De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Forum

Grijze Haren door K...
 
Meldingen
Alles wissen

Grijze Haren door Keppel

3 Berichten
2 Gebruikers
0 Reactions
2,510 Bekeken
Berichten: 144
Forumaartsbisschop
Topic starter
 

Ik krijg nog eens kale plekken op mijn hoofd, sinds de dag dat ik besloot om eens in de van Keppel's te duiken 🙂

Zo af en toe bekruipt mij een gevoel, dat ook baron J. van Keppel zo'n 100 jaar geleden moet hebben gehad, toen hij bezig was met zijn familienaam. Wat is er dan aan de hand, zal je vragen?

Welnu, vergezel mij op een stukje van Keppel en huiver... of liever gezegd: help!

Zo rond 1360-1380 waren er een paar kernplaatsen, waar van Keppel's zaten, en die lagen zo'n beetje allemaal rond Lochum: Verwolde, Oolde, Woltbeke. Ik kan daarvan hier helaas geen plaatje laten zien, maar dat is met een site als die van Michelin of de ANWB zo te vinden.

De Keppel's, die daar zaten worden gewoonlijk beschouwd als nazaten van Theoderic van Keppel, ridder, deelnemer aan de slag bij Woerringen in 1288, overleden rond 1301. Van deze Dirk van Keppel zijn een viertal gedocumenteerde zonen bekend, die genoemd worden in een stuk uit 1307. Het zijn Wolter, Theoderic, Henricus en Arnold van Keppel.

Wolter van Keppel, de oudste zoon, wordt beschouwd als de opvolger van zijn vader, die heer was van het goed Keppel. Na Wolter's overlijden in 1331 (gestorven zonder zoons te hebben voortgebracht) ging dit goed over op zijn oudste dochter Beatrix van Keppel, die getrouwd was met Roderick, heer van Voorst.

In de omgeving van het goed Keppel, bleven er nog spoortjes van dit bezit in handen van andere van Keppel's. Zo vinden we nog vermeldingen van een Wolter van Keppel in verband met de kerk in Ellecom:

Ic Wolter van Keppel, heren Aernds soene, bekenne in desen apene brieve, dat ie noch miin erven nyet rechts en hebben an dier banc ende an dier stede in dier kerken toet Ellinchem, daer Everds wiif van Steenre, miin nichte, inne te staen pleghet, noch an dier banc, daer oer joncvrou inne staet. Mer wanneer Everd voyrs. ende siin erven mynen wyve ende oerre joncvrouwen dier steden nyet langer en gunnen, soe soelen sie die banke ende die steden rumen sonder yenich wederseggen.
In oerkund des soe heb ic Wolter voyrs. miin seghel ghehangen an desen brief. Gegheven int jaer Ons Heren dusent driehondert drie ende seventich, op santen Tyburtius ende Valerianus dach (14 April) 1).

Deze acte van Wolter van Keppel, heer Arndszoon is opgemaakt in 1373. Wolter is getrouwd en heeft blijkbaar ook kinderen, zodat we mogen stellen, dat hij wel geboren is voor 1350, misschien ook wel eerder.

Zijn vader zou dus Arnd van Keppel kunnen zijn, één van de broers van de in 1331 gestorven Wolter, heer van Keppel.

Maar verondersteld wordt, dat de van Keppel's behalve hun hoofdstandplaats bij Keppel, ook jachthuizen hadden bij Lochum, en dat een deel van de nazaten van heer Dirk van Keppel voornoemd, daarheen getrokken zijn. Dat betreft dus de goederen Verwolde, Woltbeke en Oelde (Oolde).

In de periode 1340-1360 zien we dan ook een flink aantal vermeldingen van zowel een Dirk van Keppel als een Arnd van Keppel, op Verwolde.

Zonder twijfel zijn zij nazaten van Dirk van Keppel, ridder, + 1301.

Uit hen moeten zich de takken Verwolde, van Woltbeke en later van Oolde, en bovendien die van Westerholt (ook gelegen bij Lochum) stammen.

Het kenmerk van deze takken van Keppel is toch, dat zij allen gebruik maken van een wapen, dat gebaseerd is op 3 schelpen, zoals ook de oude heer Dirk van Keppel op zijn bannier had staan.

Zo'n kleine 80 km oostwaarts rond Epe en Nienborg in het huidige Westfalen, vinden we ook regelmatig vermeldingen van een stel van Keppel's, en baron van Keppel maakte dan ook een duidelijk onderscheid tussen de gelderse van Keppel's, en de westfaalse van Keppel's, een ministerialen-geslacht. Zij onderscheiden zich ook door hun wapen van de gelderse van Keppel's, want hun wapen bestond uit 5 Ruiten, aldus deelt baron van Keppel ons vaak mee in zijn serie artikelen in BMG en Nederl. Leeuw over zijn voorgeslacht.

Niet al teveel gehinderd of geholpen door erg veel voorkennis, behoudens zijn artikelen, ben ik dus ook maar eens in de Keppel's gedoken, aanvankelijk om uit te vinden, wie de ambtman Herman van Keppel uit 1420 nou eigenlijk precies was. Maar ook om een mysterie op te lossen, wie precies Katharina van Keppel was, die getrouwd was met Herman van Buchorst, welk echtpaar iets had met een goed genaamd Bucksbergen of Boxbergen.

Er zit een zeker voordeel in om niet al teveel voorkennis te hebben, want voorkennis zorgt altijd voor een zekere 'bias', waardoor je de reeds gebaande wegen, eerder zal volgen. Het nadeel is natuurlijk ook duidelijk, want je bent gewoon bezig het wiel opnieuw uit te vinden.

In elk geval was ik toch gebiased door het onderscheid in Gelderse en Westfaalse van Keppel's door de baron. En zeker zal ik ooit eens gaan spitten in dossiers die door Spaen zijn aangelegd, maar voorlopig bevalt mij deze manier van werken best goed.

Over de tak van Verwolde is inmiddels best wel wat bekend, ook al mis ik veel details, en ken ik eigenlijk alleen maar de hoofdlijnen.
Over de tak Van Woltbeke is gewoon minder bekend. Er is maar weinig bekend uit de beleningsregisters, en het weinige, dat er voor handen is, vertoont een leemte.

De beleningsreeks van het goed Mingveld start met Dirk van Keppel van de Woltbeke:

Den hoff te Mingfelt ton Zutphenschen leen heeft ontfangen
Derck van Keppel geheiten van der Weldenbeeck, a°. 1379.
Idem tuchtigt sijn vrou Mechtelt an den hoff to Menevelde met torve, twijge, aller nothemer slacht ende tobehoren, a°. 1399.

Idem geheiten van der Woltbeke ontfing den hoff te Myngvelde in den kerspel van Lochem, met eenen perde te verhergewaden, tot eenen dienstmansgoede, a°. 1405.
Idem geheiten van der Wouldebeke ontfinck dat goet geheiten Minckvelt met sijnen tobehoren. gelegen in den kerspel van Lochen, in der
buyrschap van Swijpo *), tot eenen sadelgoets rechten, a°. 1424.
Idem, a°. 1429.
Idem, a°. 1466
Herman van Keppel, erve sijncs vaders Dirx, a°. 1469.

We zien deze Dirk van Keppel van de Woltebeke dus in 1379 beleend met het goed Mingveld gelegen in de buurt van Zwiep bij Lochum. Deze Dirk van Keppel van Woltbeke wordt ook genoemd bij de Zutphense landsvrede-oorkonde uit 1377.

Van het goed Westerholte weten we zo mogelijk nog minder af. In de beleningsgegevens vond ik:

LOCHEM.
Die woninge ende den hoff te Dedinckweerde ende tgoet te Westerholt bij Lochem heeft ontfangen Diedrick van Keppel tot behoeff van Henrick van Keppel, sijns broders, kinder, anno 1326.

Derich van Keppel, ontfinck den alingen thienden van den nijslagenen
lande binnen Werwael gelegen, dat alinge goet tot Westerholte met
allen sijnen tobehoren, gelegen in der buyrschap van Dechterden, in den kerspel van Lochem ten Zutphenschen leen, anno 1380.
Reynalt van Keppel ontfinck dat goet te Westerholte, item dat goet te
Mendyngh, item hondert pond uut Nijenbeeck tot eenen Zutphenschen leensrechte, anno 1402.
Derich van Koppel, erve sijnes vaders Reiners, ontfinck dat goet tot
Westerholte met sijnen tobehoren, in den kerapel van Lochem gelegen,
anno 1422.

Als we het begin bekijken van deze belening, dan zien we dat in 1326 Dirk van Keppel, ten behoeve van de kinderen van zijn broer Henricus van Keppel, het goed Dedinkweerd en Westerholte ontvangt. Waarna er een lacune is, en er pas een nieuwe belening plaats vindt in 1380.

Het is onmogelijk, dat die broer Dirk in 1326 identiek is aan Dirk van Keppel uit 1380. We missen kortom een stukje.

Maar op grond van dit stuk, lijkt het niet gewaagd om de conclusie te trekken, dat het hier gaat om Henricus en Dirk van Keppel, broers genoemd in 1307 van Wolter van Keppel, en dat zij dus zonen zijn van de oude Dirk van Keppel.

Het lijkt dan allemaal mooi te kloppen:

Dirk van Keppel (+1301) X Beatrix
|...........................|............................|.........................|
Wolter................Henricus..................Dirk...................Arnold
(+ 1331) (+ 1325) van Woltbeke van Verwolde
van Westerholte

Die plaatsvermeldingen zijn slechts één mogelijkheid van de meerdere mogelijkheden. Ik noem ze hier expliciet om aan te geven hoe aardig het zou kloppen. Immers, van Henricus van Keppel wordt in 1326 gezegd, dat hij kinderen heeft, van Dirk van Keppel wordt gezegd, dat hij de opvolger was van Wolter van Keppel (en dat hij trouwde met een van Aeswijn), en Arnd van Keppel woonde vermoedelijk op Verwolde.

Maar er zijn enkele kinken in de kabel, en dat heeft te maken met het gebied rond Nienborg, waar de Munsterse van Keppel's zitten.

In een eerder stuk schreef ik over Dirk van Keppel van Verwolde, gehuwd met [Ida] de Rode van Hekeren. Zij was eerder getrouwd met N. van Bakerweerde (vermoedelijk Bertold of Goossen van Bakerweerd).

Uit de twee huwelijken van [Ida] de Rode van Hekeren met van Bakerweerde werden enkele kinderen geboren, en uit haar huwelijk met Dirk van Keppel van Verwolde werd in elk geval Wolter van Keppel van Verwolde geboren, vermoedelijk rond 1410.

Maar nu blijkt er in die periode ook een Herman van Keppel te zijn, getrouwd met ene Lutgard (achternaam niet gekend). Van hen bestaat een belening met een goed te Wesepe bij Olst.

En dat goed gaat uit van Bertold van Bakerweerde in 1408, die ermee beleend is, waarna het in 1429 overgaat in handen van diens broer Goossen van Bakerweerde, die het dezelfde dag overdraagt aan Derick van Heeck.

Die vervolgens draagt het enige maanden later op aan Lutgard NN., die gehuwd was met Herman van Keppel, haar hulder. In 1444 stelt haar man Herman van Keppel als hulder voor zijn vrouw Lutgard aan Bernd de Rode.

De vraag is nu natuurlijk: wat is precies de band tussen deze Herman van Keppel, Lutgard en zowel Bertold van Bakerweerde en later Bernd de Rode (die verwant is aan [Ida] de Rode van Hekeren, waarschijnlijk neef-nicht).

Bovendien: wat doet daar Derick van Heeck, want dat is er eentje uit de omgeving van Nienborg.

Het is natuurlijk boeiend om een antwoord te vinden op de vraag, wie dan deze Herman van Keppel is. In 1429 was hij al gehuwd met Lutgard, dus hij is geboren voor 1410. De volgende in de reeks is Wolter van Keppel Hermanszoon, en hij volgt op in de belening ergens in 1484.

Ja goed, zal je nu zeggen, wat is nou het probleem ivm de Lochumse Keppel's. Het antwoord is niet simpel, en betekent, dat ik nog meer gegevens op zal hoesten. Ik hoop dat het allemaal nog te volgen is.

Het punt zit hem mij in de naam Dirk van Heeck. En wel hierom:

Henric van Keppel wordt in 1364 beleend ten behoeve van de lijftocht van zijn vrouw met een Tiende in het kerspel Gildehuis, die hij voor 110 Munsterse Mark aan Johan van Beveren verkoopt, wordt in 1364 beleend met akkerland bij het dorp Nienborg, verkoopt 1377 met vrouw en dochters aan Gerd van Heeck zijn borgleen "uppen Hus tor Nygenborch", zoals zijn vader Henric dat gehouden had.

Het betreft hier Henric van Keppel genoemd met zijn vrouw Hilberg (Hilleke), en zijn dochters Jutte, Hille en Wibbe van Keppel. Hij beleend kennelijk Gerd van Heeck met bezit in Nienborg.

Deze Gerd van Heeck mogen we misschien wel zien als vader van Dirck van Heeck, die ik hiervoor al noemde, ook afkomstig uit Nienborg.

Dus nu wordt de vraag naar de herkomst van Herman van Keppel wat prangender, want bovenstaande Henricus van Keppel, gehuwd met Hilleke, heet zoon van Henric van Keppel.

En als dat de Henric van Keppel betreft, die ik vermoed, dan was zijn vader Henricus van Keppel, gehuwd met Jutte.

Uit dit huwelijk kwamen vermoedelijk twee zoons: Henric van Keppel en Herman van Keppel, en nog een dochter Bertradis.

Henricus van Keppel (+1357, Nienborg) X Jutte
|...........................|................................|
Henricus..............Herman.......................Bertradis
(+ ca. 1378)
X Hilberg
|
Jutte
Hille
Wibbe

Nog steeds niet hemelbestormend allemaal, maar we zien later bij de tak van Keppel Verwolde als dochter van Wolter van Keppel van Verwolde ook een dochter Wobbe opduiken. Toeval?

Maar er is meer:
In 1380 zijn er enkele beleningen aan Ermgard van Hopingen. En daarin doet Dirk van Keppel van de Woltbeke hulder. En hij doet dat voor een aantal beleningen voor haar, gelegen in Diepenheim en bij Enschede.

Deze Ermgard stamt uit Schoppingen, dat is haast zeker, en zij is denkelijk een dochter of kleindochter van Wolter van Hopingen. Die oorkondt in 1357 met zijn vrouw Daye, en diens zuster Hilleke, en laat daar nu als getuige aanwezig zijn ridder Henricus van Keppel, en bovendien ook Gerd van Heeck....

En laat er tenslotte in 1315 een Henricus van Woltbeke optreden als borg voor Simon van Bermentfeld (Berntvelde) in de omgeving van Nottuln bij Coesfeld, waarbij het vermoeden bestaat, dat bovengenoemde Ridder Henricus van Keppel, die zich in 1357 in de omgeving van Wolter van Hopingen bevindt, getrouwd was met Jutte van Bermentvelde,
dan wordt het misschien duidelijk waar de kneep zit:

Is deze Henricus van Woltbeke uit 1315 identiek met Henricus van Keppel, broer van Wolter, Dirk en Arnold van Keppel?

Zijn zijn kinderen wellicht Herman van Keppel, gehuwd met ene Jutte, en Henricus gehuwd met Hilleke, en is deze Hilleke misschien de zuster van de vrouw van Wolter van Hopingen?

Snap je nu mijn langzaam maar zeker groter wordende kale plekken op mijn hoofd?

mvg
Ronald Blancke

 
Geplaatst : 05/06/2007 4:46 pm
Berichten: 144
Forumaartsbisschop
Topic starter
 

Ik moet al direct een kleine aanvulling maken op het slotstuk van mijn bericht. Ik noemde Wolter van Hopingen, voor wie Henricus van Keppel optrad als getuige.

Wolter van Hopingen was getrouwd met Daye, en die had een zuster Hilleken. In 1360 is er nog een stuk, waarin deze zelfde personen voorkomen, namelijk Wolter van Hopingen, zijn vrouw Aledis, en haar zuster Hillegundis, dochter van de overleden Bernard van Legden, in verband met hetzelfde erf ter Steghe. In 1360 is daarbij Herman de Keppelle als getuige aanwezig.

Ronald Blancke

 
Geplaatst : 05/06/2007 11:03 pm
Berichten: 47
Forumhertog Admin
 

Hi Ronald,

Ik heb de gebaande paden van de Baron gevolgd... De Baron van Keppel heeft de tak Keppel-Nijenborch apart beschreven in 1913 in NL, Jg. XXXI, nr. 4, kolom 105 e.v. Hierin schrijft hij:
"Aangezien ons echter vóór circa 1400 geen Keppels in de omstreken van Oene en Epe op de Veluwe bekend zijn, kunnen wij de waarheid van dit beweren niet bevestigen, te meer daar reeds in 1221 een Heinriczes
de Keppele voorkomt in een geschil over tienden te Borken.
Daaruit volgt dat indien er verwantschap bestaan heeft met de Geldersche Keppels, deze in ieder geval reeds moet dateeren van vóór dien tijd en zou men hoogstens kunnen aannemen, dat laatstgenoemde Heinrich een broeder of neef van de eerste met, zekerheid bekende
Geldersche, Wolter of Waltherus de Keppele kan geweest zijn."
En verderop:
"Op grond der wapens vermeenen wij dus slechts twee geslachten Keppel te mogen onderscheiden; het Geldersche met de 3 schelpen en het Westphaalsche met de 5 ruiten, die, hoewel onbewezen, toch waarschijnlijk van een en denzelfden stam zijn."

Dus de Baron was er min of meer van overtuigd dat er verwantschap was, maar zag het bewijs niet, dus kon hij er niet toe overgaan de families als één en dezelfde te beschouwen.
Op deze puzzel heb ik vergeefs mijn tanden ook al eens stuk gebeten, mocht dat een troost zijn voor jouw grijze haren. Maar een 'bewijs' voor de verwantschap heb ik ook niet gevonden,

groet, Alfred

 
Geplaatst : 04/07/2007 6:00 pm
Deel: