De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Meginhard II van Hamaland (86x-881)

Graaf van Hamaland

Onrustige tijden

Noot 1

Na de dood van zijn vader Wichman (II) Ψ rond 860 deelt Meginhard II Ψ de bezittingen met zijn broer Wichman (III) Ψ. Meginhard II krijgt de goederen van moeders kant en blijft in Hamaland. Meginhard II komt mogelijk twee keer in de bronnen voor. In een inschrijving in het verbroederingsboek van Reichenau en als graaf in de kroniek van Regino van Prüm.

Inschrijving in Abdij Reichenau.

Meginhard II volgt zijn vader op in roerige tijden. De splitsing van het Frankische rijk is een feit, maar veel rust geeft dit niet. Het grondgebied van het Middenrijk, naar koning Lothar (II) Ψ Lotharingen genoemd, wordt voortdurend betwist. Hamaland, gelegen langs de grens tussen Oost-Franken en Lotharingen, is grensgebied. Wanneer de kinderloze Lothar II in 869 overlijdt wordt zijn rijk na veel verwikkelingen verdeeld. Na het verdrag van Meersen uit 870 blijft Hamaland tot Oost-Franken behoren.
Dat wil niet zeggen dat Lodewijk II ‘de Duitser’ Ψ nu de baas is. Er zijn nog altijd Vikingplunderaars in het Nederrijnse gebied actief. Mogelijk wordt kort na Meginhard II’s aanstelling Dorestad in de winter van 862/863 definitief verwoest. Rorik I Ψ, de Vikinghoofdman die sinds 850 in dienst is, weet zijn vroegere mede-plunderaars niet altijd te stuiten. In 870 is Rorik I nog steeds in bezit van zijn lenen en waarschijnlijk overlijdt hij voor 876. Met hem sterft de Vikingplaag echter niet!
Ondanks de constante dreiging heeft Meginhard II de tijd om een bruid van voorname afkomst te vinden. De uitverkorene draagt de naam Evesa Ψ. Hij trouwt tussen 860 en 865 met haar en sticht een gezin dat in ieder geval uit twee zonen bestaat: Eberhard I Ψ bijgenaamd ‘Saxo’ en Meginhard III Ψ. Mogelijk is er een oudere zoon, die Wichman zal hebben geheten, jong overleden.

Een geweldadige dood

Noot 2

In 881 is Meginhard II overleden, want in dat jaar wordt zijn aanwezigheid niet meer vermeld bij een belangrijke gebeurtenis. Op deze site wordt aangenomen dat hij geweldadig aan zijn eind komt. Hiervoor zijn twee mogelijkheden.
In de winter van 880 plegen Deense Vikingen in het noorden van Duitsland een inval. Hertog Bruno I van Saksen Ψ trekt op 2 februari met zijn vazallen tegen de Vikingen ten strijde. Onder Bruno I’s vazallen bevindt zich zeker Meginhard II’s broer Wichman (III), zodat het aannemelijk is dat Meginhard II met hem ten strijde trekt.
Het gewapende treffen loopt uit op een drama voor de Saksen. In een wilde slachtpartij sneuvelen vele Saksen. In de literatuur wordt soms Eppendorf (bij Hamburg) als locatie van de slachtpartij genoemd, maar dit wordt in de bronnen niet bevestigd. Twee bisschoppen, twaalf graven en achttien kroonvazallen sneuvelen, waaronder hertog Bruno I en Wichman (III). Mogelijk sneuvelt Meginhard II hier ook. Hij wordt echter niet bij de gesneuvelden vermeld, maar mogelijk is hij later aan zijn verwondingen overleden. Er zijn namelijk ontelbare krijgsgevangenen gemaakt. Niettemin wordt op deze site aangenomen wordt dat hij elders is gesneuveld.

De bezetting van palts Nijmegen

Noot 3

In 878 wordt het ‘Grote Leger’, een verzameling Noormannen onder drie verschillende aanvoerders, in Engeland door koning Alfred van Wessex Ψ, bijgenaamd ‘de Grote’, in hun expansiedrift gestuit. Deze aanvoerders zijn Godfried II ‘de Deen’ Ψ, Siegfried en Sinric.
Gedrieën plunderen het jaar daarop de Vlaamse en Noordfranse kusten. Door de dood van Lodewijk II ‘de Stotteraar’ Ψ ontmoeten zij weinig weerstand. Op 3 augustus 881 worden ze door Lodewijk III Ψ, de zoon van Lodewijk II, bij Saucourt verslagen, zodat zij uitwijken naar het Oostfrankische rijk. Siegfried en Sinric varen richting  Kortrijk en Godfried II ‘de Deen’ voert met zijn leger de Rijn op.
Godfried II ‘de Deen’ is de zoon van Harald III ‘Klak’ Ψ en een neef van Rorik I, vandaar wellicht zijn belangstelling voor het Nederrijnse regio.

Permanent op plundertocht

De Vikingen zijn onder Godfried II’s leiding van tactiek veranderd. De succesvolle ‘hit and run’-methode is verruild voor een landleger dat permanent op plundertocht is. Overwinteren doen ze in een winterkamp in Asselt (bij Roermond), zodat zij een uitvalsbasis hebben om ook ’s winters rooftochten te ondernemen.
De nieuwe tactiek is mogelijk ingegeven door Godfried II’s ambities. Niet geïmponeerd door de (matige) tegenstand die hij in Oostfranken krijgt wil hij een eigen koninkrijk stichten. Godfried II ‘de Deen’ weet nog beter dan Rorik I de keizerlijke (half-)broers tegen elkaar uit te spelen. In 880 varen zijn drakenboten de Rijn op en brandschatten zijn troepen de handelswijk Birthen bij Xanten.
Godfried II ‘de Deen’ bezet kort na de overval op Birthen de palts in Nijmegen! Een daad van ongehoorde omvang. Een keizerlijke palts is in deze tijd nog een gewijde ruimte net als een kerk. Bovendien is een palts het machtssymbool bij uitstek van de heersende keizer. Het idee dat de heidense Viking er verblijft, laat de middeleeuwse wereld op zijn grondvesten schudden. Tot overmaat van ramp richt Godfried II er zijn winterkwartier in met de bedoeling om nog lang in Lotharingen te blijven, want hij laat de palts met een wal en een palissade versterken.
Op deze website wordt aangenomen dat Meginhard II bij de brandschatting van Birthen of Nijmegen is gesneuveld. Beide plaatsen liggen immers vlakbij Hamaland, zodat Meginhard II zich genoodzaakt zal hebben gezien om in te grijpen. Hoe het ook zij, feit is dat Meginhard II in of kort voor 881 is overleden en dat zijn zoon Eberhard I ‘de Saks’ hem opvolgt.

Literatuur

  1. Libr. mem. N.S. Reichenau, dMGH, Antiquitates – Libri memoriales et Necrologia, Nova series (Libri mem. N. S.) – Das Verbrüderungsbuch der Abtei Reichenau, p7*.
    Reginonis abbatis Prumiensis Chronicon cum continuatione Treverensi, dMGH, SS Rer. Germ. 50, p117.
    R. Fruin, Het Graafschap Hamaland en de Brunharingen, De Nederlandsche Leeuw, Jg. XLVIII, nr. 6, 1930, kolom 166.
    A. Wirtz, Die Geschichte des Hamalandes, In: Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein, Verlag L. Schwann, Dusseldorf, 1971, p42-44, 46-47.
    J.M. van Winter, Die Hamaländer Grafen als Angehörige der Reichsaristokratie im 10. Jahrhundert, In: Rheinische Vierteljahrsblätter, Jg. 44, Ludwig Röhrscheid Verlag, Bonn, 1980, p26, 34, 37-38.
    E. Boshof, Königtum und adelige Herrschaftsbildung am Niederrhein im 9. Und 10. Jahrhundert, In: Klever Archiv – Schriftenreihe des Stadtarchives Kleve, Selbstverlag des Stadarchives Kleve, 1983, p11-13, 20.
    H. Verdonk, De familie-inschrijving van Wichman van Elten in het gedenkboek van Reichenau, H. Verdonk, Brochure 6, Lelystad, 1990, p19.
    R.G. Jahn, Die Grafen von Hamaland und Zutphen, Geldrischer Heimatkalender, vol. 1992, 1992, p180.
    H. Halbertsma, Frieslands oudheid, Matrijs, Utrecht, 2000, p103, 209.
    J.M. van Winter, Het (palts)graafschap Zutphen en het Hamalandse gravenhuis, In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XCII, Walburg Druk BV, Zutphen, 2001, p62, 70.
    K. van Vliet, In kringen van kanunniken, Walburg Pers, Zutphen, 2002, p136, 139, 147.
    L. van der Tuuk, Noormannen in de lage landen, Omnidruk, Kampen, 2008, p103-104.
  2. J.M. van Winter, 1980, p36-38.
    R. Schieffer, Die Karolinger, Verlag W. Kohlhammer, Stuttgart, 3 ed., 2000, p176-177, 182.
    K.H. Schreiber, Mittelalterliche Genealogie im Deutschen Reich bis zum Ende der Staufer, Brunonen, Brun
    “In Sachsen wurde unglücklich gegen die Normanne gekämpft; denn die Normannen blieben Sieger und töteten 2 Bischöfe, Theoderich und Markwart, und 12 Grafen: Herzog Brun, den Bruder der Königin, Wigmann, Bardo, einen anderen Bardo, einen dritten Bardo, Thiotheri, Gerich, Luiutolf, Folcwart, Avan, Thiotric, Liuthar, samt allen, welche ihnen folgten.”
  3. Annales Fuldenses sive Annales regni Francorum orientalis, dMGH, SS Rer. Germ. 7, p96.
    E. Boshof, 1983, p13.
    H. Verdonk, 1990, p8.
    K. van Vliet, 2002, p139.
    A. Renoux, Pfalzen und königliche Staatsbildung, In: Orte der Herrschaft – Mittelalterliche Königspfalzen, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2002, p62, 65.
    K.H. Schreiber, Mittelalterliche Genealogie im Deutschen Reich bis zum Ende der Staufer, Königreiche – Frankenreiches – Karolinger, Ludwig III.
    L. van der Tuuk, 2008, p125-126.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I op Tweeden Pinksterendach.