De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Kasteel Baer

Anno 1272

Gunstig gelegen

Kasteel Baer in 1665.

Evenals andere kastelen aan de IJssel maakt ook kasteel Baer gebruik van zijn gunstige ligging aan het water. Het stamslot van de heren van Baer is echter niet genoemd naar de speciale karakteristiek van de grond waarop het kasteel is opgetrokken. De naam Baer duidt op het heraldische begrip schuinbalk. De heren van Rheden voeren een rode schuinbalk op hun wapen en zij noemen hun nieuwe kasteel daarnaar.

De afbeelding vertoont een detail van een kaart van een anonieme tekenaar. Deze kaart heeft het opschrift: ‘gecopieert uijt een ouwt caertje gevonden go’de ouwde secretarije derstadt Arnhem, sijnde bijna geheel vergaen uijt 1665’. Hierop is te zien dat het kasteel pal aan het water ligt.

Weinig bekend

Kasteel Baer wordt in 1272 voor ’t eerst genoemd als Frederik III van Rheden van Baer Ψ van kasteel Rheden naar kasteel Baer verhuist.
Het kasteel komt pas weer de uit nevelen der historie te voorschijn als Jan III, graaf van Egmond, heer van Baer Ψ, in 1495 in zijn kasteel aangevallen wordt door hertog Karel van Gelre Ψ, Frederik van Bronckhorst en Borculo Ψ en de steden Doesburg en Zutphen.
Het kasteel ligt in 1495 anderhalf uur gaans van Doesburg, hetgeen het moeizame reizen destijds illustreert. Op Hemelvaartsdag valt het kasteel. De door hertog Karel meegebrachte metselaars uit Doesburg en Zutphen gaan dan aan het werk. Het kasteel wordt tot op de fundamenten afgebroken en zal nooit meer worden herbouwd.

Kasteel Baer in 1404 door W. Angerlo (18de eeuw).

Geen afbeeldingen?

Vanwege de rigoreuze afbraak in 1495 wordt vaak in bronnen vermeld dat er geen afbeeldingen van het kasteel bestaan. Echter in de achttiende eeuw blijkt mr. W. van Angerlo een tekening gemaakt te hebben aan de hand van een ouder voorbeeld. Of dit echt kasteel Baer is, zal wel altijd onduidelijk blijven, maar er zijn vooralsnog geen redenen aan te nemen dat het niet zo is.

Teruggevonden

Topografische kaart van Bahr en omgeving.

De fundamenten van het kasteel zijn in 1923 door de verre nazaat G.A.C.H.M. van Baar teruggevonden. Zijn beschrijving:
‘Na diepgaand onderzoek is het ons mogen gelukken de plaats waar het gestaan heeft, terug te vinden…’ Nabij de steenfabriek ‘de Baarsche Pol’ zijn overblijfselen gevonden van het bovengenoemde slot te Baer. Toen in 1897, na den brand van het woonhuis van den steenovenbaas, een kalkput werd gegraven, stuitte men op een onderaardsche gang, terwijl onder een gebouwde haaghut, eenige grote stenen van ± 30 x 15,7 cm werden ontdekt, die blijkbaar afkomstig waren van een muur. Doch in 1926 deed zich het merkwaardige feit voor, dat, toen de Waterstaat een “grondaanvulling met verdediging, – een soort strekdam in de lengte der rivier – had gemaakt, er een hoekmuur – even onder water – werd ontdekt, gemetseld van dergelijke groote stenen. reeds herhaaldelijk moeten de schippers achter dien muur hun anker verspeeld hebben. Na genoemde grondaanvulling zijn deze fundamenten van het vroegere slot onzichtbaar geworden.
De kolk, aan de andere zijde van den dijk, bij de Baarsche pol, is waarschijnlijk nog een stuk van de vroegere slotgracht.’

Anno 2000 is er dus niets over van het roemruchte kasteel Baer. Grondaanvulling en de bouw van een steenfabriek hebben het laten verdwijnen.

Literatuur

  1. Geldersche Kasteelen, historie-oudheidkunde-genealogie, H.M. Werner,
    S. Gouda Quint, Arnhem, 1906.
  2. Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe Dr. J.M. van Winter,
    S. Gouda Quint – D. Brouwer en zoon, Arnhem, 1962.
  3. Bijdrage tot een genealogie van het geslacht Van Rheden/Van Baer en het geslacht van Lathum tot circa 1400, Drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije,
    In: Herziene uitgave van het artikel in Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel LXIV, 1971.
  4. Geschiedenis Baer en Lathum, Drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije,
    In: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre, deel LXV, 1972.
  5. Bahr en Lathum, A.G. van Dalen,
    De Liemers No. 36,
    Uitgeverij “Liemers Lantaern”, Zevenaar, 1975.
  6. De Stoute Bisschop (Brabantse geslacht van Baar), G.A.C.H.M. van Baar,
    CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek ‘s-Gravenhage, ISBN 90-9005509-6, 1992.
  7. Het Hof van Gelre, Cultuur ten tijde van de hertogen uit het Gulikse en Egmondse huis (1371-1473), Gerard Nijsten,
    Kok Agora, Kampen, 1993.
  8. Drostambt en schoutambt – De Gelderse ambstorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca. 1200-1543), Jan Kuys,
    Uitgeverij Verloren, Hilversum, 1994.

Gegeven in den jair ons Heren, doen men screeff MM op de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige maagd Maria.