De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Forum

Keppel en van Ulft ...
 
Meldingen
Alles wissen

Keppel en van Ulft in Bocholt

1 Berichten
1 Gebruikers
0 Reactions
2,621 Bekeken
Berichten: 144
Forumaartsbisschop
Topic starter
 

Ik vond enkele stukken uit Westfalen die misschien ook interessant kunnen zijn voor de Graafschap.
Die spelen zich allemaal af in de omgeving van Bocholt, dat toen ook wel Boeckholt werd geheten.

In zijn artikel over Keppel van Nijenborg schreef JR van Keppel:

1279 in de week na Paschen vinden wij een brief, waarbij Winrich van Wesenthorst, ridder, en zijne vrouw Frederadis aan het huis van St. Marie in Bethlehem tegen tins verkoopen het goed Nedbolding in het kerspel Varsseveld. Hier komt Everardus de Keppele , knape, onder de getuigen voor, doch omdat daarbij mede aanwezig waren de schepenen van Bocholt en een aantal ridders en knapen, wier geslachten destijds in Westfalen inheemsch waren, gevoegd bij de geheele afwezigheid van Geldersche heeren, is het duidelijk, dat hij ook tot de Nyenborgsche heeren gerekend moet worden.

Ik vraag me af of die conclusie juist is, ook in het licht van de andere Bocholtse actes. De namen van die Keppel's zijn toch erg 'Gelders'.
Deze zelfde Everard de Keppel wordt in Bocholt drie keer genoemd, behalve in 1279 ook nog in 1284, terwijl hij in 1283 burger wordt genoemd van Bocholt.

Al eerder gaf ik hier een stuk uit 1260, waarin ridder Theoderic de Keppelen en zijn broers onder bedreiging met roof en brand, hun erfdeel opeisen van hun overleden oom, ridder Herman de Hastorpe, en die acte wordt opgemaakt bij Bocholt (apud Bocholte).

12 juli 1311
Rechter, Schepenen en Gemeente van de stad Bocholt oorkonden dat de twist tussen het kapitel van Xanten en de broers Walter en Dirk van Keppel vanwege de hof Brommelwyck bijgelegd is en dat de laatsten afstand doen van alle aanspraken.
Aan dit stuk wordt ook nog eens het zegel gehangen van Lubbert dicti de Swane.

10 november 1316 verkopen Theodericus de Keppele, zijn vrouw Berta en zijn dochters Clareduna en Belijn aan het zusterhuis in Bocholt hun goederen Probest in kspl. Bredenasle en vragen aan de schepen van Bocholt om te zegelen.

Het blijkt dus, dat er kennelijk een tak van Keppel in de omgeving van Bocholt 'thuis' was, maar hij was niet de enige, want in één van die stukken wordt ook Herbaren van den Molen genoemd in Boekholt.
Het is handig om die naam even te onthouden, want in Bocholt stond ook een molen, en er bestaan enkele stukken, die gaan over het malen in die molen, maar eerst nog is er:

anno 1316
hylicsbrief ende dispositie van Sophia, weduwe Harbers van den Moelen, aver het houwelick van Wilhelm van Ulft ende haer dochter Sophia met 4 uithangende zegels. Willem van Ulft trouwt in dit jaar dus met Sophia vd Molen, dochter van Herbaren.

1326 brief uit Boeckholt waarbij de stad een rente gaf aan Willem van Ulft uit een huis buiten de Molenpoort
en ook later treffen we daar nog de naam van Ulft aan, telkens in verband met die molen.

1370 magistraet en gemeente Boeckholt seeckeren, dat zij nergens sullen maelen dan op de molen van Berend van Ulft te Boekholt
1386 transportbrief uit 1386 waar Willem van Ulft genaemt van den Swanenborg ende joffer Ginnigunt eheluijden, cediren an Bitter van Raesfelt die molle tot Boeckholt

In 1342 zien we dan nog een acte van ridder Willem van Ulft, en dat betreft het hof Brummelswijck, dat we ook al in 1311 tegenkwamen in verband met de twee broers van Keppel, maar die worden daarin niet genoemd.

Behalve enkele van Keppel's vinden we dus ook Willem van Ulft in Bocholt zelfs rond hetzelfde goed, de hof Brommelswijck, de eersten in 1311, de laatste in 1342. Dat zal wel geen toeval zijn, maar valt het te verklaren? Misschien moeten we daarvoor eens kijken naar een stuk uit 1329, waarin de weduwe van Herman van Voorst, Lutgard van Keppel oorkondt, dat haar twee zoons Sweder en Roderick een scheiding hebben gemaakt van goederen van hun overleden vader. Mede zegelen: haar zwager Roderic van Voerst, haar broeder Dideric van Keppel en haar neef Evert van Ulft.

Daar valt dan toch meteen op, dat Evert van Ulft haar neef wordt genoemd. Met die betiteling moeten we altijd uitkijken, maar toch kijk ik altijd in 1ste instantie naar de echte familierelatie: als Lutgard van Keppel en Evert van Ulft neef en nicht zijn, dan zitten in beider ouders broers/zusters.

Omdat Lutgard van Keppel dochter was van ridder Theoderic van Keppel X Beatrix, en Evert van Ulft zoon heet van Evert van Hekeren X Christina van Ulft, dan zou dat kunnen inhouden, dat de vrouw van Theoderic van Keppel uit het huis Hekeren ofwel het huis Ulft stamt.

Let er goed op, dat dit een mogelijkheid is, en niet een bewijs.

mvgr.
Ronald Blancke

 
Geplaatst : 05/02/2010 12:36 am
Deel: