De Graafschap in de Middeleeuwen

Zoek

Forum

Upladen = Munna? Mi...
 
Meldingen
Alles wissen

Upladen = Munna? Misschien een verwarde monnik in 1025?

8 Berichten
2 Gebruikers
0 Vind-ik-leuks
2,876 Bekeken
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

Na de laatste Vikingrooftocht in- vermoedelijk - 1010 vreesde de keizer voor de veiligheid van het stift Elten. Hoewel die laatste inval een halt kon worden toegeroepen bij Tiel zou het rijke klooster een dankbaar doelwit kunnen zijn voor een volgende poging van de Noormannen.
Een militaire bezetting op de Eltenberg paste niet zo goed bij het serene karakter, hoewel defensieve kenmerken nog aanwezig geweest zullen zijn want het ging hier om de "verbouwde" burcht van Wichman van Hamaland, vader van Adela en Luitgard.
Besloten werd daarom wat verder in het binnenland, niet zichtbaar vanaf de Rijn, in de heuvels van het Montferland, een veilige haven te creëren die bij een aanval snel kon worden bereikt.
Verantwoordelijk daarvoor was Wichman van Vreden, een vertrouweling van de Keizer en bovendien een man die door zijn huwelijk met prefectendochter Reinmod zich al voor deze streken verantwoordelijk voelde en die wist dat hij zijn schoonvader wellicht ooit zou opvolgen, omdat de broer van Reinmod (Adalbert?), bekend staand als een "fysiek zwakke vadsige domkop", niet geschikt was voor dit hoge ambt. Door Wichman van Vreden hiermee te belasten vermoedde de Keizer bovendien de invloed van Wichman van Hamaland's dochter Adela wat te verkleinen: deze dame was in relatie tot Elten nogal eens met hem in conflict gekomen omdat zij het complex als haar erfgoed beschouwde.
Wichman van Vreden bezat ten noorden van de Rijn al de enorme walburcht tussen Vreden en Stadtlohn en zal deze nieuwe vesting- Munna geheten- als een interessante versterking van zijn macht hebben gezien, waarmee het trouwens wat hem betreft nog niet gedaan was.
Jaloers op Adela's echtgenoot Balderik, die op de linker Rijnoever over veel meer land beschikte, ging hij ertoe over vlakbij de Maas- vermoedelijk bij Boxmeer- een naar hij dacht onneembare vesting aan te leggen. Dichtbij het prefectenfort Genneperhuis.
Die onderneming liep echter faliekant verkeerd af. Balderik slaagde erin Boxmeer te veroveren en liet de vesting met de grond gelijk maken.
Wichman vluchtte vervolgens over de Maas en de Rijn naar zijn nieuwe bezit bij Elten en liet de motte in het Montferland verhogen en bouwde er torens.
Dat was met name tegen de zin van Adela, die haar echtgenoot Balderik toevertrouwde dat zij Wichman "zo dicht bij onze gebouwen" niet kon dulden.
Die slaagde erin de ambities van Wichman van Vreden danig te ondergraven door de koning over te halen hem tot prefect te benoemen. Hoewel hij had moeten beloven niets te ondernemen om wapengeweld uit te lokken bezette hij na terugkomst het Genneperhuis en verjoeg de onder het feitelijk gezag van Wichman staande bezetting, handig gebruik makend van een reis naar Rome van zijn tegenstrever.
Wichman's woede was grenzeloos en een periode van wederzijds geweld was het gevolg. Waar o.a. de zuster van Balderik van te lijden had.
Op een dag besloot Balderik een bezoek te brengen aan die zus en stak daartoe de Rijn over vanuit zijn vesting Opladen op de Monreberg/Monterberg. En bevond zich daarmee in door Wichman gecontroleerd gebied.
En dat was spoedig te merken: verkenners hadden de oversteek van Balderik opgemerkt en Wichman, die zich toevallig niet ver van die plaats bevond trok Balderik tegemoet en slaagde erin een deel van diens manschappen- die zich in een kerk verschanst hadden- gevangen te nemen en over te brengen naar Munna. Balderik vluchtte de Rijn over in een bootje.
Een aantal verwikkelingen verder bood Balderik hulp aan zijn vriend Gerard van de Moezel, die op het sterfbed van Godizo van Aspel de burcht van Heimbach in de noordelijke Eifel in beheer had gekregen, maar bij die overname kennelijk op verzet stuitte. De eveneens aan Gerard toevertrouwde burcht in Aspel gaf deze in beheer door aan Balderik, omdat die burcht slechts enkele mijlen van Uplade lag.
De steun aan Gerard zou Balderik lelijk opbreken, want dezelfde aanvoerder die ook het huis van zijn zuster had overvallen slaagde erin een hinderlaag te leggen, hem gevangen te nemen en naar Munna over te brengen.
Daar werd van hem overgave van Aspel geëist waarin hij noodgedwongen moest toestemmen. Hij werd later vrijgelaten tegen betaling van een fors losgeld.
De kemphanen kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat het zo niet verder kon. De machtsverhoudingen leken nu duidelijk gemarkeerd. Met Munna en Aspel had Wichman het ten noorden van de Rijn voor het zeggen, ten zuiden van de rivier was Balderik de baas met o.m. het Genneperhuis en Uplade.
Een ogenschijnlijke periode van verzoening was het gevolg, wederzijdse uitnodigingen moesten de rede bevestigen.
Totdat Balderik's vrouw Adela erin slaagde om bij een bezoek van Wichman aan Uplade haar gast op de terugreis om het leven te laten brengen. Dat zou geheel tegen de zin van haar man gebeurd zijn, die uiteraard besefte dat hij van deze wandaad de schuld zou krijgen.
Het eind van het liedje was dat Uplade door een verzamelde strijdmacht werd belegerd. Wat geen sinecure was, want de belegerden konden tenslotte beschikken over een vesting op een natuurlijke heuvel die zich geleidelijk uit de vlakte verhief, door ophoging nog was versterkt en door een muur omgeven.
Balderik was reeds gevlucht toen Adela zich gedwongen zag om zich over te geven onder voorwaarde van vrije aftocht. Zijn burcht werd met de grond gelijk gemaakt.
In Wichman's burcht Munna bevond zich een knecht van iemand op wiens steun Balderik kon rekenen. Door verraad van deze figuur kon deze vesting worden ingenomen, hoewel Balderik zelf toen niet in de buurt was: door Gerard van de Moezel was hem de burcht in Heimbach ter beschikking gesteld.
Van een terugkeer naar Munna kon echter geen sprake meer zijn: Op de rijksdag in Nijmegen in 1018 beval de keizer het prille fort voor alle zekerheid te verwoesten.
Merkwaardig genoeg ontkwamen ook Balderik's vrienden Gerard en Aartsbisschop Heribert van Keulen er niet aan om aan deze verwoesting hun medewerking te verlenen.

- Het bovenstaande is een verzinsel, bijna nergens op bewijzen gestoeld. Er vallen vast enorme gaten in te schieten. Maar:

Alpertus van Metz was een monnik, géén oorlogscorrespondent die alle verwikkelingen op locatie volgde. Hij moet alles dus "van horen zeggen" hebben opgetekend. Bovendien deed hij dat pas een paar jaar nadat de meeste hoofdrolspelers in dit drama waren overleden. En dan kan er best wel eens iets fout gaan, zoals Hans van Rij als vertaler van "De diversitate temporum" ook al eens was opgevallen.
In de voorgaande constructie vallen wél een paar puzzelstukjes op hun plaats:

- De ogenschijnlijk onlogische locatie van de motte in het Montferland krijgt- onder de naam Munna- een verklaring als vluchtburcht voor het klooster en als sterkte van Wichman. Munna naast Elten kon Wichman ook als een grensvesting beschouwen en bracht hem- vanuit Vreden geredeneerd- al een stuk dichter bij het Genneperhuis en daarmee het bestuursgebied van zijn schoonvader, prefect Godfried.
Puur vanuit de prefectuur geredeneerd was de burcht in het Montferland van geen waarde, want te ver verwijderd van de Rijn. Noormannen kon men daar niet in de gaten houden.
- De keuze van de bouw van een fort bij Boxmeer beoogde de greep op deze streek én op de prefectuur nog meer kracht bij te zetten.
- Als de vesting op de Monterberg/ Monreberg gelijk is aan Uplade klopt de beschrijving van Alpertus opeens 100%: die heuvel rijst geleidelijk op vanuit de vlakte en vondsten duiden erop dat er sprake is geweest van een muur op de top rond het jaar 1000.
- Bovendien ligt Uplade dan inderdaad "in de buurt" van Aspel en nam Gerard van de Moezel een logische beslissing.
- En (zie het vorige verhaal) de burcht Zelem bij Mehr kan als het voorgaande juist is niet het onderkomen van Balderik's zuster zijn geweest: dat moet dan hebben gelegen in door Wichman gecontroleerd gebied. Mijn hypothese vervalt dan.
- (o.a.) Hein Jongbloed heeft er op gewezen dat Uplade Balderik's burcht was. Dat lijkt hier dan ook volkomen logisch.
- Balderik kan in dit verhaal de hem later toegekende titel van Graaf van "Upladen en Houberg" houden, in de oostelijke Betuwe had Wichman niets te vertellen. (o.a. de stapelplaats bij Rijnwijk was van Balderik).
- Met bescherming van de ijzerwinning in het Montferland kan de nieuwe vesting niets meer te maken hebben gehad: de voorraden waren rond het jaar 1000 al nagenoeg uitgeput en aan evt. transport over de Rijn kon niet worden gedacht: die rivier werd beheerst door Balderik/ Adela.
- Na z'n echec bij Boxmeer zal Wichman dus inderdaad "heimelijk" de Rijn zijn overgestoken, onderweg naar het Montferland/Munna of naar Vreden.

Henk Wilbrink.

 
Geplaatst : 22/12/2015 10:18 pm
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

-De (locatie van de) motte Montferland voldoet niet aan de beschrijving van Alpertus: Nergens is daar een vlakte te bekennen. De Monterberg/Monreberg bij Kalkar voldoet daar wel perfect aan.

-Een niet voltooide tufstenen donjon in het Montferland strookt ook niet met de beschreven kracht van de vesting zoals die blijkt uit het verhaal van Alpertus: een beleg zou deze, zonder dit belangrijkste defensieve element, dan maar heel kort hebben kunnen weerstaan.

-Schut geeft een "profielschets" van de mogelijke bouwheer waarin hij vermoedt dat "op basis van de omvang van de versterking gedacht moet worden aan een persoon die een bovenregionale betekenis heeft en die in nauwe relatie staat tot de keizer". Zijn voorkeur gaat uit naar
Adela en Balderik, maar dat druist in tegen alle logica.
De Keizer wilde "de veiligheid van die plaats voor de toekomst waarborgen" (tekst Alpertus) en dan is de keuze voor dit immer strijdlustige echtpaar allesbehalve voor de hand liggend.

-Wichman van Vreden was ook niet de eerste de beste en is een logischer kandidaat dan Balderik met zijn roerige echtgenote Adela, gezien hun gewelddadige verleden tegen het zeer nabije Elten.

-Prof. Van Winter geeft aan dat de locatie niet uit de boedel van Adela of Balderik afkomstig is, maar eerder uit de bezittingen van Godfried III 'de Prefect' stamt. Op z'n minst nam Godfrieds schoonzoon Wichman al een voorschot op de prefectuur.

-Ook op de Monreberg/Monterberg zijn de fundamenten van een toren aangetroffen. Mogelijk is daar gebruik gemaakt (zoals elders op veel locaties) van restanten van het Romeinse castellum. Dit fort zou prima te verdedigen zijn geweest, want ongezien naderen was nagenoeg uitgesloten.

-Duitse schrijvers zijn er nergens zeker van dat de "Feste Munna" ook inderdaad op de Monterberg gelegen heeft.
Volgens de Walbecker Chroniken bijvoorbeeld was Wichmans vesting bij Boxmeer zelfs te identificeren als Munna.

-En nogmaals: Als Munna = Uplade bij Kalkar ligt deze vesting inderdaad "in de buurt" van Aspel .

Vooralsnog trek ik de conclusie dat de locaties van Munna en Uplade/Opladen in de geschiedschrijving worden verwisseld.
En dat valt Alpertus niet te verwijten.

Henk Wilbrink.

 
Geplaatst : 07/01/2016 2:23 pm
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

Uit: Upladen, een nieuwe theorie. (Bijdrage Hein Jongbloed)

Alpertus' verhaal van de overval op Balderik suggereert daarentegen al 'at face value' dat Munna en Upladen niet gek ver van elkaar af lagen. Balderik ging naar zijn zuster aan de overkant van de Rijn, is gesignaleerd door Wichmans aanhangers die de bezetting van Munna hebben ingeseind, zodat Balderik van daaruit is onderschept.
Eén zwakke stee bij dat verhaal is in elk geval de identificatie van Munna met Monterberg op de linker Rijnoever, waaruit de gevolgtrekking dat Upladen op de rechteroever lag. De grap is namelijk dat dat Balderiks en Wichmans residentie precies omkeert ten opzichte van wat Alpertus meedeelt over de ligging van hun eigendommen: Wichman stelde juist meer voor op de réchter- en Alpertus (Balderik) op de línkeroever.

 
Geplaatst : 04/02/2017 3:09 am
 Avis
Berichten: 7
Forumabt
 

Waar ik altijd mee zit is de vertaling van de aanduiding linker- en rechteroever van de Rijn. Bezien we die beschrijving met hedendaagse ogen en een algemene bekendheid met de N-Z-O-W-orientatie van onze moderne kaarten, of bezien we dat vanuit de optiek "stroomopwaarts-stroomafwaarts" of te wel hoger versus lager?

Zo stond in de Middeleeuwen Utrecht bekend als Trajectum/Trecht inferius en Maastricht als Trajectum/Trecht superius.
De Schelde heeft ook een tijdje twee zeearmen gehad waaraan we nu de benamingen Westerschelde en Oosterschelde aan over gehouden hebben, vanuit het perspectief stroomafwaarts.

 
Geplaatst : 10/02/2017 4:47 pm
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

De Rijn gaat vanaf de bron in Zwitserland stroomafwaarts naar Nederland. Het is dus links of rechts vanaf die bron.

 
Geplaatst : 10/02/2017 7:19 pm
 Avis
Berichten: 7
Forumabt
 

https://verloren.nl/boeken/2086/235/141/kronieken/gebeurtenissen-van-deze-tijd

Ik verneem hier dat Albertus van Metz zijn kroniek schreef ergens in het Sticht Utrecht (mogelijk Tiel). Als hij dan schrijft over Wichman en Balderik (en Aspel) dan schijft hij over gebeurtenissen stroomopwaarts. Dan zou in zijn relaas het huidige oosten wel eens aan de linkerzijde van de Rijn kunnen liggen.

 
Geplaatst : 11/02/2017 10:47 am
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

De locatie waar hij schreef doet er denk ik niet zoveel toe, ik neem aan dat hij uitging van de locatie waar de gebeurtenissen zich afspeelden.

 
Geplaatst : 11/02/2017 10:50 am
Berichten: 520
Forumkoning
Topic starter
 

https://www.google.nl/url?sa=i&rct=j&q=&esrc ="s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwiNjZWN-q_WAhVCY1AKHYwjDAwQjhwIBQ&url=https%3A%2F%2Fwww.derwesten.de%2Fstaedte%2Femmerich%2Faspel-wer-war-die-stifterin-der-burg-id10586361.html&psig=AFQjCNGu2trSVO7f6p7KKV9j-bLk5ka6fA&ust=1505865603595474"

Wikipedia over Aspel:

Die Burg Aspel gehörte zu den frühesten Anlagen im Rheinland.[2] Sie wurde in dem zwischen 1020 und 1024 entstandenen Werk De diversitate temporum des Mönchs Alpert von Metz erstmals erwähnt. Der Autor nennt dort einen Godizo, Graf von Aspel und Heimbach, dessen Burg in Aspel aufgrund von Familienstreitigkeiten durch Adalbald II., Bischof von Utrecht, und Balderich von Drenthe erfolglos belagert wurde. Godizo war der Sohn Richizos (auch Richar genannt), eines Verwandten des Gaugrafen Wichmann von Hamaland aus dem Hause der Billunger, und zugleich Neffe des Kölner Erzbischofs Wichfrid.[2][3] Er hatte nach dem Tod des Vaters im Jahr 973[3] den niederrheinischen Besitz Richizos geerbt. Es ist bisher nicht geklärt, ob die Burg auf einer Landzunge im Rhein bereits zum Erbe gehörte oder aber erst durch Godizo errichtet wurde. Sie lag gut geschützt in einem unzugänglichen Sumpfgebiet, sodass man kaum an sie herankam. Als Godizo um das Jahr 1011/1012 starb, ging die Vormundschaft über seine beiden kleinen Töchter Irmgard(is) und Irmtrud(is) sowie die Verantwortung für den Besitz an einen Verwandten, Gerhard III. von Metz, „Mosellanus“. Der aber gab die Aspeler Burg an Balderich und schickte seine Mündel mit ihrer Mutter auf die Burg Hengebach in Heimbach. Godizos Witwe heiratete in zweiter Ehe den Ritter Gevehard (Gerhard) von Monterberg, der daraufhin die Burg Aspel von Balderich zurückforderte. Der gab die Anlage aber erst heraus, als er auf der Burg Monterberg bei Kalkar festgesetzt worden war.[4]

 
Geplaatst : 19/09/2017 4:17 am
Deel: