Hi Henk,

In 1999 heb ik op http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/verdwenen/kasteel-dedingsweerd.html toch wel een en ander over Dedingsweerd (bij Lochem) op mijn website gezet. Verouderde informatie wellicht, maar het enige dat ik destijds bijeen kon sprokkelen. Vermoedelijk hebben er meerdere Dedingsweerden bestaan,

groet, Alfred

Volkomen over het hoofd gezien, Alfred.
Jammer destemeer omdat de naam Westerholt me bekend voorkomt:

Zie: http://www.ulb.uni-muenster.de/hbw/bibliotheken/bottrop-westerholt/peitz.html

"Die Familie Westerholt gehörte zum sogenannten westfälischen Uradel. Urkunden zu Besitz und Ämtern im Vest Recklinghausen gehen bis in das 13. Jahrhundert zurück. Schlösser in Arenfels am Rhein, Berge bei Buer oder das in Westerholt selbst sind heute noch bekannt, mitunter als Ausflugsziel ein Begriff. [3]

Es überrascht somit nicht, in dem Bibliotheksbestand auch auf etliche Besitzeinträge aus dem frühen 17. Jahrhundert zu stoßen, etwa von Bernhard von Westerholt zu Westerholt und Wilbrink (gest. 1639) oder Hermann Hector von Westerholt (geb. 1592)".

Heb nooit iets van genoemde Bernhard kunnen vinden, wél iets over een "pagus" Wilbrenninck tussen Recklinghausen en Hamm aan het riviertje de Lippe. Zou er haast een topic over beginnen.....

Henk Wilbrink.

Maar hoe zeker is dat die hof D. ook echt in Lochem lag en niet bv. in Dömern? Het "in Lochem" kan toch ook alleen op Westerholt slaan?

Groet, André

Ik kom nog even terug op het goed de Hornt, wat ook al een paar stukken geleden voorkwam.
N.a.v. het goederenbezit van de graaf van Dale schreef ik toen:

Ma Sep 05, 2011 10:03 am
Ik weet niet welke goederenlijst jij hebt bekeken, Racer of Philippi, maar in elk geval zegt Philippi in een voetnoot:
Hornt buurschap Noertwijk kerspel Nede, verwijzend naar het T.R.O. deel II anno 1379
Item in parrochia Nedhe 474) domus Wicbolding 475), item domus Oldehare 476), item domus Wenningmole 477), item domus Bensinc 478),Item domus Rewaerding 479), item campus apud Hornet 480).

Ik heb nog maar even naar die vermelding in TRO (II pag. 51) gekeken en daar staat anno 1397 (dus niet 1379, wat ik schreef):

1397 St. Aegidii avond des Confessoria

(In het nederduitsch. Met vijf nog gave zegeltjes in br.w. als:
van den Rigter, Steven en Henrik zijn zoon, alsmede van twee der keurnooten, Godert van Borclo geheeten van Dodingweerde en Berend Mol, hebbende de derde, Henrik Bullike zich van de medezegeling onthouden

Ten eerste bestaan er dus zegels van de tak van Borclo geheten van Dodincweerde, en ik meen dat die 'gewoon' het wapen Borclo toonden, maar ik kan dat niet met zekerheid zeggen. Als er dus eens iemand in de buurt van Zwolle is.... ?

Er staat dat het goed ter Hornt een vrij eigen goed is, maar bezwaard met een tiende van 2 molder rogge, 3 molder bruine have.
Ik vermoed dat dát het eigen goed was, dat Pelgrim Sticke en Pelgrim van Redamme bezaten, en dat was 'vanouds'....

gr.
Ronald

Ik heb toevallig ook wat gegevens uit het alleraardigste boekje uit de serie Beiträge zur Geschichte der Stadt und Grafschaft Steinfurt, n.l. deel 3: das ältesten Lehenbuch der Herrschaft Steinfurt 1280-1439,
en daarin komen op pag. 14 in het jaar 1319 voor:

Henricus Kempinch et Swedherus Kempinch domum Alhardinch in parochia Gronlo, et in parochia Nede domum Gerdinch et decimam to der Nortwych

In Nede wordt dan niets meer genoemd tot het jaar 1384 pag. 20:

Pelirinen Sticken den tenden to Nederberge in parochia Nede,
en iets lager op dezelfde bladzijde
Pelegrime Sticken Arndes zone dat luteke Speleberch in parochia Enschede

Overigens in 1319 ook een Hermannus de Enschede met tienden te Ostendorpe in de par. Groenlo, en in de par. Winterswijk met Boginch, Elekinch en Sybinc,
in par. Vreden met Bekinch, en nog eens in de par. Groenlo met Gastenvelde beleend.

Hier ook maar even, vanwege de Stikkies van Lichtenhorst:

Ter Hunnepe 29 (1265)
Universis presentia visuris Conradus nobilis de Velen salutem in domino. Noverint unversi tam presentes quam futuri quod nos bona in Marcvelde que Godefridi fuerint que dicuntur Nova Domus domino Ludolfo dicto de Kore et uxori eius domine Aleydi dicte de Nethelhorst et pueris eorum iure contulimus censuali in perpetuum possidenda, tali condicione prehabita ut dictus L. et uxor sua A. ad recognitionem sui iuris singulis annis in sancta ebdomada Pasche in ecclesiam nostram in Velen dabunt unum denarium Daventriensem. Huic collationi presentes fuerunt honesti homines videlicet dominus Henricus cappellanus de Haus [sic], Godefridus iudex in Gronlo, Sladebusg [sic], Thetmarus de Almensvik, Henricus de Lechtenhorst, Wolterus de Netelhorst et alii quam plures. Ne igitur ghec a nobis aut a nostris successoribus valeant irritari presentes litteras eisdem contulimus sigilli nostri minimine roboratas. Datum anno domini M CC LX V die apostolorum Philippi et Iacobi et Walburgis virginis.

vrgr H

Ik ben de enige "Forumpaltsgraaf" die de ballen snapt van Latijn. Da's bal(l)en.

Henk.

Google kan latijn vertalen.

Ik heb het met de tekst die Hein doorgaf geprobeerd. Ik heb die tekst eronder gezet. De vertaling:

Aan allen die is de aanwezigheid van adellijke geboorte te zien, Conrad Velen groet in de Heer. Weet dat wij unversi en aanwezig als aan Marcvelde goederen komen in wat naar verluidt een nieuw huis, die Godfried van de genoemde heer Ludolfo Kore Aleydi de genoemde heer en zijn vrouw en kinderen van hun recht van Nethelhorst contulimus censuali bezit voor altijd, een dergelijke voorwaarde als voornoemde prehabita L. A. en zijn vrouw tot de erkenning van een autonoom in de heilige week van Pasen elk jaar, zal een cent te geven aan onze kerk is in de Daventriensem Velen. Om deze eervolle mensen aanwezig waren, namelijk de toekenning van een kapelaan van Lord Henry van de Hausa [sic], de rechter in de Gronlo Godfrey, Sladebusg [sic], van Thetmarus Almensvik, Henry de Lechtenhorst, Wolterus Netelhorst en anderen die veel van hen. Dan, opdat de ghec vernietigd door ons of door onze opvolgers in staat zijn om dezelfde brief van onze seal contulimus minimine versterkt aanwezig. Bepaald jaar van onze Heer 1000 200 60 5 dagen van de apostelen Filippus en Jakobus, en de Maagd Walburgis

Universis presentia visuris Conradus nobilis de Velen salutem in domino. Noverint unversi tam presentes quam futuri quod nos bona in Marcvelde que Godefridi fuerint que dicuntur Nova Domus domino Ludolfo dicto de Kore et uxori eius domine Aleydi dicte de Nethelhorst et pueris eorum iure contulimus censuali in perpetuum possidenda, tali condicione prehabita ut dictus L. et uxor sua A. ad recognitionem sui iuris singulis annis in sancta ebdomada Pasche in ecclesiam nostram in Velen dabunt unum denarium Daventriensem. Huic collationi presentes fuerunt honesti homines videlicet dominus Henricus cappellanus de Haus [sic], Godefridus iudex in Gronlo, Sladebusg [sic], Thetmarus de Almensvik, Henricus de Lechtenhorst, Wolterus de Netelhorst et alii quam plures. Ne igitur ghec a nobis aut a nostris successoribus valeant irritari presentes litteras eisdem contulimus sigilli nostri minimine roboratas. Datum anno domini M CC LX V die apostolorum Philippi et Iacobi et Walburgis virginis

Je ziet dat het niet ideaal werkt, maar het kan je toch een indruk geven van de latijnse tekst.
Om dit te gebruiken ga je naar
http://translate.google.nl/ #

Dank voor de link, Ronald!

Henk.

Ha iedereen,
Ja, dat was natuurlijk niet aardig van mij, maar zoals ik al zei: het ging inderhaast want het was laat. Zo zie je maar, haastige spoed is nooit goed.
Als ik zie wat Google translate ervan bakt, betreur ik mijn haast nog eens zoveel. Bedroevend. En onverantwoord dat zulke vertaalprogramma's bestaan, die 1:1 een woord uit de ene naar eentje uit de andere nemen, zonder enige marge voor 'betekenisspectra' en wat dies meer zij.
Ik moet mij nog meer schamen omdat ik typfouten heb gemaakt: unversi moet zijn universi, ghec moet zijn hec, minimine moet zijn munimine

Een behoorlijke vertaling zou kunnen luiden:
Koenraad edelman van Velen groet in Gode allen die het voorliggende zullen zien. Allen, zowel nu als in de toekomst, zij bekend dat wij de goederen in Markvelde die tevoren van Godfried waren, geheten Nieuwe Huis, aan heer [d.i.: ridder] Ludolf van den Kore en zijn echtgenote vrouwe Aleydis geheten van Nettelhorst en hun kinderen heb gegeven naar cijnsrecht om eeuwig te bezitten, en wel op deze voorwaarde dat genoemde L en echtgenote A tot erkenning van deze rechtsbetrekking jaarlijks in de heilige Paasweek in onze kerk te Velen een Deventer denarie zullen afdragen. Bij deze opdracht waren aanwezig de eerzame lieden Hendrik kapelaan van Haus [ik denk: Ahaus], Godfried richter in Groenlo, Sladebusch, Thetmar van Almsick [buurschap bij Stadtlohn], Hendrik van Lechtenhorst, Wolter van Nettelhorst en nog meer anderen. En opdat dit door mij noch door mijn opvolgers worde geloochend, heb ik hen deze acte verschaft die bekrachtigd is met de afdruk van mijn zegel. In het jaar ons heren 1265 op de dag der Apostelen Philippus en Jacobus en van de maagd Walburg [d.w.z. 1 mei]

Met nogmaals excuus en vrgr,
Hein

Dan mag ik verwijzen naar een acte, die iets eerder plaats vindt n.l. 12 april 1264 (Sloet stuknr. 873)

Universis presentia visuris Conradus miles nobilis de Velen salutem pro salute.
Notum esse cupimus tam presentibus quam futuris, quod nos Henrico, dicto de Burclo, nostro consanguineo, proprietatem bonorum Henrici dicti Stieke, quam de manu nostra tenuit, cum voluntate ipsius, vendidimus in perpetuum habendam et possidendam. Ne igitur hoc a nobis vel a nostris successoribus valent irritari, predicto Henrico de Burclo presentem litteram cum sigilli nostri munimine contulimus roboratam.
Datum anno Domini MCC sexagesimo quarto in vigilia Palmarum

groet
Ronald

Dag Ronald,
Je bedoelt, vermoed ik, daarmee op te werpen dat ook 'Hendrik van Lichtenhorst' van 1265 een 'Sticke van Lichtenhorst' zou kunnen of misschien wel moeten zijn? Zou het niet genoemde goed ook Lichtenhorst kunnen zijn?
Hm... spannend hoor.
Groet!
H

Inderdaad Hein, maar ik durfde het zelf niet te zeggen, hahahaha

groeten
Ronald

Hm, zo vrolijk kan ik dat niet vinden .... 😯 🙄 😳 😆

Arend Sticke van Lichtenhorst de oude overleed volgens van der Loo voor 14 juni 1406, omdat hij (de olde) op 14 juni 1406 als dood wordt vermeld.
Joost van der Loo noemt van hem een zegel, waarop een handboog of kruisboog staat afgebeeld. Het zegel heeft geen randschrift, en werd door hem gebruikt in een stuk daterend uit 1378. Zijn eerste vermelding is uit 1375 bij de Zutphense Landsvrede. In 1382 was Geryt van Lichtenhorst beleend met het goed Aerninck, en na hem ontving Arnd Sticke van Lichtenhorst dat goed, en van der Loo zegt daarop, vermoedelijk Geryts schoonzoon.

Ik ben gaan kijken, of er misschien over Geryt van Lichtenhorst iets meer te vinden is, en wellicht heb ik iets gevonden, want op 24 dec. 1394 beleend Gerrit van Baersdonck als leenheer Johan van Hattem met enkele goederen in aanwezigheid van de leenmannen Sander van Weese en Gerrit van Doedenweerde, en daaraan hangen drie zegeltjes (TRO).

Zou Gerrit van Doedenweerde identiek kunnen zijn aan Gerrit van Lichtenhorst?
Mij lijkt dat heel goed mogelijk omdat Dodincweerde en Lichtenhorst bezit was van de heer van Borculo.

In 1404 gaan een aantal leengoederen van Pelgrim then Rede (van Redamme) over naar Arnd Sticke van Lichtenhorst, die vervolgens in 1417 overgaan naar Gert van den Tye na opdracht door Arnt Sticke Pelgrimszoon.

Opmerkelijk !

groeten
Ronald

Ik haak nog even terug naar Arnold Sticke....

Arnd Sticke van Diepenheim wordt vermeld in 1369, 1381, 1382.

In deze periode zien we bijv. rond 1381:

"ltem Arnd Sticke hout to enen borchleen to Diepenhem: den hof to
Benthele in den kerspel van Delden, Lotgherinc in den kerspel van
Aldenzale. Item to stichts leen: Hermannyng in den kerspel van
Gheesteren, Reymoldinc in den kerspel van Aldenzale, den hof to
Azele in den kerspel van Delden, Reetgarinc, Walraveninc in den
kerspel van Wederden, die tiende to Stockem over Adeling, Hesseling,
Zigghing. Wanning, Ridering ende over Hadeboldinc in den kerspel van
Marclo, ende dat Varenbroec in den kerspeI van Aldenzale, ende dat
Nyehus in der vriheit to Diepenhem.”

Gewoonlijk wordt dit het leenbezit genoemd van Arnd Sticke van Diepenhem, maar dit stuk noemt hem niet zo.
Op 25 aug. 1394 wordt Pelgrim Sticke met de meeste van deze goederen beleend

Hierna zien we nauwelijks nog iets van Arnd Sticke, behalve misschien een vermelding in febr. 1394 van Arnold van Diepenheim, maar niet aantoonbaar is het, dat hij Sticke is.

Vanaf dezelfde tijd 1381 zien we ook Pelgrim Sticke voorkomen, en van hem is bekend dat zijn vader Arnd heette. Omdat Pelgrim ook borgman is geweest in Diepenheim, wordt Arnold Sticke van Diepenheim als zijn vader beschouwd.

Gewoonlijk wordt aangenomen, dat Arnd Sticke van Diepenheim ongeveer in of rond 1406 overleed, maar het lijkt mij, dat Arnd Sticke van Diepenhem in 1394 al dood was.
Daarvoor zijn wel wat argumenten te geven:

Allereerst natuurlijk de overdracht van het leenbezit in 1394, maar ook zien we Pelgrim Sticke vanaf 1381-1407 actief optreden, maar nooit samen met zijn vader. Slechts bestaat er een stuk, waarin hij een zoon wordt genoemd van Arnd Sticke. Bovendien vond ik geen vermeldingen meer van Arnd Sticke van Diepenheim na 1382.

In 1382 zijn er nog een aantal vermeldingen van Arnd Sticke, die misschien opvallend zijn:

24 februari 1382: Everd van Langen magtigt Arnoldus Elzebeenzoon in zijne zaak tegen Arnoldus Sticken.
Tegenwoordig: Johan Sloet en Arnd die Olde

1 november 1382: Wolter Tassche zweert te Deventer met opgerigte vingeren en met gestaafde eede, dat heer Gelmer Splithof in het huis van Jan van Enschede te Diepenheim in zijn bijzijn aan Arnd Sticker (!) van Diepenhem 80 oude schilden of rosekens mottune betaald heeft overeenkomstig de principaalbrief, dien Sticke daarvan had en aan Gelmer overgaf.
Tegenwoordig: Herman van Voorst de oude, Henric van Crekenbeke, Johan Hillincberch, Dirc van Hacvoerde, Henric Machorissoen en Hademan van Hekeren.

Het opvallende hieraan is, dat we zowel Jacob van Apeldoorn als Gelmer Splithof zien in een ‘verband’ met Arnold Sticke
In 1411 is Arnd Sticke Pelgrimszoon getrouwd met Soete van Apeldoorn, dochter van Jacob van Apeldoorn en Hillegonde Splithof, die op haar beurt weer een dochter was van Gelmer Splithof.

En het stuk uit februari 1382 viel mij op, vanwege de aanwezigheid van een Arnd die Olde zonder dat ik daarover ook maar iets zinnigs kan zeggen behalve misschien: is hij misschien Arnd Sticke van Olde?

Joost van der Loo weet melding te maken van leenbezit van Arnold Sticke in 1369:

Arnd Sticke van Diepenheim moet wel behoorlijk kapitaalkrachtig geweest zijn. Bij zijn eerste oorkondelijke vermelding op 24 febr. 1369 wordt vermeld, dat hij de tienden van niet minder dan 8 bezittingen aankocht, namelijk Nieuhof , Aldenhoef, Udinghoef , Gherding, het goed te Venteringh, het goed Berchus, het goed Beumingh en het goed te Roderixkote (?) in kerspel Delden in de buurschap Olde ten oosten van Diepenheim, die door Johan van Voerden und Ludeke van Twickel overgedragen resp. verpand werden.

(hier verwijs ik dus ook nog naar mijn opmerking over Arnd die Olde in febr. 1382, die misschien wel wat ver gezocht is)

In 1406 vinden we in het TRO dat Arnt Sticke dood is, want dan wordt gesproken over de erfgenamen van Arnd Sticke, maar ik denk toch heel stevig, dat hiermee Arnd Sticke van Lichtenhorst, de oude, wordt bedoeld. Die zien we nog genoemd worden in 1402, maar daarna niet meer.
Wel zijn er diverse leenvermeldingen in 1404 waarin Arnd Sticke van Lichtenhorst beleend werd met goederen waarmee daarvoor Pelgrim then Rede (Pelgrim van Redamme ?) beleend was. En dat leenbezit duurde tot 1417, zodat we waarschijnlijk te maken hebben met Arnd Sticke van Lichtenhorst de jonge.

In 1417 worden vrijwel al die goederen overgedragen aan Gert van den Tye door opdracht van Arnd Sticke Pelgrimszoon, en dat is tamelijk opvallend.

Ik kan dit alles eigenlijk alleen maar verklaren door aan te nemen, dat Arnd Sticke van Lichtenhorst, de oude en Pelgrim Sticke nauw verwant waren, en daarom mijn eerdere suggestie, dat zij broers zijn geweest. Van hen werd Arnd Sticke van Lichtenhorst het eerst genoemd, namelijk al in 1375 bij de Zutphense Landsvrede. Als zij dus broers waren, zal hij de oudste zijn geweest, maar dan is het weer opvallend dat juist Pelgrim in 1394 beleend werd met het merendeel van de goederen waarmee we Arnd Sticke beleend zagen worden in 1381.

Ik hoop dat iemand hier zijn opmerkingen over wil geven....

groeten
Ronald