De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Het Heilige Roomse Rijk (737-911)

Het Karolingische huis

Karel Martel Ψ, 737-741

De stamvader van het karolingische huis is Karel Martel. Ook al beschouwd hij zichzelf niet als koning over het Merovingische Rijk, hij is wel de enige die de macht in handen heeft. Geboren als bastaardzoon van Pippin II ‘de Middelste’ Ψ maakt hij het werk van zijn voorvaderen af.

Hij stuurt zendelingen naar de nieuw veroverde gebieden, waaronder Friesland. Die eerste zendelingen zijn Engelsen, omdat zij Saksisch spreken en derhalve geen taalproblemen ondervinden. Eerst zijn zij in het zuiden actief. De IJsselstreek komt pas met Bonifatius, Willibrord, Lebuïnis en Liudger aan bod. De oorzaak van deze late bekering is dat de zendelingen met de Franken optrekken en derhalve door de Saksen die hier wonen, niet met veel vertrouwen tegemoet worden gezien. Zij heulen immers met de vijand.

Nederland ten tijde van Karel Martel.

Maken de zendelingen op religieus gebied een einde aan de Saksische zelfstandigheid, Karel Martel doet dat op politiek terrein.

Karel Martel heeft met de veroveringen van Friesland, Hessen en Thüringen de Saksen omsingeld, zodat zij teruggedreven worden. Hierdoor raken de bewoners van deze streek betrokken bij een reeks veranderingen. Iedere bewoner wordt onderdaan van een gouw en gelovige van een kerk. Tevens worden zij hierdoor deelgenoot van de agrarische revolutie. Niettemin is de strijd tussen de Saksen en Franken hiermee niet beslist.
In 741 verdeelt Karel Martel zijn rijk onder zijn twee zonen, Karlman Ψ en Pippin (III) ‘de Jonge’. Vlak daarna sterft hij en breekt er een opstand uit.

Pippin III ‘de Jonge’ Ψ, 741-768

Pippijn 'de Korte'.

 Karlman en Pippin III ‘de Jonge’ (of ‘de Korte’) vinden het verstandig een Merovingische koning, Childerik III, aan te stellen zonder macht. Aan de gebroederlijke regering komt in 747 aan een eind doordat Karlman het klooster ingaat.
Pas in 751 zet Pippin III de laatste Merovingische koning af om zichzelf tot koning uit te roepen. In datzelfde jaar helpt Pippin III paus Stephanus II de Longobarden te bestrijden, die Rome belegeren. Pippin III verslaat in opeenvolgende expedities in 754 en 756 de Longobarden en verwerft de titel Patricius Romanorum, beschermheer van Rome. Wanneer Pippin III de paus grond schenkt rondom Rome ontstaat Kerkelijke Staat.
In 753 en 758 onderneemt Pippin III veldtochten tegen de Saksen en in 759 tegen Septimanië. Hij onderwerpt in 768 het zelfstandig geworden hertogdom Aquitanië. Door al deze veldtochten groeit het Frankische rijk enorm in oppervlak. Het hoogtepunt is nog niet bereikt, dat gebeurt pas wanneer Pippin III’s zoon Karel I ‘de Grote’ aan de macht komt.

Karel I ‘de Grote’ Ψ, 768-814

Karel 'de Grote'.

Na Pippin III nemen in 768 zijn zonen Karel I en Karlman Ψ het bewind over. Karlman sterft al na drie jaar, waardoor Karel I alleen aan de macht komt. Hij maakt een einde aan de Longobardische staat en kroont zich in 774 met hun ijzeren kroon te Pavia.
Karel I bevestigd de schenking van zijn vader aan de paus, zodat de Kerkelijke Staat zijn definitieve vorm krijgt. Tevens ontstaat er een alliantie tussen de paus en de Frankische koning, gericht tegen de Byzantijnen en Longobarden. Hierna richt Karel I ‘de Grote’ gedurende 32 jaar zijn aandacht op de Saksen.
Uiteindelijk onderwerpen de Saksische aanvoerders Alboin en Widukind Ψ zich en laten zij zich dopen. De daaropvolgende overwinningen op Beieren en de Avaren, maken Karel I’s rijk zo groot als West-Europa.
Voordat de strijd tussen de Saksen en Franken door Karel I ‘de Grote’ beslecht wordt loopt de grens tussen het Frankische Rijk en Saksen ten oosten van de IJssel dwars door de Achterhoek. Mogelijk behoort het latere deel van het bisdom Munster dan tot Saksen. Natuurlijke obstakels, zoals rivieren en moerassen, spelen als grensafbakening een voorname rol.
Pas onder Karel I ‘de Grote wordt Saksen definitief aan het Frankische Rijk toegevoegd en daarmee ook de Achterhoek en de Liemers.
Karel I is niet wraakzuchtig, want hij tekent de bestaande Saksische wetten op en waar deze in gebreke blijven vult hij ze aan met Frankische wetten. Bovendien laat hij plaatselijke machthebbers in hun waarde, maar hij legt hun wel de machtsstructuur van de Franken op. Het veroverde gebied wordt onderverdeeld in gouwen, waarin de plaatselijke machthebbers worden aangesteld als ‘comes’ (graaf), die namens Karel I een of meer graafschappen besturen. Deze heersende klasse zal middels huwelijken spoedig versmelten met de bestaande Frankische adel.
Zonder problemen verloopt dit proces niet, want na Karel I valt het karolingische Rijk al uiteen in meerdere rijken.
Aan het hof te Aken komt de Latijnse literatuur tot grote bloei. De in Engeland geboren Alcuïn is hiervoor verantwoordelijk. Hij sticht tevens diverse scholen in alle grote steden van het rijk.
Met Kerstmis 800 wordt Karel I tot keizer gekroond door paus Leo III. Deze historische gebeurtenis is van groot belang, omdat in de belevingswereld van de middeleeuwse mens er slechts één keizerrijk is. Het zegel van Karel I is voorzien van de tekst Renovatio Romani Imperii, vernieuwing van het Romeinse rijk. Na zijn kroning tot keizer wordt dit het Heilige Romeinse Rijk, de voertaal is Latijn en tot in de negentiende eeuw zullen de heersers zich tooien met Imp. Rom. (Imperator Romanorum).
In 808 breekt een oorlog uit met de Deense koning Godfried I van Westfold Ψ, die de Saksen steunt tijdens hun opstand, zodat Noord-Europa ook op de kaart staat. Van de toekomstige invallen der Noormannen zullen de Franken veel last krijgen.
Pas in 811 wordt de vrede met Hemming Ψ, opvolger en neef van Godfried I, gesloten. De noordgrens van het Frankische rijk wordt vastgelegd bij de rivier de Eider. Wichman I Ψ, grootvader van graaf Wichman (II) van Hamaland Ψ, treedt hierbij op als afgezant van Karel I. Mogelijk treedt ook Meginhard I Ψ als onderhandelaar op. In de afbeelding hieronder is het Frankische rijk van Karel I ‘de Grote’ blauw en zijn de onrustige gebieden paars.
Karel I ‘de Grote’ trouwt tijdens zijn leven enkele malen en hij heeft bij bijna al zijn echtgenotes kinderen gekregen. Zijn huwelijk met Hildegard Ψ, dochter van graaf Gerold I van Kraichgouw Ψ en Imma van Lahngouw Ψ brengt de oudste zonen en erfgenamen voort. In 814 overlijdt Karel I, waarna zijn zoon Lodewijk (I) hem als keizer opvolgt.

Frankische rijk rond 800.

Lodewijk I ‘de Vrome’ Ψ, 814-840

Keizer Ludovicus of Louis, beter bekend als Lodewijk (I) ‘de Vrome’, volgt Karel I ‘de Grote’ op. Hij trouwt twee maal. Eerst in 794 met Irmingard van Haspengouw Ψ bij wie hij drie zonen krijgt. Op een rijksdag in Aken in 817 verdeelt hij onder zijn zonen het immense Frankische rijk in drie gelijkwaardige delen. Zijn jongste zoon , Lodewijk (II) (Ludwig of Louis), krijgt Beieren. Vandaar zijn, later toegekende, bijnaam: Lodewijk II ‘de Duitser’. De middelste, Pippin Ψ krijgt Aquitanië. De oudste zoon, Lothar (I) Ψ (Lotharius), wordt mederegent en medekeizer over het gehele rijk.
Deze regeling valt niet bij iedereen in goede aarde. Bernard Ψ, zoon van Lodewijk I’s broer Pippin van Italië Ψ en koning van de Italiaanse provincies, komt in opstand en wordt verslagen. Lothar I krijgt Italië erbij. Het Frankische rijk wordt er niet overzichtelijker op.
De tweede maal trouwt Lodewijk I in 819 op latere leeftijd met Judith Ψ, dochter van Welf van Argengouw Ψ, bij wie hij nog een zoon verwekt, Karel (II) Ψ, die bekend zal worden als ‘de Kale’. In 829 creëert keizer Lodewijk I een nieuw koninkrijk, Alemannië, voor zijn dan zesjarige zoontje. Pippin van Aquitanië Ψ en Lothar I worden boos op deze inbreuk op hun eerste geboorterecht en rukken met hun legers op tegen hun vader. Deze wordt gesteund door zijn zoon Lodewijk II ‘de Duitser’. De keizer wint en Lothar I is medekeizer af. Hij blijft wel koning van Italië.
Enkele jaren later worden de geschillen tussen de drie oudste zonen bijgelegd. Samen voeren ze oorlog tegen hun vader en jongere halfbroertje. Paus Gregorius treedt op als bemiddelaar, maar zijn gedrag doet de edelen overlopen naar de drie broers, hetgeen ook de bedoeling van de paus is. In de veldslag die volgt, wordt keizer Lodewijk I verslagen en afgezet. Niet voor lang, want de broers zijn het al snel weer oneens en enkele jaren later komt Lodewijk I wederom op de troon.
Pippin van Aquitanië sterft intussen en zijn beide zoons erven niets. Het koninkrijk van Lodewijk II ‘de Duitser’ wordt ingekrompen tot Beieren. De rest van het Frankische rijk wordt verdeeld tussen Lothar I en Karel II.
In 837 worden onderhandelingen begonnen om het rijksgebied in drie zelfstandige koninkrijken op te delen: West-Franken, Oost-Franken en het Middenrijk. Voordat het akkoord definitief tot een goed einde wordt gebracht overlijdt in 840 na een turbulent familieleven keizer Lodewijk I ‘de Vrome’.

nederland ix

Lodewijk II ‘de Duitser’ Ψ, 840-876

Noot 1

De karolingische draad wordt gevolgd naar Oost-Franken, omdat De Graafschap volgens het verdrag van Verdun uit 843 bij dit koninkrijk hoort.
Lodewijk II volgt zijn vader Lodewijk I op als koning van Beieren. Hij trouwt met Hemma Ψ, een zuster van zijn stiefmoeder Judith. Het paar krijgt zeven kinderen. Drie zonen: Karlman Ψ, Lodewijk III ‘de Jongere’ Ψ en Karel III ‘de Dikke’ en vier dochters. De geschiedenis blijft zich te herhalen. Opnieuw strijden de broers onderling en met hun ooms in het Middenrijk en West-Franken om de zeggenschap.
Na de slag bij Fontenoy weet Lodewijk II zijn koninkrijk uit te breiden met Saksen, Oost-Franken, Alemannië en Thuringen. Een enorme gebiedstoename. In 867 weet hij daar ook nog de Elzas aan toe te voegen in ruil voor de erkenning van Lothar II’s bastaardzoon Hugo (II) van Elzas Ψ. Daarna profiteert Lodewijk II van de chaos in het Middenrijk, wanneer Lothar II van Lotharingen Ψ zonder wettige erfgenaam sterft.
In 858 valt Lodewijk II onverrichterzake het west-Frankische rijk van Karel II ‘de Kale’ binnen. Het is de eerste van Duits-Franse oorlogen, die in bijna iedere eeuw zullen opduiken. In 864 weet hij in het zuidoosten van zijn rijk eindelijk de Moraviërs te onderwerpen. In 869 laat Lodewijk II zich als koning van Lotharingen huldigen. De Lotharingse kwestie lijkt opgelost te worden met het verdrag van Meersen in 870. Niets is minder waar. In 876 probeert Karel II ‘de Kale’ opnieuw Lotharingen aan zijn rijk toe te voegen. Lodewijk II is dan te oud om in het strijdperk te treden en zijn zoon Lodewijk III ‘de Jongere’ neemt de honneurs waar. Bij Andernach wordt Karel II verpletterend verslagen. Lotharingen wordt definitief aan het oost-Frankische rijk toegevoegd. In datzelfde jaar komt Lodewijk II te overlijden.

Karel III ‘de Dikke’ Ψ, 876-887

Noot 2

De drie zonen van Lodewijk II ‘de Duitser’ worden in 876 koning. Karlman in Beieren, Lodewijk III in Saksen en Karel III in Zwaben. Karel III ‘de Dikke’ profiteert vervolgens van het vroege overlijden van beide broers. Karlman van Beieren overlijdt al in 880, waarbij hij een volwassen bastaardzoon, Arnulf geheten, achterlaat. Arnulf krijgt uit de erfenis het markgraafschap Karinthië toebedeeld. Lodewijk III ‘de Jongere’ overlijdt twee jaar later en laat alleen een dochter na. Karel III heeft het rijk alleen.
In 880 wordt Karel III tot keizer verheven. Tijdens zijn bewind wordt het grootste deel van het Frankische rijk weer één geheel. Karel III ‘de Dikke’ komt in de problemen wanneer hij uitzichtloze veldtochten naar Bohemen en Italië uitvoert, terwijl Vikingen de Rijn, Schelde, Seine en Maas op- en afvaren. Er wordt in 885 alleen met Godfried II ‘de Deen’ Ψ afgerekend, niet door inzet van het leger, maar door een aanslag. Bovendien heeft Karel III te kampen met een slechte gezondheid.
In 887 zijn de keurvorsten zijn bewind zat en wordt Karel III gedwongen zijn keizerskroon af te zetten. Hierna gaan het oost-Frankische, west-Frankische rijk en Italië ieder huns weegs en kiezen een eigen regent. Arnulf van Karinthië wordt in Oost-Franken tot koning verheven.
Vlak daarna overlijdt Karel III op 13 januari 888. Ook hij laat alleen een bastaardzoon achter, Bernard Ψ geheten. Deze overlijdt al in zijn tienerjaren en kan de dynastie niet voortzetten.

Arnulf van Karinthië Ψ, 887-899

Arnulf van Karinthië is de zoon van Karlman van Beieren en een neef van Karel III ‘de Dikke’. In 887 volgt hij Karel III als koning van Oost-Franken op. Het door Karel III verenigde Frankische rijk valt definitief uiteen. Arnulf heeft geen ambitie (of macht?) om in het gehele Frankische rijk zich als koning te laten erkennen. Arnulf beschouwd zichzelf meer als opvolger van zijn grootvader Lodewijk II ‘de Duitser’. Arnulfs inmenging in het koninkrijk Lotharingen valt dan ook in dit licht te bezien.
In 888 weet hij zijn macht in Lotharingen ten gelde te maken, waar hij in 895 zijn bastaardzoon Zwentibold op de troon zet. In 892 weet Arnulf de Vikingen in Leuven te verslaan, na aanvankelijk een nederlaag bij Meerssen te hebben geleden. De Vikingen opereren hierbij als landleger, mogelijk ten gevolge van de burgenbouw aan de grote rivieren, hebben zij hun boten verlaten.
Arnulf weet spoedig de zelfverklaarde koningen Berengar I in Italië Ψ, Odo in West-Franken Ψ en Rudolf I in Hoog-Bourgondië Ψ met een leenverhouding aan zich te binden. Vervolgens weet hij in 894 de Italiaanse troon te veroveren, waarna hij in met een tweede veldtocht in 896 Rome verovert en als keizer wordt erkend.
Ook Arnulf kent opvolgingsproblemen. In 889 vraagt hij op een rijkslanddag in Forchheim de verzamelde rijksgroten zijn beide bastaardzonen, Zwentibold en Ratold Ψ, als eventuele opvolgers in Oost-Franken te erkennen. Het komt tot een compromis. Er volgt erkenning, maar de verzamelde heren wensen wel mee te regeren.
In de vete tussen de Babenbergers en Konradijnen kiest Arnulf partij voor de Konradijnen. Hij gaat een huwelijk aan met de achttien jaar jongere Konradijnse Oda Ψ, dochter van graaf Berengar van Hessengouw Ψ. Bij haar krijgt Arnulf alsnog de vurig gewenste opvolger: Lodewijk (IV) ‘het Kind’. Toch komt de dynastie in problemen wanneer Arnulf zes jaar later overlijdt en zijn wettige erfopvolger minderjarig achterblijft.

Lodewijk IV ‘het Kind’ Ψ, 900-911

Op zesjarige leeftijd wordt Lodewijk IV ‘het Kind’ op 4 februari 900 tot koning van Oost-Franken gekroond. In maart wordt hij tot koning van Lotharingen gekroond, ten faveure van de Zwentibold. Het moge duidelijk zijn dat Lodewijk IV een speelbal is van de machtige adellijke families, de Konradijnen voorop.
Veel kans om zich als heerser te ontplooien is Lodewijk IV niet vergund. Hij wordt maar achttien jaar oud, zodat zijn bijnaam “het kind’ voor de hand ligt.
Lodewijk IV is de laatste Duitse koning uit het huis van Karel I ‘de Grote’. De Konradijn Koenraad (I) Ψ treedt als koning naar voren, maar na hem zal het Saksische huis zijn opwachting maken. Het karolingische rijk is ten einde, het Heilige Rooms Rijk wacht, maar het karolingische bloed zal nog lang een belangrijke rol spelen in de Europese adelshuizen.

Literatuur

  1. E. Hlawitschka, Lotharingien und das Reich an der Schwelle der deutschen Geschichte, Schriften der Monumenta Germaniae historica, Band 21, Anton Hiersemann, Stuttgart, 1968, p26-64.
  2. E. Hlawitschka, 1968, p65-84.
  3. Grote Historische Schoolatlas, J.W. Berkelbach v.d. Sprenkel et al.,
    W.E.J. Tjeenk-Willink N.V., Zwolle, 1941.
  4. Nijhoffs Geschiedenislexicon Nederland en België, H.W.J. Volmuller e.a.,
    Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage, 1981.
  5. Pagus und Comitatus in Niederlothringen, Ulrich Nonn,
    Ludwig Röhrscheid Verlag, Bonn, 1983.
  6. Die Welfen – Herrschaft und Erinnerung (819-1252), Bernd Schneidmüller,
    Verlag W. Kohlhammer, Stuttgart, 2000.
  7. Die Germanen, Legende und wirklichkeit von A-Z, Hannsferdinand Döbler,
    Orbis Verlag, Munchen, 2000.
  8. Atlas van middeleeuws Europa, Angus Konstam,
    Atrium, Alphen aan den Rijn, 2001.
    In kringen van kanunniken, Kaj van Vliet,
    Walburg Pers, Zutphen, 2002.
  9. Mittelalterliche Genealogie im Deutschen Reich bis zum Ende der Staufer, Karl-Heinz Schreiber.
  10. Genealogie der Franken, Karl-Heinz Schreiber.
  11. Kurfürsten, Sven Bockisch.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCVIII des Dingxdages op Heilige Lodewijk dach, dat was op ten vijfden ende twintigsten dach der maent van Augusti.