De Graafschap in de Middeleeuwen

Search

Gerhard II van Lohn (1110-1152)

Graaf van Lohn

Van heer tot graaf

Wapen van de graven van Lohn.

De naam van de moeder van Gerhard II van Lohn Ψ is onbekend, maar de vader van Gerhard II is Godschalk I van Lohn Ψ. Tussen 1107 en 1110 volgt hij zijn vader als heer van Lohn op. Gerhard II zal vernoemd zijn naar zijn grootvader, Gerhard I Ψ.

Gerhard II heeft drie broers;  Godschalk van Varsseveld Ψ, Alard van Wesenthorst Ψ en Wennemar van Didam Ψ. Het is de tijd dat de landsheren zich vernoemen naar het goed dat ze bewonen. Het gebied is groot genoeg voor de broers om samen de goederen te beheren zonder elkaar in de weg te zitten.
Gerhard II is de eerste van dit geslacht die graaf wordt genoemd. Dit gebeurt voor het eerst in 1138. Vanaf 1138 is Lohn een graafschap.

Goederen ruilen

Zegel van de graven van Lohn.

Tussen 1138 en 1139 stemt Gerhard II toe in een ruil van goederen tussen zijn broer Godschalk (Godescalcus de Versnevelde) en de kanunniken van de Mariakerk in Rees. Als graaf van Lohn is Gerhard II bij iedere transactie die het graafschap betreft betrokken.
Gerhard II stemt toe in de ruil van anderhalve hoeve te Mehla (Megchelen, zuidelijk van Gendringen) met alles wat daarbij hoort, Smithacker, de weide Medewurth (Medevorden bij Megchelen) en nog een akker met negen horigen van beide kunne waarvoor hij een goed in Alethin (Aalten) met alle opbrengsten en zeven horigen terugkrijgt.
Gerhard II krijgt bij een onbekende moeder in ieder geval een zoon, die hij naar zijn vader Godschalk (II) Ψ noemt.

Literatuur

  1. Alle de XIV boeken van de Geldersse geschiedenissen, Arend van Slichtenhorst,
    Jacob van Biesen, Arnhem, 1659.
  2. De Heeren van de heerschap Wisch uit de Edele Heeren van dien naam, J.D. Wagner en Jhr. Mr. W.G. Feith,
    De Nederlandsche Leeuw, XLIV, 1924.
  3. Bijdrage tot de geschiedenis van de heeren en de heerlijkheid van Wisch, Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven,
    Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel XXXIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1930.
  4. Varsseveld, Ds. P. Kuijper,
    In: Bijdragen en Mededelingen deel LVIII, S. Gouda Quint, Arnhem, 1959.
  5. De opkomst van Zutphen, Willem de Vries,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1960.
  6. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  7. Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten, Dinxperlo en Wisch, D.W. Kobes,
    Fa. Gebr. De Boer, Aalten, 1966.
  8. Het graafschap Loon (11de – 14de eeuw), Dr. J. Baerten,
    Van Gorcum & Comp. N.V., Assen, 1969.
  9. Het einde van de horigheid in Twente en Oost-Gelderland 1795-1850, P.G. Aalbers,
    De Walburg Pers, Zutphen, 1979.
  10. Bredevoort een heerlijkheid, J.F.Th. de Beukelaer e.a.,
    Stichting 800 jaar veste Bredevoort, Bredevoort, 1988.
  11. Met het oog op Silvolde, H.L.J. Kolks en B.J. Dorresteijn e.a.,
    De IJsselstroom, 1988.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM ende I des Sonnedages veur heilige Gregorius dach, dat was op ten tweeden dach der maent van Septembris.