De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Gerard III van Gelre (1129-1133)

Graaf van Betuwe, Duffelgouw, Hettergouw, Teisterbant, Veluwe en Zuid-Hamaland

Ontstaan van Gelre

Noot 1

De opvolger van Gerhard II ‘de Lange’ Ψ in Zuid-Hamaland is Gerard III Ψ. Gerard III wordt tussen tussen 1090 en 1095 geboren. Nu Wassenberg als bruidsschat aan zijn zuster Jutta (Judith) Ψ is meegegeven kan Gerard III zich alleen nog naar het stamslot Gelder vernoemen.

Hij volgt zijn vader op in al diens graafschappen: Betuwe, Duffelgouw, Hettergouw, Teisterbant, Veluwe en Zuid-Hamaland. Dit is al voor een groot deel de omvang van het latere Gelre, maar door een slim huwelijk wordt er nog een belangrijk deel toegevoegd. Dan is pas de herrijzenis van Hamaland, bijna een eeuw na de ondergang, niet enkel volledig, maar wordt deze ruimschoots overtroffen: Gelre verrijst.

Een politiek huwelijk

Noot 2

Gerard III vindt een goede partij in zijn buurvrouw Ermgard van Zutphen Ψ. Zij trouwen tussen 1114 en 1117. Ermgard is erfgenaam van het graafschap Zutphen; in feite het noordelijke deel van Hamaland. Het graafschap Zutphen is zo belangrijk dat het vrijwel altijd als aparte titel door de graven van Gelre wordt vermeld; graaf van Gelre en Zutphen. Gerard III tooit zich nog niet met de twee titels, die komt pas bij het overlijden van Ermgard bij hun zoon Hendrik (II) terecht. Gerard III heeft niet lang plezier van zijn twee gravelijke bezittingen. Vermoedelijk is hij al in de loop van 1133 overleden.
Tussen 1128 en 1131 schenkt Gerard III, met uitdrukkelijke toestemming van zijn vrouw Ermgard en hun zoon Hendrik (II), de kapel van Ellecom aan de Sint-Walburgiskerk te Zutphen. Dit bezit zal uit de Hamalandse erfenis van Zutphen zijn gekomen.

Literatuur

  1. R.G. Jahn, De genealogie van de voogden, graven en hertogen van Gelre, In: Hertogdom Gelre, deel 1, 2001.
    H. Verdonk, De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey, In: De Nederlandsche Leeuw, Jg. CXX, nr. 3-4, 2003, kolom 105.
    H. Verdonk, Graf Gerhard der Lange von Geldern , In: Genealogie, heft 11, nr. 12, 2004, p347.
    H. Verdonk, Graaf Gerard ‘de Lange’ van Gelre, Bijdragen en Mededelingen, deel XCVI, Vereniging Gelre, Arnhem, 2005, p59.
  2. OGZ, nr. 246.
    R. Fruin, Over de graven van Zutphen vòòr 1190, De Nederlandsche Leeuw, XLI, 1923, kolom 311.
    J. de Groot, Jaarlijkse vergadering, De Nederlandsche Leeuw, LIV, 1936, kolom 264.
    A.K. Hömberg, Geschichte der Comitate des Werler Grafenhauses, Westfälische Zeitschrift, Munster, 1950, Stammtafel 2.
    J. Prinz, Das Territorium des Bistums Osnabrück, Wenner , Osnabruck, 1973, p95.
    W. Ehbrecht, Landesherrschaft und Klosterwesen im Ostfriesischen Fivelgo, Aschendorfsche Verlagsbuchhandlung, Munster, 1974, Abb. 12.
    D. Schwennicke, Europäischen Stammtafeln – Familien des Alten Lotharingen I, Verlag von J.A. Stargardt, 1978.
    R.G. Jahn, Die Grafen von Hamaland und Zutphen, Heimatkalender, 1992.
    H. Verdonk, De graven van Gelre en de Zutphense erfenis, Brochure 8, Lelystad, 1994.
    R.G. Jahn, 2001.
    J.M. van Winter, Otto de Rijke van Zutphen (ca. 1050-1113) , Bijdragen en Mededelingen Gelre XCIII, Arnhem, 2002, p34-35.
    H. Verdonk, 2003, kolom 105.
    H. Verdonk, 2004, p347.
    H. Verdonk, 2005, p59.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MCM ende XCVIII des Vrydages op Heilige Augustinus dach.