Een paar kleine dingen zijn wel aardig om eens een keer te noemen.
Theoderic heer van Keppel getrouwd met Beatrix, overleed begin 1302.

Van hem bestaan een aantal vermeldingen, waarvan de oudst bekende die uit 1270 is, waarin hij aan de edelheer Theoderic Luf van Kleve, zijn heer, beloofd om enkele allodiale goederen in het gebied van de graaf van Gelre, ter waarde van 150 Mark aan diezelfde Theoderic Luf van Kleve op te dragen. Bij niet nakoming zou hij gevorderd worden naar Wesel te komen.

Deze acte is natuurlijk boeiend vanwege het feit, dat deze Gelderman verplichtingen had aan de zoon van de graaf van Kleve (waaraan nog moet worden toegevoegd, dat Wolter heer van Keppel zich consanguineus noemt van deze heer van Kleve).

Als Theoderic heer van Keppel in 1302 dood is, treden zijn 4 zoons op de voorgrond. Genoemd worden Wolter, Henric, Theoderic en Arnt van Keppel in 1307, duidelijk zoons genoemd van voorgaande. In 1315 is er nog een acte waarin zij verschijnen, ook al worden zij daarin niet als broers genoemd.

In dat laatste stuk ook, zien we nog een Theoderic van Keppel als getuige optreden voor Stephanus van Vorden. Dat is Theoderic van Keppel Everardszoon.

Wie hij precies is, wordt nergens uit duidelijk, en JR van Keppel meende dat hij wellicht een Westfaler was. Mogelijk moeten we hem gelijk stellen aan Theoderic van Keppel, die met zijn vrouw Berta en zijn twee dochters Clareduna en Belye, voorkomen in een stuk uit 1316. Daar oorkondt deze Theoderic in Bocholt inzake een goed in Anholt.

Mocht het in 1315 en 1316 inderdaad om dezelfde Theoderic gaan, en dat is best mogelijk, dan heeft hij vermoedelijk een of andere band met een ridder Theoderic van Keppel uit 1257-1260.

Ongeveer in die periode is de edele heer Herman van Hastorp zonder kinderen gestorven. Voor zijn dood had hij schulden, en daarom had hij onder toestemming van zijn zuster, enkele goederen in Drele (bij Bersenbruck) verkocht aan het gelijknamige klooster. Rond 1257/1260 eisten ridder Theoderic van Keppel en zijn broers, dat de abt van het klooster naar Bocholt zou komen om zich te verantwoorden, omdat ridder Theoderic van Keppel als oomzegger van Herman van Hastorp, van mening was recht op die hoven te Drele te hebben.

We mogen aannemen, dat de moeder van Theoderic van Keppel de zuster was, die met de verkoop had ingestemd.

Hoe dit precies is afgelopen, wordt niet bekend, maar dat de mensen van het klooster gesommeerd worden in Bocholt te verschijnen, waar ook Theoderic van Keppel Everhardszoon woont, is iets meer dan toevallig, schijnt mij toe.

Het is nu voor mij de vraag, of deze Theoderic van Keppel, al ridder rond 1257/60 identiek kan zijn aan Theoderic van Keppel. Enig rekenwerk leert ons, dat deze ridder Theoderic geboren zal zijn voor 1240, zodat hij rond 1300 minstens 60 jaar oud zal zijn.

Helaas weet ik niet of er zegels aan dit stuk zijn, zodat ik er verder niets met meer zekerheid over kan zeggen.

Dat dit alles zich diep in Nedersaksen afspeelt, hoeft niet echt bezwaarlijk te zijn, want de woonplaats van deze Theoderic van Keppel lijkt een stuk dichterbij Gelre te liggen, omdat hij de abt uitnodigt naar Bocholt.... misschien een plaats zo'n beetje halverwege?

Ronald Blancke