De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Helmen

Deel 1: Spangenhelm, bekkeneel, heaume, en bascinet

De spangenhelm

Spangenhelm uit de 6de eeuw.

Voor de elfde eeuw kent de helm slechts één uitvoering; de zogenaamde spangenhelm. Deze helm is van Byzantijns-Oosterse herkomst. Hij bestaat uit een samenstelling van vier of zes aan de bovenkant verbonden repen metaal, spangen genaamd. In het begin wordt brons gebruikt; in latere tijden ijzer. Aan de onderzijde zijn de spangen verbonden met een hoofd omvattende brede band. De ruimte tussen de spangen wordt met vier of zes platen van leer of hoorn opgevuld, maar later worden hier vrijwel alleen ijzeren platen voor gebruikt.

Deze samengestelde constructie is uit nood geboren, omdat in het begin van de Middeleeuwen een helm uit één ijzeren plaat nog onoverkomelijke technische problemen geeft. Ter bescherming van de wangen worden twee afzonderlijke wangplaten aangebracht.
De spangenhelm is een kostbaar bezit en zal in de vroege Middeleeuwen slechts door aanzienlijke personen worden gedragen. Niettemin krijgt dit type helm grote navolging in Europa door de volksverhuizing. In de Karolingische periode (achtste en negende eeuw) en de vroeg Ottoonse periode (tiende eeuw) krijgt dit type helm een ruimere toepassing en blijft het tot in de elfde eeuw in zwang. Latere exemplaren worden steeds conischer van vorm en verworden tot een soort puntmuts. Door de loze ruimte tussen de schedel en de punt van de helm is de drager minder kwetsbaar.

De spits-conische helm

Spits-conische helm.

Het belangrijkste helmtype voor de ontwikkeling van de middeleeuwse helm is de spits-conische of Noormannenhelm. Deze bevat meestal een neusband (Frans: ‘bretèche’); een strook ijzer om de neus te beschermen. De helm wordt in eerste instantie uit twee helften samengesteld en met klinknagels aan elkaar gezet. Al spoedig is de vaardigheid van de wapensmeden zo toegenomen dat ze de helm uit één ijzerplaat weten te maken. Hierdoor wordt de helm veel sterker en dit zal mede een oorzaak zijn voor de populariteit van de helm. Door de hoge spits is de ruimte tussen hoofd en helm nog groter zodat de drager nog beter beschermd is tegen zware klappen van boven.
Ten onrechte wordt deze helm Noormannenhelm genoemd, hoewel dit type helm bij de Noormannen favoriet is. Uit onder andere het tapijt van Bayeux blijkt dat andere volken deze helm ook dragen. Onduidelijk is of de dominante rol die de Noormannen in die tijd in de strijd hebben, zorg draagt voor de verspreiding van dit helmtype of dat dit helmtype een logisch voortvloeisel is van de spangenhelm. Zeker is in ieder geval dat deze helm over heel Europa voorkomt en dat het de voorloper is van alle toekomstige helmen.

Het bekkeneel

Tegen het eind van de twaalfde eeuw ontwikkelt zich uit de spits-conische helm het bekkeneel. In Duitsland heet de helm ‘Hirnhaube’ en in Frankrijk ‘cervelière’. Het bekkeneel bestaat uit een halfronde, uit één plaat gevormde kap. Ter bescherming van hals en wangen worden aan de rand van deze helm maliën gehangen; de ‘camail’ genoemd. Dit helmtype is zeer eenvoudig te construeren, zodat dit type tot in de veertiende eeuw wordt gemaakt. Hierdoor kunnen grote aantallen krijgslieden van een helm worden voorzien tegen geringe kosten. Het is geen sterke helm, zodat relatief duurdere krijgslieden, zoals de ridder, hem niet dragen.

Slechts maliën

In de twaalfde en dertiende eeuw komt het veelvuldig voor dat helemaal geen helm wordt gedragen. Veelal tooit de strijder zich dan alleen met maliën. Voor het hoofd heeft hij dan alleen de camail ter bescherming. Overbodig om te melden dat alleen maliën op het hoofd minder goed beschermen, maar het comfort telt ook mee en de kosten zijn stukken beter te dragen.

De heaume

Heaume van een kruisvaarder, begin 13de eeuw.
Conische heaume uit ca. 1370.

In het begin van de dertiende eeuw ontwikkelt zich een nieuw type helm, de ‘heaume’. Vooral bij kruisvaarders is dit type populair. De kijkspleet wordt als een kruis uitgevoerd om de heilige zaak nog eens te benadrukken.
Dit type kent diverse vormen. Het wordt gemaakt als een omgekeerde ketel. Een bodemplaat met daaraan geklonken of gesmeed een wand die het hoofd volledig omsluit. Om nog iets te zien is er een kijkspleet aangebracht. Latere types krijgen ter hoogte van de mond en neus gaten voor verse lucht. Dit type helm wordt vooral door ridders gedragen. Vanwege de zwaarte wordt hij buiten het gevecht aan het zadel gehangen. Voor het voetvolk zou dit onnodige kilo’s opleveren met een beperkt gezichtsvermogen in de strijd.
Aan het eind van de veertiende eeuw gaat de ‘ketel’ iets conisch toelopen voor een betere pasvorm en om slagen van bovenaf af te laten glijden.

De bascinet

Bascinet met bout om een klapvizier te bevestigen, ca. 1370.

Als in de loop van de veertiende eeuw de aanvalswapens hanteerbaarder en zwaarder uitgevoerd worden, ontstaat als antwoord op deze ontwikkeling de bascinet. Bij dit helmtype wordt voor ’t eerst de wang- en nekbescherming toegepast. Door de zijkanten en achterkant naar beneden te verlengen ontstaat de helm die men van ridderafbeeldingen wel kent. Het gezicht wordt nog steeds beschermd door de camail. Dit type helm kent ook weer de neusband. Deze helm blijkt nog niet de totale bescherming te bieden die ervan verwacht wordt, want in ridderroman Walewein (ontstaan rond 1200 en veel later voltooid) wordt geschreven:
‘Ende cloofde hem helm ende neusbant,en sloecht hem in al toten tanden.’

Het aangezicht blijft dus kwetsbaar. Daarom duurt het niet lang voor de eerste vizierhelmen op de markt verschijnen.

Literatuur

  1. Ancient armour & weapons, John Hewitt,
    Bracken Books, London, 1855 (1996).
  2. Waffen und Rüstungen, Vesey Norman,
    Parkland Verlag, Stuttgart, 1977.
  3. Middeleeuws Wapentuig, Drs. R.B.F. van der Sloot,
    C.A.J. van Dishoeck, Bussum,1964.
  4. Over hellebaarden donderbussen en huurlingen, J.H.W. Koch,
    Elsevier, Amsterdam, 1980.
  5. Knights, Andrea Hopkins,
    Grange Books, London, 1990.
  6. Knight, Christopher Gravett,
    Dorling Kindersley, London, 1993.
  7. The medieval knight at war, Brooks Robards,
    Tiger Books International, London, 1997.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM des Saterdages op Heilige Catharina van Siena dach.