.J. Dorresteijn e.a.,
    De IJsselstroom, 1988.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCIX des Saterdages op sunte Damasus dach, dat was op ten elfden dach der maent van Decembri.